Milieuvervuiling

MILIEUVERVUILING
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeBasisschoolGroep 7,8

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

MILIEUVERVUILING

Slide 1 - Tekstslide

MILIEUVERVUILING

Slide 2 - Woordweb

Zoals je misschien al wel eens hebt gehoord gaat het minder goed met de aarde dan een paar duizend jaar geleden. Veel mensen zeggen dat dit komt doordat de aarde en haar milieu steeds meer vervuild raakt. 
Maar hoe gebeurt dat dan? En wat is 
milieuvervuiling precies? Daar ga je deze 
les achter komen!
Milieuvervuiling

Slide 3 - Tekstslide

Eens even kijken hoe milieuvriendelijk jullie zijn...

Slide 4 - Tekstslide

Ik doe het licht uit als ik een kamer verlaat (en er niemand meer is)
A
nooit
B
soms
C
meestal
D
altijd

Slide 5 - Quizvraag

Ik ga met de fiets of te voet naar school
A
nooit
B
soms
C
meestal
D
altijd

Slide 6 - Quizvraag

Ik draag de kleren van mijn grote broer/ zus/ nicht/ neef... die hij of zij niet meer draagt.
A
nooit
B
soms
C
meestal
D
altijd

Slide 7 - Quizvraag

Tijdens het tandenpoetsen draai ik de kraan dicht.
A
nooit
B
soms
C
meestal
D
altijd

Slide 8 - Quizvraag

Tijdens het tandenpoetsen draai ik de kraan dicht.
A
nooit
B
soms
C
meestal
D
altijd

Slide 9 - Quizvraag

Ik sorteer mijn afval.
A
nooit
B
soms
C
meestal
D
altijd

Slide 10 - Quizvraag

Ik gooi mijn afval in de prullenbak en niet op straat.
A
nooit
B
soms
C
meestal
D
altijd

Slide 11 - Quizvraag

En... hoe milieuvriendelijk 
ben jij?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Milieuvervuiling
Met het milieu bedoelen we alle natuur. Dus de omgeving waarin mensen, planten en dieren leven.

Milieuvervuiling is dus de 
vervuiling van de natuur en 
alles wat daarin leeft, dit 
geldt dus ook voor ons!

Slide 14 - Tekstslide

Verschillende soorten milieuvervuiling
Milieuvervuiling is nogal een groot begrip. Daarom splitten we het op in drie soorten vervuiling.
1. Luchtvervuiling 
2. Watervervuiling 
3. Bodemvervuiling 

Slide 15 - Tekstslide

Luchtvervuiling
Luchtvervuiling is de vervuiling van alle lucht  tussen het aardoppervlak 
en het buitenste laagje lucht wat nog zuurstof bevat.

Oorzaken van luchtvervuiling:
  • De uitlaatgassen van auto's en vliegtuigen.
  • Vulkaanuitbarstingen.
  • De uitwerpselen en scheetjes van koeien en varkens.

Slide 16 - Tekstslide

2

Slide 17 - Video

00:13
Geef een ander woord voor dampkring
A
luchtvervuiling
B
atmosfeer
C
buitenaardse ruimte
D
aarde

Slide 18 - Quizvraag

00:26
Wat is GEEN oorzaak van luchtvervuiling?
A
Landbouw
B
Verkeer
C
Afval op de grond
D
Industrie

Slide 19 - Quizvraag

Watervervuiling
Watervervuiling ontstaat doordat sommige fabrieken hun vieze afvalwater dumpen in de natuur. Bijvoorbeeld in een rivier in de buurt. Het water onder de grond wordt hierdoor vervuild, dit water onder de grond noem je ook wel grondwater.
Ook krijg je watervervuiling van al die grote schepen op zee die soms olie of vracht verliezen tijdens het varen.

Slide 20 - Tekstslide

2

Slide 21 - Video

01:13
Vanwaar komt de naam 'plastic soep'?

Slide 22 - Open vraag

01:57
Wat kunnen wij doen om watervervuiling tegen te gaan?

Slide 23 - Open vraag

Bodemvervuiling
Bodemvervuiling ontstaat wanneer afval op de
afvalstort wordt gegooid en al die vuiligheid in de bodem trekt.

Slide 24 - Tekstslide

1

Slide 25 - Video

01:17
Oorzaken bodemvervuiling: geef 2 oorzaken.

Slide 26 - Open vraag

Als we het over het milieu hebben bedoelen we..........
A
Alle planten op aarde
B
De omgeving waarin mensen, dieren en planten leven
C
Alle mensen
D
Alle mensen en dieren

Slide 27 - Quizvraag

Er zijn drie soorten milieuvervuiling.
Welke hoort er niet bij?
A
Bodemvervuiling
B
Watervervuiling
C
Aardevervuiling
D
Luchtvervuiling

Slide 28 - Quizvraag

Waar zie je bodemvervuiling?
A
B
C
D

Slide 29 - Quizvraag

Wat is geen voorbeeld van luchtvervuiling?
A
De stank van een afvalplaats
B
Uitlaatgassen van auto's en vliegtuigen
C
Vulkaanuitbarstingen
D
Koeienuitwerpselen

Slide 30 - Quizvraag

Hoe zou je milieuvervuiling
kunnen verminderen?

Slide 31 - Woordweb