4.1 Oefentoets criminaliteit 2425

Maatschappijkunde
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Maatschappijkunde

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
  • Actualiteitentoets 
  • Kijken: Nos op 3 Het heetste jaar ooit
  • Doen: Oefentoets Criminaliteit

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is klimaatverandering een maatschappelijk probleem?
Leg uit en gebruik de VIER kenmerken van een maatschappelijk probleem in je antwoord

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


In het Wetboek van Strafrecht staan overtredingen en misdrijven.
 
> Noem een overeenkomst én een verschil tussen een overtreding en een misdrijf.

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Het dealen van harddrugs) 
Het Wetboek van Strafrecht
De Wet wapens en munitie 
De Opiumwet
De Wegenverkeerswet
Joyriding
Rijden onder invloed en doorrijden na een ongeval
witwassen, belastingontduiking, diefstal) 
Het exploiteren van een hennepkwekerij
Geweldsmisdrijven en fraude

Slide 6 - Sleepvraag

Koppel het voorbeeld aan de juiste functie van de verzorgingsstaat.
Een rechtsstaat is een land waar:

A
de rechters de belangrijkste beslissingen nemen.
B
de rechten van verdachten en gevangenen in wetten geregeld zijn.
C
de rechters de rechten van gevangenen en verdachten bepalen.
D
de politie zich niet aan de wet hoeft te houden.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In een rechtstaat staan alle rechten en plichten van het land in de grondwet
Juist
Onjuist
In een rechtstaat heb je alleen plichten.
In een rechtstaat is er geen trias politicia
In een rechtstaat is iedereen gelijk
In een rechtstaat is er rechtsbescherming. De wet beschermt de burgers tegen de overheid
In  een rechtstaat wordt alleen de overheid beschermd.

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Bekijk de afbeelding hiernaast. Neem de onderstaande zin over en maak de zin juist af.

-Afbeelding 1 gaat over de MATERIELE / NIET- MATERIELE gevolgen van criminaliteit, want: ……….

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

          Plaatsgebonden of tijdgebonden
Plaatsgebonden
Tijdgebonden
Wapenbezit in Amerika
Kauwgom in Taiwan
Euthanasie 
Homohuwelijken in Nederland
Vuurwerkverbod in Nederland
Verkoop alcohol voorheen 16
abortus mag niet in Amerika

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Criminaliteit is tijdgebonden. Noem bij onderwerpen hieronder telkens een nieuwe rechtsregel van de laatste vijftien jaar.
 -Computers en internet: ...
 -Verkeer: ...

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de voorbeelden naar de juiste begrippen
Misdrijf
Overtreding
Wildplassen
Door rood rijden
Moord
Mishandeling
burenoverlast
openbare dronkenschap
Heling (gestolen fiets kopen)
inbraak
Verkrachting
Diefstal

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Individuele oorzaken criminaliteit
Maatschappelijke oorzaken criminaliteit
stoer doen
verslaving
Kleine pakkans
Geldgebrek
Minder sociale controle

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aangeleerd-gedragtheorie
Bindingstheorie
Anomietheorie
Rationele-keuzetheorie
Eva groeide op in een wijk met veel criminaliteit en heeft dat gedrag overgenomen.
Iemand die  door discriminatie geen baan kan vinden zal eerder de criminaliteit in gaan.
Nadat Henk ging scheiden, raakte hij op het verkeerde pad.
Drugshandel verdient makkelijk en de kans om gepakt te worden is klein.

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Zijn de uitspraken juist of onjuist?
 
1) Halt is bedoeld voor jongeren die van een overtreding worden verdacht.
2) Je komt bij Halt terecht als de officier van justitie je zaak heeft geseponeerd.

