HOOFDSTUK 1 - ONDERSTEUNEN VAN DE CLIENT

HOOFDSTUK 1 - ONDERSTEUNEN VAN DE CLIENT
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

HOOFDSTUK 1 - ONDERSTEUNEN VAN DE CLIENT

Slide 1 - Tekstslide

Periode 3

LICENTIE MODULE 5: 
Communiceren en ondersteunen in de maatschappelijke zorg


Slide 2 - Tekstslide

Paragraaf 1 en 2
  • Je kunt uitleggen wat het ondersteunen van de cliënt in de maatschappelijke zorg inhoudt.
  • Je kunt benoemen welke factoren van invloed zijn bij het begeleiden van de cliënt.

 

Slide 3 - Tekstslide

Begeleiden 
betekent: vergezellen, met raad en daad bijstaan, ondersteunen. 

Daarbij sta je als (persoonlijk) begeleider naast de cliënt en niet boven hem. Ook al ben jij de professional, het is niet aan jou om te bepalen wat goed is voor de cliënt. 

Slide 4 - Tekstslide

SLEEPOPDRACHT 7 LEEFGEBIEDEN
ZINGEVING
WONEN
FINANCIËN
SOCIALE 
RELATIES
LICHAMELIJKE 
GEZONDHEID

PSYCHISCHE GEZONDHEID
WERK EN ACTIVITEITEN
drijfveren * betekenis * dromen en verlangens
cultuur en waarden * spiritualiteit * motivatiestest
huisvesting * buurt of wijk * vervoer * huishoudelijke
dagelijkse levensverrichtingen (HDL*)
inkomen * uitgaven * bestedingspatroon * administratie
* verzekeringen * financiële zorg voor anderen
gezin * familie * relaties en vrienden * buurtgenoten
professionele contacten * sociale vaardigheden *social media
 

eten * drinken * sport * bewegen * zelfzorg * fysieke
conditie * ziekte * handicap
welbevinden * zelfzorg * autonomie * ziekte * handicap
werk (betaald of onbetaald) * dagactiviteiten * activiteiten
* opleiding en scholing * vrijetijdsbesteding

Slide 5 - Sleepvraag

Het kan  zijn dat de cliënt niet in staat is aan te geven wat zijn ondersteuningsvraag is door...

Slide 6 - Tekstslide

Wat zou je doen?
Ook al ben jij de professional, het is niet aan jou om te bepalen wat goed is voor de cliënt. Het gaat om zijn of haar behoefte.....
Is de behoefte van de cliënt altijd wat goed is voor de cliënt?
Bedenk bij de volgende situaties wat je uitdaging is. 
Beantwoord de volgende situatie in groepen van 2

Slide 7 - Tekstslide

Situatie JAN:
Je begeleidt een cliënt, Jan, die een verstandelijke beperking heeft en zelfstandig woont. Jan heeft een sterke behoefte aan onafhankelijkheid en wil graag zelf beslissingen nemen. Op een dag merk je dat Jan zijn medicatie niet heeft ingenomen, wat essentieel is voor zijn gezondheid. Wanneer je hem hierop aanspreekt, geeft hij aan dat hij zich beter voelt zonder de medicatie en daarom heeft besloten deze niet meer te nemen.


Slide 8 - Open vraag

Uitdaging situatie Jan:
Je weet dat het niet innemen van de medicatie op lange termijn schadelijk kan zijn voor Jan's gezondheid. Echter, je mag niet voor hem bepalen en moet zijn behoefte aan autonomie respecteren.

Slide 9 - Tekstslide

Situatie Peter:
Gezondheidskeuzes: Je begeleidt Peter, een oudere cliënt met diabetes, die graag zijn eigen maaltijden bereidt. Peter houdt van zoet eten en wil niet stoppen met het eten van suiker, ondanks de risico's voor zijn gezondheid.


Slide 10 - Open vraag

Uitdaging situatie Peter
Gezondheidskeuzes
De uitdaging hier is om Peter's recht op zelfbeschikking te respecteren, zelfs als zijn keuzes schadelijk kunnen zijn voor zijn gezondheid. Het is belangrijk om hem te informeren over de risico's en hem te ondersteunen bij het maken van gezondere keuzes, zonder zijn autonomie te ondermijnen. Dit vereist geduld en empathie, omdat je zijn gevoelens en wensen moet respecteren terwijl je zijn welzijn in gedachten houdt.

Slide 11 - Tekstslide

Situatie Maria:
Je begeleidt Maria, een cliënt met een lichte verstandelijke beperking, die graag zelfstandig haar financiën beheert. Ze heeft echter de neiging om impulsieve aankopen te doen, wat leidt tot financiële problemen. Maria wil graag een dure gadget kopen, maar je weet dat ze hierdoor haar huur niet kan betalen.


Slide 12 - Open vraag

Uitdaging situatie Maria
De uitdaging in deze situatie is om Maria's autonomie en wens om zelfstandig haar financiën te beheren te respecteren, terwijl je haar tegelijkertijd probeert te beschermen tegen financiële problemen. Het is moeilijk om de balans te vinden tussen het geven van advies en het niet overnemen van haar beslissingen. Je moet haar helpen de gevolgen van haar keuzes te begrijpen zonder haar het gevoel te geven dat je haar controleert.

Slide 13 - Tekstslide

Situatie LISA:
Sociale Interacties: Je begeleidt Lisa, een cliënt met autisme, die moeite heeft met sociale interacties. Ze wil graag naar een druk evenement gaan, maar je weet dat dit haar kan overweldigen en angstig kan maken.

