Gezonde voeding Ontdek Zorg & Welzijn

Ontdek Zorg & Welzijn
Gezonde voeding
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Ontdek Zorg & Welzijn
Gezonde voeding

Slide 1 - Tekstslide

Wat is volgens jou gezonde voeding?

Slide 2 - Woordweb

Wat eten jullie wat ongezond is?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video

Geeft energie ---->Calorieën 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Welke van de uitspraken over de Schijf van Vijf zijn juist?
A
Voldoende voedingsstoffen binnen te krijgen
B
Beter te zorgen voor het milieu
C
De kans op een aantal ziektes te verkleinen
D
Koolhydraatarm te eten

Slide 7 - Quizvraag

Welke onderdelen staan er in de schijf van 5?

Slide 8 - Tekstslide

In welk vak staan producten die gezonden vetten bevatten?

Slide 9 - Open vraag

In welk vak zitten de meeste koolhydraten?

Slide 10 - Open vraag

In welk vak staan dranken zonder suiker?

Slide 11 - Open vraag

Puur natuur
Het eerste vak van de Schijf van Vijf: groente en fruit!
 In alle soorten zitten vezels, vitamines en mineralen. Eet je genoeg groente en fruit, dan verlagen ze het risico op hart- en vaatziekten, darmkanker, longkanker en diabetes type 2.

Verse groente en fruit of uit de diepvries zijn een goede keuze. Je kunt ook kiezen voor groente en fruit uit blik of glas. Maar let op: neem dit liever niet te vaak, ze bevatten vaak veel zout of suiker.
Je hebt elke dag groente én fruit nodig om alle goede voedingsstoffen binnen te krijgen. Je kunt ze niet voor elkaar vervangen.
 Broccoli inwisselen voor een sinaasappel kan dus niet. 
Ook vitaminepillen kunnen groente en fruit niet vervangen.  

Slide 12 - Tekstslide

Hoe kun je meer groente en fruit gaan eten?

Slide 13 - Woordweb

Slide 14 - Video

Vet Belangrijk!
Vetten bevatten veel belangrijke vitamines zoals vitamine A en D. Maar let op: sommige soorten vetten zijn goed voor je gezondheid, andere soorten niet.

De ongezonde vetten worden verzadigde vetten genoemd. Deze vetten zijn meestal hard, zoals roomboter. Volle melkproducten, kaas en vette vleesproducten bevatten een grote hoeveelheid verzadigde vetten.

Goede, gezonde vetten worden ook wel onverzadigde vetten
 genoemd. Deze zijn bij kamertemperatuur zacht of vloeibaar. Onverzadigde vetten verkleinen het risico op hart- en vaatziekten. Deze vetten zitten bijvoorbeeld in olijfolie en bepaalde soorten vis zoals haring en zalm.


Slide 15 - Tekstslide

Eiwitten
In het roze vak vind je een hoop voedingsmiddelen:
 vis ,peulvruchten vlees, ei, noten en zuivel. 
Deze voedingsmiddelen bevatten mineralen, vitamines, koolhydraten, vetten en eiwitten. 
Vooral voor eiwitten vormt het eten en drinken uit dit vak een belangrijke bron. 

Slide 16 - Tekstslide

Noem zoveel mogelijk plantaardige eiwitten

Slide 17 - Woordweb

Noem zoveel mogelijk dierlijke eiwitten

Slide 18 - Woordweb

Welke stellingen zijn waar?
A
Als je vegetarisch eet, is er niks te kiezen uit het roze vak
B
Je moet niet te veel vis eten vanwege de vetten
C
Eiwitten zijn onmisbaar voor een gezond lichaam
D
Melk vind je in het roze vak

Slide 19 - Quizvraag

Het oranje vak
Het volgende vak: brood, graanproducten en aardappelen. Dit vak is belangrijk omdat deze producten koolhydraten, vezels, vitamines en mineralen bevatten. En ook hier haal je eiwit uit.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Vocht
Het laatste vak: dranken! 
Je lichaam heeft elke dag 1,5 tot 2 liter drinken nodig. Gedurende de dag verlies je veel vocht doordat je bijvoorbeeld zweet en plast. Dit vocht kun je het beste aanvullen met water of andere dranken zonder suiker, zoals thee. Melk (uit het roze vak) telt ook mee voor de 1,5 tot 2 liter vocht.

