Meewerkend en lijdend voorwerp

Welkom :) Wat gaan we doen?
  • Lezen
  • Huiswerk controle
  • Nakijken
  • Instructie
  • Aan de slag
  • Evaluatie
timer
10:00
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom :) Wat gaan we doen?
  • Lezen
  • Huiswerk controle
  • Nakijken
  • Instructie
  • Aan de slag
  • Evaluatie
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Ik weet wat een lijdend voorwerp is
  • Ik weet wat een meewerkend voorwerp is


Slide 2 - Tekstslide

Leg je schrift open met het gemaakte huiswerk

Slide 3 - Tekstslide

Klassikaal nakijken

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Instructie: Meewerkend voorwerp

Een meewerkend voorwerp is een zinsdeel in een zin dat aangeeft voor wie of aan wie iets gebeurt. Het geeft aan wie er voordeel of nadeel heeft van de handeling in de zin.
Hoe herken je het meewerkend voorwerp?
  • Zoek eerst het werkwoord (de actie in de zin).
  • Vraag dan: "Aan wie?" of "Voor wie?" gebeurt deze actie? 
  • Het antwoord daarop is het meewerkend voorwerp.

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeelden:
Ik geef hem een cadeau
Werkwoord: geef
Vraag: Aan wie geef ik het cadeau?
Antwoord: hem is het meewerkend voorwerp




Vraag: Voor wie bakt Lisa een taart?
Antwoord: voor haar vriendin is het meewerkend voorwerp.

Slide 9 - Tekstslide

We schrijven een brief aan oma.

Werkwoord: schrijven
Vraag: Aan wie schrijven we een brief?
Antwoord: 

Slide 10 - Tekstslide

Lisa bakt een taart voor haar vriendin.

Werkwoord: 
Vraag: 
Antwoord: 

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag
Huiswerk voor dinsdag 26 nov.
Bladzijde 209 : Opdracht 2 t/m 5

Klaar? Numoooooooo 
timer
1:00

Slide 12 - Tekstslide

Evaluatie
>Wat ging goed en wat kon beter?

Slide 13 - Tekstslide