Slide 14 - Open vraag

Uitdaging situatie Lisa
Uitdaging: De uitdaging in deze situatie is om Lisa's wens om nieuwe dingen te proberen en sociale interacties aan te gaan te ondersteunen, terwijl je haar tegelijkertijd helpt om met mogelijke stress en angst om te gaan. Het is moeilijk om haar te helpen zich voor te bereiden op het evenement zonder haar te ontmoedigen of haar angst te vergroten. Je moet een balans vinden tussen het bieden van ondersteuning en het respecteren van haar autonomie.
 

Slide 15 - Tekstslide

Les 1: opdrachten
Module 5 - hoofdstuk 1

Slide 16 - Tekstslide

Paragraaf 3

  • Je kunt uitleggen hoe je je begeleiding afstemt op de zelfredzaamheid, het zelfmanagement en de zelfregie van de cliënt.
  • Je kunt uitleggen wat ondersteunings- en begeleidingsmethodieken inhouden.

Slide 17 - Tekstslide

Voorbeelden van begeleidingsmethodieken zijn:
oplossingsgericht werken;
achtfasenmodel;
competentiegericht begeleiden;
triple-C;
reminiscentie;
presentiebenadering;
empowerment.

Slide 18 - Tekstslide

Quizlet
oefenen met quizlet de verschillende definities en begeleidingsmethodieken van Hoofdstuk 1

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link

Opdracht
Koppel de begeleidingsmethodieken aan de korte casus. 

Slide 21 - Tekstslide

Op welke manier kun je de zelfredzaamheid en mate van zelfmanagement van de cliënt in kaart brengen?

Slide 22 - Open vraag

Vanuit een intrinsieke motivatie zul je meer bereiken met de cliënt dan wanneer je extrinsiek gemotiveerd bent.'

Wat wordt er bedoeld met deze uitspraak?

Slide 23 - Open vraag

Opdrachten
Module 5 - hoofdstuk 1

Slide 24 - Tekstslide

Paragraaf 4
  • Je kunt uitleggen hoe je ondersteunings- en begeleidingsmethodieken kunt inzetten bij de begeleiding van cliënten

Slide 25 - Tekstslide

Van begeleidingsmethodiek tot missie
Het komt ook voor dat ondersteunings- en begeleidingsmethodieken uitgroeien tot de missie of kernwaarde van een zorgorganisatie. 

De organisatie neemt dan de principes van de methodiek als uitgangspunt voor het totale aanbod aan hulpverlening. 

Slide 26 - Tekstslide

Persoonsgerichte begeleiding
Bij de persoonsgerichte begeleiding is de begeleiding afgestemd op de persoonlijke behoeften, wensen en voorkeuren van de cliënt. Je benadert de cliënt als mens en niet als iemand met een ziekte, aandoening of een beperking.

Slide 27 - Tekstslide

Belevingsgerichte begeleiding
Bij de belevingsgerichte begeleiding sluit je aan bij de belevingswereld en gevoelens van de cliënt. Het doel is dat je het welbevinden van de cliënt verbetert of op hetzelfde niveau houdt. Als (persoonlijk) begeleider ga je uit van de mogelijkheden en van wat de cliënt kan. 

Slide 28 - Tekstslide

Belevingsgerichte begeleiding
Bij de belevingsgerichte begeleiding sluit je aan bij de belevingswereld en gevoelens van de cliënt. Het doel is dat je het welbevinden van de cliënt verbetert of op hetzelfde niveau houdt. Als (persoonlijk) begeleider ga je uit van de mogelijkheden en van wat de cliënt kan. 

Slide 29 - Tekstslide

Bewegingsgerichte begeleiding
Bij de bewegingsgerichte begeleiding ga je de beweegmogelijkheden van de cliënt benutten. Dit doe je door samen met de cliënt bewust te gaan bewegen, bijvoorbeeld door tijdens een gesprek een wandeling te maken in plaats van aan tafel te zitten.

Slide 30 - Tekstslide

Paragraaf 5
  • Je kunt uitleggen hoe je de begeleiding afstemt op de individuele cliënt

In de beroepspraktijk krijg je te maken met culturele verschillen. Als (persoonlijk) begeleider houd je hier in de begeleiding van de cliënt rekening mee.

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Humor - wanneer wel en wanneer niet?
Tast het gevoel voor humor van de cliënt af

Pas op dat andere cliënten geen last hebben van jouw humoristische interventie. Zorg ervoor dat de cliënt weet dat hij ook met serieuze zaken bij jou terecht kan.
Pas je humor aan het cognitieve vermogen van de cliënt aan. 

Wees voorzichtig met humor bij cliënten met een psychiatrisch ziektebeeld. Hoe grappig de overtuigingen van iemand met een psychose ook kunnen zijn, voor de cliënt is het op dat moment de realiteit.

Let op je timing; maak geen grappen tegen iemand die net slecht nieuws gekregen heeft. Maak geen verkeerde grappen, dus geen racistische of seksistische grappen.

Slide 33 - Tekstslide

Twee cliënten dezelfde problematiek ander verhaal.

Twee cliënten zijn tegelijkertijd opgenomen in een verslavingskliniek. Ze hebben een afkickperiode achter de rug en zijn nu drie maanden clean. Beide cliënten gaan anders om met hun problematiek. De ene cliënt heeft een (persoonlijk) begeleider nodig die hem ondersteunt in zijn herstel. De andere cliënt heeft juist een persoonlijk begeleider nodig die haar aanspreekt op haar gedrag.
Welke begeleiding bij de cliënt past, is afhankelijk van zijn:

Slide 34 - Open vraag

Slide 35 - Tekstslide

Opdrachten
Module 5 - Licentie hoofdstuk 1

Slide 36 - Tekstslide