Slide 22 - Tekstslide

Hoeveel gazen drink jij op een dag?
Meer dan 8 glazen
Minder dan 8 glazen

Slide 23 - Poll

Slide 24 - Link

Je lichaam verbruikt op elk moment van de dag ....................
Hoeveel energie je lichaam op een bepaald moment nodig heeft, hangt af van wat je doet. Als je rustig op de bank een film zit te kijken, heeft je lichaam.........energie nodig dan wanneer je bijvoorbeeld aan het wandelen bent.

Ben je flink aan het............. ?
 
Dan heeft je lichaam nog meer energie nodig. Je kunt dus zeggen: hoe................................ je bent, hoe meer energie je nodig hebt. 
De hoeveelheid energie die iemand nodig heeft, hangt van nog meer factoren af dan alleen activiteit. Voorbeelden van die factoren zijn,............... lichaamsgrootte, geslacht en spiermassa.
actiever
minder
energie
leeftijd
sporten

Slide 25 - Sleepvraag

Eetwissel
Gezond eten is soms best lastig. Als je gaat kijken of alles wat je eet en drinkt in de Schijf van Vijf staat, kom je misschien wel tot de ontdekking dat dit niet zo is.
Als je een gezondere keuze wilt maken, kun je proberen om een minder gezond product te vervangen door een gezondere optie. Dit noem je een Eetwissel. Dit is een kleine stap die je kan helpen om gezonder te gaan eten. Kleinere stapjes kun je makkelijker volhouden dan ineens je hele eetpatroon om te gooien. Daarom werkt het goed. En: Eetwissels zijn vaak niet alleen goed voor jezelf, maar ook voor het milieu.
Je kunt een Eetwissel op verschillende manieren maken. Klik hiernaast op de manieren om er meer over te lezen.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Link

welke eetwissel ga jij maken?

Slide 28 - Woordweb

Praktijk in de keuken
Waar moeten we allemaal rekening mee houden als we de keuken in gaan?

Slide 29 - Tekstslide

HAM-code
- We dragen onze haren in een staart.
- Sieraden om onze vingers en polsen gaan af.
- We dragen platte, dichte schoenen.
- We dragen een short en evt een polo.
- We nemen zoveel mogelijk ingrediënten in een keer mee naar onze werkplek. 
- Dit doen we allemaal in losse bakjes.
- We koken volgens recept.
- We gaan respectvol om met materiaal en we zijn tegen voedselverspilling.
- We wassen onze handen voordat we beginnen met koken.


Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Bereiden
Eten kun je op verschillende manieren klaarmaken, denk bijvoorbeeld aan stomen, koken, bakken of bereiden in de oven. Deze verschillende manieren van eten klaarmaken noem je bereidingswijzen.

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Koken
Koken heeft 2 betekenissen. Het is het klaarmaken van een warme maaltijd. Maar we bedoelen er ook mee dat je eten gaar kookt in kokend water. Het water moet 100 graden zijn, en bubbelen om te koken.

Slide 35 - Tekstslide

Fruiten
Fruiten is een grappig woord. Het heeft namelijk niks te maken met fruit als appels en peren. Je fruit juist ui, knoflook of kruiden. Daarmee bedoel je dat je die ingrediënten bakt in wat olie of vloeibaar vet in een koekenpan op laag vuur.

Slide 36 - Tekstslide

Grillen
Met een grillpan of ovengrill kun je vlees en groentes grillen. Je maakt de pan heel heet en bakt het eten gaar en bruin zonder veel vet.

Slide 37 - Tekstslide

Roerbakken
Roerbakken is het bakken van kleine stukjes eten op hoog vuur. Daardoor is het supersnel klaar. Je eten houdt veel smaak en vitamines. Je noemt het ook wel wokken als je een speciale wokpan gebruikt.

Slide 38 - Tekstslide

Rulbakken
Gehakt bak je niet zo maar, nee gehakt bak je rul. Zo noem je het als je tijdens het bakken de hele tijd in je pan blijft roeren zodat de vleesstukjes niet aan elkaar plakken.

Slide 39 - Tekstslide

Smoren
Groente of paddenstoelen kun je in hun eigen vocht klaarmaken. Dat noem je smoren. Hoe je dat doet? Simpel, doe de deksel op de pan en smoren maar.

Slide 40 - Tekstslide

Stoven
Als je eten stooft, dan maak je het langzaam gaar door het op een laag vuurtje in een braadpan te doen. Stoven duurt lang en gebruik je bij kip, vis en vlees. Maar ook groente en fruit kun je stoven.

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Video

Slide 43 - Video

Volgende les, praktijkles!
Wortelsoep met naanbrood

Slide 44 - Tekstslide