1VT1/1v2 Mercredi, le 6 octobre 21 DF ex 16 17 18 + parler+ex20+21ab

1 / 23
volgende
Slide 1: Video
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Programme du Mercredi, le 6 octobre 21

  • Présents/absents
  • Parlez français! (les nombres/les jours)
  • Vocabulaire p 53 E
  • de lidwoorden
  • Contrôle et correction  des exercices 10 11 12  17 18 19 23 24 25
  • Regarder exercices 20 21 abc 22 


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Dialogue
Bonjour!
Ça va?
Comment tu t'appelles?
Tu habites où?
...

...

...

...
timer
1:00

Slide 5 - Tekstslide

On écoute et on répète
le vocabulaire E p 53
Les articles 

Slide 6 - Tekstslide

CONTRÔLE DES DEVOIRS
Contrôle et correction des exercices 10 11 12 17 18 19 23 24 25 

FAIRE LES EXERCICES 18 + 19

Slide 7 - Tekstslide

Bron E Regarder
Lire 20a 
Fais les exercices 20bcd 21ab  22ab
correction

Slide 8 - Tekstslide

introduction du verbe avoir
  1. Personnlijke voornaamwoorden (uitleg)
  2.  Hebben = avoir (liedje+uitleg+opschrijven)

Slide 9 - Tekstslide

Persoonlijke voornaamwoorden
ik
je / j'
jij
tu
hij
il
zij
elle
men/we (spreektaal)
on
wij (ik+jij+jij+jij)
nous
u
jullie (jij+jij+jij+jij+jij)
vous
zij  (hij+hij of zij)
zij (zij+zij+zij)
ils (mannelijk)
elles (vrouwelijk)

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Persoonlijke voornaamwoorden.
Ik
Jij
Hij
Zij
Men
Wij
Jullie/u
Zij
Je/j'
Tu
il
elle
on
nous
vous
ils/elles

Slide 13 - Tekstslide

Conjuguer le verbe 'avoir'
Ik heb
J'ai 
Jij hebt
Tu as
Hij/zij/men heeft
Il/elle/on a
Wij hebben
Nous avons
Jullie hebben
U heeft
Vous avez
Zij hebben
Ils/elles ont

Slide 14 - Tekstslide

De lidwoorden  

Wat is een lidwoord in het Nederlands?
Welke lidwoorden zijn er in het Nederlands?
Prends ton cahier de notes (grammaire)


Slide 15 - Tekstslide

Explication
de lidwoorden in het Nederlands: 
- Onbepaald lidwoord:
enkelvoud "een" "
meervoud" -"
- Bepaald lidwoord
enkelvoud "de of het"
meervoud "de "

Slide 16 - Tekstslide

De onbepaalde lidwoorden
enkelvoud           
een:       un garçon                 une fille
meervoud
-----:     des garçons             des filles

Slide 17 - Tekstslide

De bepaalde lidwoorden
enkelvoud           
de/het:      le garçon                   la fille
      l'hôtel -l'appartement        l'histoire - l'auto 
meervoud
 de:         les garçons             les filles

Slide 18 - Tekstslide

Lidwoorden
mannelijk
vrouwelijk
meervoud
De/het
le
la
les
l’
l’
les
Een
un
une
des (-)

Slide 19 - Tekstslide

het lidwoord
   (mv)
des    (mv)
problemen
des problèmes
stranden
des plages
leraren
des profs
lessen
des leçons
computers
des ordinateurs

Slide 20 - Tekstslide

Vervang het lidwoord door
 un of une
le français
la prof
le stylo
l'ordinateur
l'école
la plage
le livre
Vervang het lidwoord door
le/la/l'
un chien
un chat
une fille
un exercice
un devoir
une prof
une lampe

Slide 21 - Tekstslide

Vervang het lidwoord door
 les
le français
la prof
le stylo
l'ordinateur
l'école
la plage
le livre
Vervang het lidwoord door
des
un chien
un chat
une fille
un exercice
un devoir
une prof
une lampe

Slide 22 - Tekstslide

Fais les exercices 16 17 
Correction des exercices 

Slide 23 - Tekstslide