Stijl van een schijver - p.80
Figuurlijk taalgebruik; beeldspraak: vergelijkingen, metaforen, personificaties (
zie havo2 woordenschat Hfdst. 1+2 BLZ. 24+56 )
Veel of weinig beschrijvingen
veel of weinig dialoog
humor: zelfspot, sarcasme, ironie
woordkeus: bijv. neologismen
Zinsbouw: eenvoudige of complexe zinnen