Word Order

Word Order

1 havo, A1

Lesson goals

Aan het einde van de les kan ik:

• Engelse zinnen maken met een goede woordvolgorde
• het verschil tussen de volgorde van een normale zin en een vraagzin aangeven

Parts of a sentence

Engelse zinnen hebben bijna altijd dezelfde volgorde, behalve bij

• vraagzinnen
• een bijzin

Werkwoord

Who

What

Where

When

subject

verb

object

place

time

parts of a sentence

Werkwoord

Who

What

Where

When

subject

verb

object

place

time

We	saw	a dog	at the park	today
John	plays	videogames	in his room
I	sleep		in my bed	at night

tijdstip?              --> achteraan de zin

• yesterday
• today
• next week

.

hoe vaak?     --> voor het werkwoord

• never
• always
• sometimes

time

I	did	my homework	at school	yesterday
I	never	do	my homework	at school

questions

Bij vraagzinnen kunnen 2 dingen gebeuren:

• een werkwoord komt voor het subject

• er komt een vraagwoord 

Were

you

at school

yesterday

?

Where

were

you

yesterday

?

practice

1.   John - in his room - guitar - every night - plays

2.   before class -  always - we -  our homework - finish

3.    last week -  all of the chocolate  - Laura - ate - in the kitchen

4.    outside - right now - the children - are - ?

Game time!

 

In groepjes krijgen jullie een aantal kaartjes met woorden

Maak zo veel en zo creatief mogelijke zinnen

Werkwoord

Who

What

Where

When

subject

verb

object

place

time

Show the most creative sentence
you made here!

Lesson goals

Ik kan:

• Engelse zinnen maken met een goede woordvolgorde
• het verschil tussen de volgorde van een normale zin en een vraagzin aangeven