Economie 6.1 deel 1 en deel 2 dus 2 lessen

Economie 6.1
Je inkomen wordt belast
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Economie 6.1
Je inkomen wordt belast

Slide 1 - Tekstslide

Je leert vandaag:
1. Waarom loonheffing wordt ingehouden.
2. Wat inkomstenbelasting is.
3. Hoe een loonstrook is opgebouwd.
4. Waaruit het belastbaar inkomen bestaat.

Slide 2 - Tekstslide

Vragen bij het loonstrookje
1. Waarom is het nettoloon hoger dan het brutoloon?
2. Hoeveel euro loonheffing is er afgehouden?
3. Waarom wordt er loonheffing afgehouden?
4. De premie voor de werknemersverzekeringen staan NIET op het loonstrook, waarom niet?

Slide 3 - Tekstslide

Inkomstenbelasting
Loonheffing is een vooruitbetaling van je inkomstenbelasting. Je moet namelijk ieder jaar aangifte doen bij de belastingdienst. Dan wordt berekend hoeveel belasting je moet betalen. 

De vooruitbetaling van de loonheffing halen ze hier vervolgens van af. Kun je dus ook juist geld terug krijgen van de belastingdienst?

Slide 4 - Tekstslide

Box 1 inkomstenbelasting
Je betaalt inkomstenbelasting over je belastbaar inkomen in Box 1, dit bestaat uit:
1. Inkomen uit je werk.
2. Je huis als je huiseigenaar bent, eigenwoningforfait.
3. Je auto van de zaak, als je er privé mee rijdt., bijtelling.
Belastbaar ink. = inkomsten + eigenwoningforfait + bijtelling.

Slide 5 - Tekstslide

Aan het werk!

Opdracht 2,3,4,5,6 van blz. 171 en 172.
Klaar? laten controleren en verder met opdracht 7.

Slide 6 - Tekstslide

Waaruit bestaat de loonheffing?
A
Premie volksverzekeringen
B
Loonbelasting en premie volksverz.
C
Loonbelasting
D
Premie werknemersverz.

Slide 7 - Quizvraag

Zonder loonheffing is er geen geld voor mensen die recht hebben op een uitkering.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Inkomstenbelasting in box 1 betaal je over ...
A
Je inkomen uit werk
B
Je (koop)huis
C
Je auto van de zaak.

Slide 9 - Quizvraag

Op een loonstrook staat je brutoloon, loonheffing en nettoloon
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Deel 2 van 6.1

Slide 11 - Tekstslide

Terugblik
1. Loonstrook
2. inkomstenbelasting
3. Belasting over werk, wonen en auto vd zaak.

Slide 12 - Tekstslide

Belastbaar inkomen

Over je belastbaar inkomen wordt de inkomstenbelasting berekend.

Belastbaar inkomen = Inkomsten + eigenwoningforfait + bijtelling - aftrekposten.

Slide 13 - Tekstslide

Box 1 inkomstenbelasting
Je betaalt inkomstenbelasting over je belastbaar inkomen in Box 1, dit bestaat uit:
1. Inkomen uit je werk.
2. Je huis als je huiseigenaar bent, eigenwoningforfait.
3. Je auto van de zaak, als je er privé mee rijdt., bijtelling.
Belastbaar ink. = inkomsten + eigenwoningforfait + bijtelling - aftrekposten

Slide 14 - Tekstslide

Aftrekposten
Je mag over je belastbaar inkomen kosten in mindering brengen. Dit noemen wij aftrekposten. VOORBEELD:
1. Studiekosten
2. Hypotheekrente

Door deze kosten af te trekken van het belastbaar inkomen, wordt je inkomstenbelasting LAGER.



Slide 15 - Tekstslide

Belastbaar inkomen

Slide 16 - Tekstslide

Nakijken opdr 4,5,6.

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag!
Maken: 7 tot en met 11.
Klaar melden bij docent?

Slide 18 - Tekstslide

Inkomstenbelasting berekening
Dus de berekening gaat zo:

Inkomstenbelasting - vooruitbetaling loonheffing = te betalen belasting.

Slide 19 - Tekstslide