Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Les 6: Werkwoorden ''gustar, parecer & interesar''
1 / 38
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
38 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
We starten in 5 minuten met de les.
Slide 2 - Tekstslide
¿Qué vamos a hacer hoy?
A. Opstarten:
les en absentie
B.
Doornemen:
gustar, interesar en parecer
C. Oefenen:
gustar, interesar en parecer
D. Aflsuiting
Después de la clase...
Kan de werkwoorden gustar, interesar en parecer identificeren.
Los deberes para la próxima clase:
Leren:
Bron 1.1, 1.2 & 1.3 pagina 44 & 45
Maken:
Lesprogramma
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
¿Cómo estás hoy?
Hoe gaat het vandaag?
Slide 5 - Poll
gustar, interesar en parecer
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Wat betekent het werkwoord ''gustar''?
Slide 8 - Open vraag
Het werkwoord gustar/El verbo gustar
Le
gusta
la falda.
zelfst.nw in enkelvoud
hele werkwoord
zelfst.nw in meervoud
Meerdere zelfst nw
Le gustan
la falda y la camiseta.
Slide 9 - Tekstslide
Wanneer moet je "gusta" gebruiken en wanneer "gustan"?
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Video
¡A practicar!
Maken: Opdracht 8 en 9 a pagina 13
Slide 12 - Tekstslide
Me gusta o me gustan"?
Slide 13 - Open vraag
Me gusta o me gustan"?
Slide 14 - Open vraag
Me gusta o me gustan"?
Slide 15 - Open vraag
Me gusta o me gustan"?
Slide 16 - Open vraag
Me gusta o me gustan"?
Slide 17 - Open vraag
Slide 18 - Tekstslide
Vul het juiste vorm van het werkwoord gustar:
gusta of gustan.
Me______________ el libro de francés.
Me ______________ el té verde.
A los niños no les______________ tus pasteles.
Me______________ la música romántica.
Me______________ las películas de aventura.
A los niños les______________ los dulces.
¿A ti te______________ los libros?
A nosotros nos______________ los viajes largos.
A ellos les______________ montar en bici.
A ellos les______________ dormir mucho.
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Wat betekent het werkwoord ''interesar''?
Slide 21 - Open vraag
WERKWOORDEN: GUSTAR, PARECER EN INTERESAR
Interesar
: Me interesa (interesse hebben in...)
Gebruik je om te vertellen wat je interesant vindt
Parecer
: Me parece (het lijkt me...)
Gebruik je om je mening te geven over iets
Slide 22 - Tekstslide
Let op voor meervoud / enkelvoud:
ENKELVOUD
MEERVOUD
me gusta el documentario
me gusta
n
los documentario
s
me interesa el libro
me interesa
n
los libro
s
me parece interesante
me parece
n
interesante
s
Slide 23 - Tekstslide
GUSTAR/INTERESAR/PARECER
GUSTAR
INTERESAR
PARECER
A mí
me
gusta(n)
interesa(n)
parece(n)
A tí
te
gusta(n)
interesa(n)
parece(n)
A él/ella
le
gusta(n)
interesa(n)
parece(n)
A nosotros
nos
gusta(n)
interesa(n)
parece(n)
A vosotros
os
gusta(n)
interesa(n)
parece(n)
A ellos
les
gusta(n)
interesa(n)
parece(n)
Slide 24 - Tekstslide
GUSTAR, INTERESAR, PARECER
Alle 3 de werkwoorden kan je gebruiken in combinatie met
PORQUE
(omdat) erachter.
Interesar en parecer kan je combineren met een
bijvoeglijk naamwoord
en
porque
(om uit te leggen waarom je wat vindt/lijkt)
Me gusta/me interesa kan ook met een werkwoord gecombineerd worden en daarna met porque me parece
Slide 25 - Tekstslide
Voorbeelden:
VB 1: Me gusta el futbol / me interesa el fútbol porque es divertido.
Me parece divertido porque juego (ik speel) con mis amigos.
VB 2: Me parece divertido porque siempre la paso bien.
VB 3: Me gusta ver documentarios porque me parecen interesantes.
Slide 26 - Tekstslide
Gustar/Parecer/Interesar
Slide 27 - Tekstslide
- ¿Qué
te
gusta
hacer? ->
A mí me
gusta
hablar francés.
-
A mí me
gustan
los partidos de fútbol.
- ¿Qué
te
interesa
hacer?->
A mí me
interesa
leer manga.
-
A mí me
interesan
los museos de arte.
Ejemplos
Slide 28 - Tekstslide
¿Qué
te
parece
la chica nueva?
->
A mí me
parece
bien.
->
A mí
parece
simpática.
A mí
, la chica nueva
me
parece
simpática.
A él
, la clase de biología
le
parece
interesante.
Ejemplos
Slide 29 - Tekstslide
Gustar: Leuk/lekker vinden
GUSTAR
Zelfstandig naamwoord
A mí + me
Leuk vinden, lekker vinden, van iets/iemand houden
Werkwoord
Slide 30 - Tekstslide
¿Qué te gusta hacer?
Slide 31 - Open vraag
Interesar: Interessant vinden
INTERESAR
Zelfstandig naamwoord
A mí + me
Interessant vinden
Werkwoord
Slide 32 - Tekstslide
¿Qué peliculas te interesan?
Slide 33 - Open vraag
Parecer: Op (persoon) lijken
PARECER
Bijvoeglijke naamwoord
A mí + me
opinie geven, lijken
bijwoord
Slide 34 - Tekstslide
¿Qué te gusta hacer?
Slide 35 - Open vraag
IK WEET WAT DE WERKWOORDEN:
GUSTAR, INTERESAR, PARECER BETEKENEN!
IK WEET NIET
JA
NEE
NIET ALLEMAAL
Slide 36 - Poll
IK KAN DE WERKWOORDEN:
GUSTAR, INTERESAR, PARECER GEBRUIKEN!
IK WEET NIET
JA
NEE
NIET ALLEMAAL
Slide 37 - Poll
Slide 38 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
gustar parecer interesar
Oktober 2022
- Les met
28 slides
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Les 8: Werkwoorden ''gustar, parecer & interesar''
Oktober 2023
- Les met
26 slides
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
SP_PA3_P1_Gustar/Parecer/Interesar 23-24
Augustus 2023
- Les met
21 slides
Spaans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3
SP_PA3_PTO4_CI GUSTAR PARECER INTERESAR +Indefinido
Augustus 2022
- Les met
16 slides
Spaans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3
SP_PA3_PTO1_Herhaling
Oktober 2022
- Les met
16 slides
Spaans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3
SP_PA2_PTO4_GUSTAR/PARECER/INTERESAR
Mei 2022
- Les met
19 slides
Spaans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
SP A comer 23 24 gustar/preferir/interesar/parecer
Februari 2024
- Les met
15 slides
Spaans
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
SP_PA 3_P1_Gustar/Parecer/Interesar
Augustus 2022
- Les met
30 slides
Spaans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3