H2 verkoopgesprek paragraaf 1 tm 4 klas 3

Hoofdstuk 2 verkoopgesprek
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2 verkoopgesprek

Slide 1 - Tekstslide

Deze periode ga je..
  • leren hoe je een goed verkoopgesprek voert
  • Een geschenkmand inpakken
  • Een artikel afrekenen
  • Oefenen in de praktijk met verkoopgesprekken
  • beroepshouding leren 

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdstuk 1
Verkoopvaardigheden

Slide 3 - Tekstslide

Waar denk je aan bij
Verkoopvaardigheden

Slide 4 - Woordweb

Doelen:
  • Ik kan uitleggen hoe je goed moet luisteren naar klanten 
  • Ik weet welke soorten vragen er zijn 
  • Ik kan voorbeelden geven van alle soorten vragen
  • Ik weet hoe ik op boze klanten moet reageren
  • Ik weet de betekenis van LSD en ANNA

Slide 5 - Tekstslide

Waarom is het belangrijk dat je luistert naar klanten?

Slide 6 - Open vraag

Actief luisteren
• Zorg dat de ander merkt dat je luistert.
• Gebruik lichaamshouding en oogcontact:
o Ga rechtop staan of zitten.
o Buig iets voorover.
o Kijk de ander aan en blijf aankijken.


Slide 7 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van actief luisteren

Slide 8 - Open vraag

Actief luisteren
• Laat merken dat je de ander hoort:
o Knikkend of hummend reageren.
o Papegaaien (belangrijke woorden herhalen).
• Reageer door vragen te stellen.

Slide 9 - Tekstslide

Soorten vragen
Gesloten vragen: Kan je ja of nee op antwoorden
Open vragen: Beginnen met 'wie', 'wat', 'waar', 'wanneer', 'hoe’
Controle vragen: Controleren of je de ander goed begrepen hebt

*Doorvragen: Je wilt meer informatie krijgen

Slide 10 - Tekstslide

Communicatie 
Verbale communicatie:                 Communiceren waarbij je woorden gebruikt.
Non-verbale communicatie:       Communiceren zonder woorden, maar door                                                                       lichaamstaal. 

Slide 11 - Tekstslide

non-verbale communicatie vind met woorden plaats?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Aan welke manier van communicatie kun je zien hoe het met iemand gaat?
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie

Slide 13 - Quizvraag

Facebook, whatsapp of email noemen we...
A
Verbale communicatie
B
Digitale communicatie
C
Non-verbale communicatie
D
Miscommunictie

Slide 14 - Quizvraag

Zwaaien is een vorm van .......
A
Non-verbale communicatie
B
Fit zijn
C
Verbale communicatie
D
Geen één van de bovenstaande antwoorden

Slide 15 - Quizvraag

Koopmotief en koopwens
Je koopt meestal niet zomaar een artikel. Je denkt er vaak goed over na en je wilt meer weten over de ervaringen van andere mensen met het artikel.
De reden om iets te kopen noemen we het koopmotief.

Als je het verkoopgesprek goed voert krijgt de klant de koopwens, hij wil dan iets kopen 

Slide 16 - Tekstslide

Koopgedrag
Rationeel koopgedrag: Dan kopen ze iets waar ze goed over nagedacht hebben. 
Emotioneel koopgedrag: Dan kopen ze iets op gevoel. Bijvoorbeeld omdat het doet denken aan oma en opa, want die hadden ook zo’n apparaat of omdat je er bij wilt horen of iets mooi vind
 

Slide 17 - Tekstslide

Hoe noem je de reden waarom iemand iets koopt?
A
Koopmotief
B
Koopgedrag
C
Bestedingspatroon
D
Koopkracht

Slide 18 - Quizvraag

Ik koop een roze bidon, die doet mij denken aan mijn zus.

De bovenstaande zin hoort bij:
A
emotioneel koopgedrag
B
rationeel koopgedrag

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het doel van Reclame?
A
Je failliet maken
B
Je koopgedrag beïnvloeden
C
Het onder de aandacht brengen van een nieuw product
D
Je informatie geven over nieuwe wetten

Slide 20 - Quizvraag

Hoe moet je reageren wanneer
je een boze klant hebt?

Slide 21 - Woordweb

Reageren bij boze klant
• Blijf kalm en professioneel bij boze of ontevreden klanten.
• Gebruik een rustige en duidelijke stem.
• Geef kalmerende non-verbale signalen:
o Knikken.
o Open lichaamshouding (vermijd gekruiste armen of fronsen).

Slide 22 - Tekstslide

LSD staat voor
A
Lopen, slapen, dromen
B
Luisteren, Samen kletsen, Doorvragen
C
Luisteren, samenvatten, doorvragen
D
Luieren, samenvatten, doordenken

Slide 23 - Quizvraag

LSD-techniek en ANNA
• L: Luisteren - Pas actief luisteren toe.
• S: Samenvatten - Vat samen in eigen woorden.
• D: Doorvragen - Meer te weten komen
• ANNA: Altijd Navragen Nooit Aannemen.


Slide 24 - Tekstslide

Maken
Opgaven paragraaf 2.1 tm 2.4 online

Klaar? 
Oefenen met verkoopgesprek!

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Check, check
Wat is actief luisteren?
Geef een voorbeeld van een vraag
Hoe reageer je netjes op klanten?
Wat is de ANNA en LSD techniek?

Slide 27 - Tekstslide

Geef antwoord op de vorige vragen

Slide 28 - Open vraag