B&F, Begrijpend lezen, NB week 16 B
1 / 24
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Bemande ruimtevaart
Slide 3 - Woordweb
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Als je kijkt naar de kopjes en plaatje. Wat verwacht je te lezen?
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Gaan alle ruimtevluchten naar de maan?
A
Ja
B
Nee
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Waarom hebben de Verenigde Staten de 'space race' gewonnen?
Slide 12 - Open vraag
In regel 15 staat het signaalwoord 'echter'. Wat geeft dit signaalwoord aan?
Slide 13 - Open vraag
Waarom wordt er in regel 25 het signaalwoord 'maar' gebruikt?
A
Omdat er hier een reden wordt gegeven waarom China ook ruimtevluchten ging maken.
B
Omdat er hier een tegenstelling is tussen de ruimtevluchten van de VS en de Sovjet-Unie.
C
Omdat er hier een tegenstelling is tussen ruimtereizen naar de maan en ruimtereizen in de ruimte.
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Wat is de reden dat het internationaal ruimtestation ISS gebouwd kon worden?
A
Omdat Amerikanen en Russen al sinds 1975 samenwerkten.
B
Omdat het reizen naar de ruimte relatief eenvoudig werd door de komst van de spaceshuttle.
C
Omdat het steeds eenvoudiger werd om onderzoek te doen in de ruimte.
Slide 17 - Quizvraag
Waarom zullen niet veel mensen in de toekomst een ruimtereis kunnen maken?
Slide 18 - Open vraag
Slide 19 - Tekstslide
Waarom start de tijdlijn bij 1961 en niet bij 1957?
Slide 20 - Open vraag
In welk jaartal ging de Rus Joeri Gagarin als eerste mens de ruimte in?
A
1981
B
2011
C
1961
D
1972
Slide 21 - Quizvraag
Wat gebeurt er tussen 1969 en 1972?
A
De hond Laika gaat de ruimte in.
B
Joeri Gagarin zet zijn eerste stap op de maan?
C
Er zetten 10 astronauten voet op de maan.
D
De eerste spaceshuttle wordt gelanceerd.
Slide 22 - Quizvraag
Welke datum is de Internationale dag van de bemande ruimtevaart?
A
27 april
B
14 februari
C
12 april
D
29 februari
