H4 4.5A + herhaling 4.4D

Leg je boek, schrift en etui op tafel + telefoon

Invoegen plattegrond op niveau

1 / 23

Slide 1: Tekstslide

WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Lesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Leg je boek, schrift en etui op tafel + telefoon

Invoegen plattegrond op niveau

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 4

Kwadraten en wortels

Slide 2 - Tekstslide

Bereken y voor x=32

y = - 3 \sqrt ​ 2 x ​ ​ ​

Slide 3 - Open vraag

7 \sqrt ​ 8 ​ ​ ​ - 5 \sqrt ​ 8 ​ ​ ​ =

Slide 4 - Open vraag

2 \sqrt ​ 11 ​ ​ ​ \cdot - 3 \sqrt ​ 7 ​ ​ ​ =

Slide 5 - Open vraag

(4 \sqrt ​ 3 ​ ​ ​)^{​ 2 ​ ​} =

Slide 6 - Open vraag

denk aan de berekening!

6 \sqrt ​ 2 ​ ​ ​ \cdot 2 \sqrt ​ 18 ​ ​ ​ =

Slide 7 - Open vraag

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​} \sqrt ​ 60 ​ ​ ​ =

Slide 8 - Open vraag

4.4D factor voor wortelteken

dus

hoe kunnen we dit nu uitrekenen?

(5 \sqrt ​ 2 ​ ​ ​)^{​ 2 ​ ​} = 25 \cdot 2 = 50

(\sqrt ​ 50 ​ ​ ​)^{​ 2 ​ ​} = 50

5 \sqrt ​ 2 ​ ​ ​ = \sqrt ​ 50 ​ ​ ​

\sqrt ​ 50 ​ ​ ​ = \sqrt ​ 25 \cdot 2 ​ ​ ​ = \sqrt ​ 25 ​ ​ ​ \cdot \sqrt ​ 2 ​ ​ ​ = 5 \cdot \sqrt ​ 2 ​ ​ ​

Slide 9 - Tekstslide

Moeten we dit ook kunnen?

Ja, is heel lastig, maar hoe beter je de kwadraten uit je hoofd kent hoe makkelijker het is om de wortel uit elkaar te trekken.

Probeer een zo'n groot mogelijke mooie kwadraat uit het getal onder de wortel te halen!!

\sqrt ​ 54 ​ ​ ​ = \sqrt ​ 9 \cdot 6 ​ ​ ​ = \sqrt ​ 9 ​ ​ ​ \cdot \sqrt ​ 6 ​ ​ ​ = 3 \sqrt ​ 6 ​ ​ ​

3 \sqrt ​ 20 ​ ​ ​ = 3 \cdot \sqrt ​ 4 ​ ​ ​ \cdot \sqrt ​ 5 ​ ​ ​ = 3 \cdot 2 \cdot \sqrt ​ 5 ​ ​ ​ = 6 \sqrt ​ 5 ​ ​ ​

Slide 10 - Tekstslide

Schrijf als decimaal getal.

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​}

Slide 11 - Open vraag

Schrijf als decimaal getal.

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 8 ​}

Slide 12 - Open vraag

Schrijf als decimaal getal.

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​}

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Video

4.5A Repeterende breuken

is een repeterende breuk. Want de decimalen herhalen zich steeds.

is ook en repeterende breuk. Want

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​} = 0, 5

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 8 ​} = 0, 125

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​} = 0, 33333 . . . . .

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​}

\frac{​ 2 2 ​ ​}{​ 2 7 ​}

\frac{​ 2 2 ​ ​}{​ 2 7 ​} = 0, 814814814 . . .

Slide 15 - Tekstslide

4.5A Repeterende breuken

Repterende breuken schrijf je op met de streep notatie.

Er staat eens treep boven het rijtje decimalen dat zich steeds herhaalt.

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​} = 0, 3

\frac{​ 2 2 ​ ​}{​ 2 7 ​} = 0, 814

____

Slide 16 - Tekstslide

Zelfstandig werken

Bekijk LessonUp 4.4A
Maak opgave 67 t/m 71
Kijk alles na en verbeter het!
Vragen??? --> Volgende les!

Slide 17 - Tekstslide

timer

3:00

Slide 18 - Tekstslide

7 \sqrt ​ 2 ​ ​ ​ - 3 \sqrt ​ 2 ​ ​ ​ =

Slide 19 - Open vraag

\sqrt ​ 72 ​ ​ ​ =

Slide 20 - Open vraag

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​} \sqrt ​ 63 ​ ​ ​ =

Slide 21 - Open vraag

Wat betekent?

0, 4127

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide

H4 4.5A + herhaling 4.4D

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Video

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide

Meer lessen zoals deze

H4 4.5A + herhaling 4.4D P

H4 4.5B

H4 herhaalles 1+2

H4 Leerdoel 12

H5.5 - Soorten getallen

Wortels en machten, 2F

wortels en machten

H4 4.4D + herhaling B+C P