A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
1 en 2 zijn juist
D
1 en 2 zijn onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat betekent jurisprudentie? 
A
Iedereen is gelijk
B
Een jurist bepaalt je straf
C
Het geheel aan rechtelijke uitspraken. deze vormen de interpretatie van de wetgeving en zijn richtinggevend voor latere uitspraken.
D
Het geheel van politieke uitspraken door Tweede Kamer leden

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat is het nadeel van politiestatistieken?
A
Aangiftebereidheid, Sommige delicten zijn nog niet ontdekt, selectieve opsporing
B
Ze laten vooral misdrijven zien die niet zichtbaar zijn voor de politie.
C
Ze geven een volledig beeld van alle vormen van criminaliteit.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Trias Politica 
Wetgevende macht 
Uitvoerende macht 
Rechtelijke macht 

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat betekent legaliteitsbeginsel? 
A
Het handelen van de burgers moet gebaseerd zijn op een wet
B
Het handelen van mensen moet betrouwbaar zijn
C
Het handelen van een overheid altijd gebaseerd moet zijn op een wet.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De oorzaak van crimineel gedrag is volgens de etiketteringstheorie dat iemand:
A
als kind al moeite heeft om zich te beheersen.
B
door z’n omgeving als crimineel wordt beschouwd.
C
maar weinig relaties met familie en vrienden heeft.
D
nauwkeurig kan inschatten wat de pakkans is.

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat is het dillema tussen rechtshandhaving en rechtsbescherming ?
A
De taak van de burgers is in strijd met rechtsgelijkheid
B
Mensen houden zich niet aan de regels en dat is een dilemma
C
De taak van de overheid om de rechtsorde te handhaven kan op gespannen voet staan met het waarborgen van de vrijheden van burgers.

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als de officier van justitie besluit te seponeren, betekent dit niet automatisch dat de verdachte onschuldig is. Leg dit uit.

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aangeleerd gedragtheorie
Neutraliserings-
theorie GT
Etikettentheorie
Anomietheorie GT
Rationele-keuze
theorie
Jongeren schakelen hun schuldgevoel uit als ze in groepen strafbare feiten plegen
Het plegen van een misdrijf is een weloverwogen keuze. Er wordt afweging gemaakt van kosten en baten.
Als iemand het label 'crimineel' krijgt kan de persoon zich hier naar gaan gedragen
Crimineel gedrag wordt aangeleerd in contact met mensen uit de eigen omgeving
Criminaliteit is het gevolg van de botsing tussen het willen behalen, maar niet kunnen behalen van de door de samenleving gestelde doelen.

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Omschrijf een situatie waarin een verdachte een schikking van de officier van justitie zal weigeren.

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


De 30-jarige Bert is een echte ‘draaideurcrimineel’. Na de zoveelste winkeldiefstal komt hij bij de officier van justitie en die zegt: “Bert, ik heb het proces-verbaal goed doorgelezen en mijn besluit staat vast: ik ga je zaak vervolgen.”
>Dit betekent dat Bert:....

A
de officier een boete moet betalen.
B
naar huis mag.
C
naar de rechtbank moet.
D
naar Halt gestuurd wordt.

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Hieronder staan drie zinnen. Noteer of de zin juist of onjuist is 
Doe het zo: 4=juist
1) De wetten in Nederland worden gemaakt door de rechters.
2) In Nederland kun je nooit de doodstraf krijgen.
3) Rechters in Nederland zijn onafhankelijk en onpartijdig.

        --> Welke zin is fout? Geef ook een uitleg bij je antwoord.

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Kijk naar de afbeelding van een rechtzaak.
Bij sommige personen staat een letter. Welk begrip hoor daarbij?

Kies uit: 
ADVOCAAT – GETUIGE – OFFICIER VAN JUSTITIE – RECHTER – VERDACHTE.

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Hieronder staat een uitspraak van een rechter.
Gaat het bij deze uitspraak om een 
hoofdstraf, bijkomende straf of maatregel?
De uitspraak: Twee jaar tbs met dwangverpleging. 
A
hoofdstraf
B
bijkomende straf
C
maatregel
D
geen van allen

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de juiste soort 'wat' en 'wie' naar de juiste stap
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Cassatie
Hoger Beroep
Rechtszaak
Wie: Rechtbank
Wie: Hoge Raad
Wie: Gerechtshof

Slide 29 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rechtbank
Hoge Raad
Gerechtshof
Hoogste rechtsorgaan
Hoger beroep tegen vonnis rechtbank
Toetst vonnissen van lagere rechters
Politierechter
Kantonrechter

Slide 30 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Hieronder staat een uitspraak van een rechter.
> Gaat het bij deze uitspraak om een hoofdstraf, bijkomende straf of maatregel?
                             De uitspraak: Een boete van 750 euro.
A
hoofdstraf
B
bijkomende straf
C
maatregel

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Hieronder staat een uitspraak van een rechters. Gaat het bij deze uitspraak om een hoofdstraf, bijkomende straf of maatregel?   
Ontzegging van de rijbevoegdheid gedurende 6 maanden.
A
hoofdstraf
B
bijkomende straf
C
maatregel

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Een rechter kan in plaats van gevangenisstraf iemand ook veroordelen tot tbs.
  • Welk misdrijf komt het meest in aanmerking voor een tbs-veroordeling?
A
Een directeur van een bedrijf heeft de belasting voor miljoenen euro’s opgelicht.
B
De politie treft er voor 18 miljoen euro aan xtc-pillen aan bij iemand thuis.
C
Iemand heeft een overval gepleegd en heeft daar spijt van.
D
Een zoon doodt zijn beide ouders.

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zet de gebeurtenissen uit de bron hiernaast in de juiste volgorde.
Schrijf alleen de letters op.

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Lees de bron.
De man kreeg twee straffen.
  • Welke twee straffen kreeg de man?

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Een van de doelen van straf is resocialisatie. Dat betekent dat iemand de kans krijgt zijn gedrag te verbeteren. 
  • Noem een hoofdstraf waarbij de nadruk wordt gelegd op resocialisatie.

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Zijn de uitspraken juist of onjuist?
  1. Voetbalhooligans komen meteen na de wedstrijd voor de rechter. Dat is lik-op-stukbeleid
  2. Zorgen dat iedereen een baan heeft, is een voorbeeld van een repressieve maatregel.

A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
1 en 2 zijn juist
D
1 en 2 zijn onjuist

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Leg uit waarom de zin hieronder niet klopt. Verwerk het begrip ‘trias politica’ in je antwoord.

“De minister van Justitie was het niet eens met de rechter.  De minister verhoogde de straf van zes naar acht jaar gevangenisstraf.”

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Spreekrecht
Rechten van slachtoffers
Rechten van verdachten
Recht op schadevergoeding
Recht te weten waar je van verdacht wordt
Recht op slachtofferhulp
Advocaat
Zwijgrecht
Recht op een eerlijk proces
Recht op rechtsbijstand en een tolk
Recht  om in hoger beroep te gaan.

Slide 39 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de afbeelding hiernaast.

Welk begrip past het beste bij de afbeelding?

A
Repressie
B
Preventie
C
Sociale controle
D
Vervolgen

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Reageer op de volgende stelling:       
Voel jij je veiliger door cameratoezicht?”
  • Gebruik tenminste twee argumenten bij je antwoord.

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je een oproep om naar de rechtbank te komen?

A
Een proces-verbaal.
B
Een dagvaarding.
C
Een schikking.
D
Seponeren.

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In achterstandswijken komt meer criminaliteit voor dan in nette buurten. Klopt dit met de theorie van Sutherland? Leg je antwoord uit.

Slide 43 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de taak van de Hoge Raad
A
Uitleg van de interpretatie van wetten
B
Zaken in cassatie behandelen
C
Ontwikkeling van recht en rechtsbescherming
D
Zorgen voor rechtseenheid

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Preventie
Repressie
Voorkomen van criminaliteit
Veelvoorkomende criminaliteit
Strafrechtelijk optreden
Zware misdaad
Straatverlichting plaatsen
Sociale controle vergroten
Werkgelegenheid verbeteren
Voorlichting
Versterking justitie en politie
Meer bevoegdheden politie en justitie
Strenger straffen

Slide 45 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Repressie
Preventie
Rechte politieke partijen 
Linkse politieke partijen
Criminelen hard aanpakken
Criminaliteit voorkomen
GroenLinks
VVD en PVV

Slide 46 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Politieke partijen denken verschillend over de aanpak van criminaliteit.
Wie zijn volgens jou tegenstander van taak- en werkstraffen en zien liever dat wetsovertreders zwaar gestraft worden: linkse partijen of rechtse partijen? Leg je keuze uit.

Slide 47 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies