De lever

Hepar (lever)
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Hepar (lever)

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Nog vragen over vorige les?
- mond
-keelholte
-slokdarm
- maag
- 12-vingerige darm
- dunne darm
- dikke darm
-endeldarm
-anus

Slide 3 - Tekstslide

Hepar

Slide 4 - Woordweb

ligging
- Rechts bovenbuik
- Grote rechterkwab en kleinere linkerkwab
- Onder bevindt zich de leverpoort (=hilus) : met hier ingang poortader en de leverslagader en uitgang leverbuis

Slide 5 - Tekstslide

bloedvoorziening
Aanvoer
:
Leverslagader: 0₂ rijk
Poortader , aderlijk bloed van dunne darm : O₂ arm + voedingsstoffen

Afvoer:
3 leveraders: O₂ arm (naar hart)


Dus aderlijk bloed van de darmen gaat eerst via de lever en dan naar het hart toe. In de lever worden de voedingsstoffen ‘gekeurd + verwerkt ‘!!

Slide 6 - Tekstslide

opbouw lever
Leverlobjes , omgeven door leverslagader , poortader en galtakjes

Centraal adertje→ leveraders →holle ader

Slide 7 - Tekstslide

Galblaas
Gal wordt gemaakt in de lever
Afvoer gal via leverbuis en galbuis naar papil van Vater

Rest van de gal wordt opgeslagen in de galblaas

https://www.gezondheidsnet.nl/blaasontsteking/verwijdering-van-de-galblaas

Slide 8 - Tekstslide

papil van Vater
Papil van Vater  is de plaats waar de ductus choledochus (afvoerbuis van de galblaas of galgang) en de ductus pancreaticus (afvoerbuis van de alvleesklier) uitmonden in de twaalfvingerige darm.

Slide 9 - Tekstslide

Functies van de lever
Chemische fabriek, de centrale van de stofwisseling
Alle levercellen voeren alle functies uit; geen taakverdeling
Verbruikt veel energie
Temperatuur 39 graden!
Alle voedingstoffen passeren de lever, behalve de vetten

Slide 10 - Tekstslide

Zoek de 7 functies op van de lever

Slide 11 - Open vraag

Functie 1 suikerstofwisseling
Houdt glucosegehalte (bloedsuikerspiegel) constant in bloed en is glucosebuffer
Glucose ontstaat na splitsing van koolhydraten/zetmeel
De lever kan:
Glucose omgezet tot glycogeen = glycogenese ( insuline)
Glycogeen omgezet tot glucose = glycogenolyse ( glucagon )

Glycogeen is opgeslagen glucose in de lever

160 gr glucose per dag
Voorraad in lever 100-200gr, in spieren 250 gr

Slide 12 - Tekstslide

Functie 2 vetstofwisseling
Lever bouwt lichaamsvetten op uit glycerol + vetzuren
Vetzuren haal je uit het voedsel of
Lever kan zelf ook vetzuren maken uit : enkelvoudige suikers (glucose) en aminozuren
Lever vormt cholesterol


Slide 13 - Tekstslide

https://www.mlds.nl/ziekten/leververvetting/
Ga naar deze website en lees over leververvetting en levercirrose. Beschrijf in eigen bewoording wat deze twee aandoeningen inhouden en wat ze met elkaar te maken hebben

Slide 14 - Open vraag

functie 3: eiwitstofwisseling
Uit aminozuren worden nieuwe eiwitten opgebouwd
Aminozuren via poortader aangevoerd dienen voor opbouw van eiwitten van het bloedplasma nl : albumine, globulinen (stolling) en fibrinogeen. (plasma-eiwitten)
Opbouw van enzymen werkzaam in de lever
Aminozuren omgezet tot niet-essentiele aminozuren en daarna omgezet tot glucose
Bij deze omzetting tot glucose komen bepaalde aminogroepen vrij : giftige ammoniak en dit wordt dan de afvalstof ureum.
Ureum wordt uitgescheiden door nieren

Slide 15 - Tekstslide

Functie 4 ontgifting
lever breekt veel stoffen af:
- nodig voor grondstofgebruik 
- overtollige stoffen  
-  giftige stoffen  


Slide 16 - Tekstslide

vervolg giftige stoffen
3 groepen stoffen:
giftige afvalstoffen: ureum en bilirubine
 ureum ontstaat bij eiwitafbraak, via bloed door nieren uitgescheiden
 bilirubine (onstaat bij Hb afbraak, rode bloedcel) en gaat via lever via gal het lichaam uit met faeces
- Lichaamsvreemde stoffen: medicijnen, alcohol, nicotine, cafeine en bepaalde verdovende middelen
     de lever maakt ze onwerkzaam en via gal of via urine het lichaam uitgewerkt

- Hormonen : ‘oude hormonen ‘
 de lever maakt ze onwerkzaam en gaan via nieren het lichaam uit

Slide 17 - Tekstslide

Functie 5: Galproduktie
Gal geproduceerd door lever, tot 1 liter/24 uur
Groengelige vloeistof en bevat:
 *water, als oplos- en transportmiddel
 *slijm als glijmiddel
 *galzure zouten voor het emulgeren van vetten in dunne darm
 *bilirubine, afvalstof van Hemoglobine afbraak en zorgt voor bruine kleur faeces
Functies van Gal:
Uitscheidingsproduct van aantal giftige stoffen

Secretie wordt gestimuleerd door de nervus vagus en door weefsel hormoon secretine

Slide 18 - Tekstslide

Functie 6: Opslag

De lever is een opslagplaats voor: 
 -  glycogeen
 -  vetten
 - Vit. A, D, E en K, in vet oplosbare vitaminen
 - vitaminen van het B-complex
 - ijzer
(Fe)
Aanvullende informatie:
Vit K van belang bij stollingsprocessen bloed


Slide 19 - Tekstslide

Functie 7: Warmteproductie
Veel chemische reacties in lever: stofwisselingsreacties
Hierbij komt veel warmte vrij : levertemp is 39 gr. C.
Warmte met bloedsomloop afgevoerd en over het lichaam verdeeld
Dus belangrijke rol bij handhaving lichaamstemp. van 37 gr.C.
In slaap houdt de lever je lichaam op temperatuur

Slide 20 - Tekstslide

-Maak de verwerkingsvragen
- Maak de opdracht in de volgende slide

Slide 21 - Tekstslide

Zoek de Nederlandse naam op van onderstaande woorden en beschrijf ze
Hepar
Pancreas
Arterie/arteria
Vena
Hilus
Ductus pancreaticus
Ductus choledochus
Ductus cysticus
Vena porta
Arteria – en vena hepatica
Retroperitoneaal
Papil van Vater
Veneus
arterieel

Slide 22 - Tekstslide

volgende week alvleesklier en galwegen

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide