BLOK 4 Over taal deel 2 Figuurlijk taalgebruik

BLOK 4 OVER TAAL
deel 2 
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

BLOK 4 OVER TAAL
deel 2 

Slide 1 - Tekstslide

huiswerk
Maandag 13 juni 2022 2e uur
SO Over taal blok 4 

maak alle opdrachten online en leer de betekenissen uit je hoofd van alle woorden. 

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen

Na deze les weet je 
wat figuurlijke taal is

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Figuurlijke taal

Slide 5 - Tekstslide


Na deze les weet je 
wat figuurlijke taal is

In het volgend filmpje wordt het verschil tussen LETTERLIJK en FIGUURLIJK taalgebruik uitgelegd.

Let op : je krijgt ook vragen tijdens het filmpje !

Slide 6 - Tekstslide

1

Slide 7 - Video

00:58
Niek is een boom van een vent =
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 8 - Quizvraag

Figuurlijk taalgebruik

Slide 9 - Tekstslide

Mirjam trekt haar schoenen aan.

A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 10 - Quizvraag

Mirjam trekt de stoute schoenen aan.

A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 11 - Quizvraag

Ik luister graag naar dit liedje.

A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 12 - Quizvraag

Het is altijd hetzelfde liedje.

A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 13 - Quizvraag


Na deze les weet je 
wat figuurlijke taal is

Wat betekenen de volgende uitdrukkingen ?
Je mag dit opzoeken op internet.

Slide 14 - Tekstslide

Armin kijkt door een roze bril.

Slide 15 - Open vraag

Miriam straalt helemaal.

Slide 16 - Open vraag

Bodhi loopt met zijn hoofd in de wolken.

Slide 17 - Open vraag

Olaf gaat op zijn strepen staan.

Slide 18 - Open vraag

Sabrina heeft haar diploma
met de hakken over de sloot gehaald.

Slide 19 - Open vraag

De kat uit de boom kijken.

Slide 20 - Open vraag

De aap komt uit de mouw.

Slide 21 - Open vraag

De hond in de pot vinden.

Slide 22 - Open vraag

Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel.

Slide 23 - Open vraag

Een vreemde eend in de bijt zijn.

Slide 24 - Open vraag

Klik op de link in de volgende slide.
Zoek de goede betekenis bij het spreekwoord.

Maak een screenshot van je resultaat en plaats het in de volgende slide.


Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Link

Plaats hier het screenshot dat je net gemaakt hebt van het resultaat van de oefening.

Slide 27 - Open vraag

Ik weet wat figuurlijk taalgebruik is.
A
ja
B
nee
C
ongeveer
D
snap het niet zo goed

Slide 28 - Quizvraag

Wat wil je nog vragen aan de juf ?

Slide 29 - Open vraag



Goed gewerkt vandaag! 

Slide 30 - Tekstslide