Vergaderen en notuleren

Vergaderen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vergaderen

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je over vergaderen?

Slide 2 - Woordweb

Wat is het verschil tussen vergaderen en overleg?

Slide 3 - Tekstslide

Rollen vergadering
  • Voorzitter
  • Notulist / secretaris

Slide 4 - Tekstslide

Agenda
  1. Welkom
  2. Mededelingen
  3. Notulen van vorige vergadering
  4. agendapunten
  5. Rondvraag

Slide 5 - Tekstslide

Stap 1: Noteer relevante informatie 

  • Geef aan waar de vergadering wordt gehouden, wie er aanwezig moeten zijn en hoe laat de vergadering begint.  
  • Locatie, datum, tijd en aanwezigen moeten als eerste vermeld worden bij een agenda. 

Slide 6 - Tekstslide

Stap 2: Zorg voor vaste en inhoudelijke agendapunten 

  • Vaste agendapunten zijn punten die op iedere agenda staan. 
  • De inhoudelijke punten zijn onderwerpen waarover op die vergadering specifiek vergaderd woord. 

Slide 7 - Tekstslide

Stap 2: vervolg
Een agenda heeft de volgende punten 
• Opening 
• Verslag vorige vergadering 
• Mededelingen vooraf
• Inhoudelijke agendapunten (A-B-C)
• Rondvraag
• Afsluiting 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Stap 3: Werk met tijd
  • Geef achter elk agendapunt aan hoe lang je erover mag praten in de vergadering.  
  • Dit voorkomt dat de vergadering erg uitloopt. 

Slide 10 - Tekstslide

Notulen
  • Na de vergadering worden notulen gemaakt van alles wat besproken wordt

Slide 11 - Tekstslide

Notulen

Notulen is een officieel verslag van een vergadering


Notulist maakt aantekeningen/steekwoorden die hij later uitwerkt tot een complete tekst en aan de deelnemers en voorzitter stuurt


Notulist maakt eerst een grove opzet met een logische indeling van de agenda.



Slide 12 - Tekstslide

Formuleren en stijl
  • Bij het formuleren zet je de spreektaal om in schrijftaal.

Schrijftaal is zakelijker dan spreektaal

  • Let op consequent gebruik van de tegenwoordige tijd (de voorzitter merkt op..)
  • Geef de structuur van de agendapunt duidelijk weer in de lay-out (denk aan titel, kopjes, actiepunten en afspraken)

Slide 13 - Tekstslide

2  Het model voor de notulen
Maak gebruik van een vaste lay-out; hierdoor zijn jouw verslagen voor iedereen herkenbaar

Slide 14 - Tekstslide

Bovenaan de notulen staan:
  • naam van het vergadering
  • plaats en datum
  • begin- en eindtijd
  • namen van de aanwezigen
  • namen van de afwezigen
  • notulist
  • kenmerk

Slide 15 - Tekstslide

De tekst van de notulen

Geef duidelijk de agendapunten aan met nummer en naam.


Onderdelen van een agendapunt (vergaderpunt) kun je een subnummering geven.


Besluiten en acties laat je opvallen.

Slide 16 - Tekstslide

Het eerste overleg
Voor de opdracht in Teams: groepjes van 4

Maak met elkaar afspraken:
Wie is de voorzitter?
Wie notuleert?


Slide 17 - Tekstslide

Succes met vergaderen!

Slide 18 - Tekstslide