5 vwo - Antigone [theaterbezoek fatl, grtl, latl]

Inleiding Antigone V5
Bienvenue!
Salvete
Ἀσπάζομαι
02-12-2024
19:30, 20:00 - 21:30
Nationaal Theater

Adres: Korte Voorhout 3
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Inleiding Antigone V5
Bienvenue!
Salvete
Ἀσπάζομαι
02-12-2024
19:30, 20:00 - 21:30
Nationaal Theater

Adres: Korte Voorhout 3

Slide 1 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


      Leerdoelen
  1. Ik kan vertellen waar het theaterstuk
    « Antigone » in grote lijnen over gaat. 
  2. Ik kan « Antigone » situeren in de Franse historische context.
  3. Ik kan verbanden leggen tussen de Franse versie en de originele Griekse versie van het verhaal.

Slide 2 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
Antigone

Slide 3 - Woordweb

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen. 
Antigone (Sophocles)
  • Geschreven door Sophocles.
  • Geïnspireerd op de oude Griekse antieke mythecyclus rond Thebe. Het verhaal was toen dus ook al 'antiek'.
  • Geschreven in de 5e eeuw v. Chr. in Athene.
  • Geschreven in een tijd dat Athene vele oorlogen voerde, tegen o.a. de Spartanen en de Perzen. 
  • De context beïnvloedt het stuk sterk: het wordt vaak geïnterpreteerd als een stuk over morele dilemma's en goddelijke wetten.
  • Bijzonder dat er in die tijd een vrouw als hoofdpersoon wordt gekozen. 
  • Wat is het eindoordeel? Doet Antigone het goede? Eeuwenlange discussie, blijft onduidelijk wat Sophocles vond.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stamboom van het huis van Thebe

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stamboom van het huis van Thebe

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antigone en het lijk van Polyneikos

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antigone (Anouilh)
  • Geschreven (herschreven) door Jean Anouilh.
  • Geïnspireerd op de Griekse antieke mythe.
  • Herschrijving van ''Antigone'' van Sophocles (5e eeuw v. Chr.)
  • Geschreven in het door nazi's bezette Frankrijk tijdens de Tweede Wereldoorlog.
  • De moderne context beïnvloedt het stuk sterk: het wordt vaak geïnterpreteerd als een stuk over morele dilemma's.
  • Anouilh speelt met existentialistische ideeën en benadrukt de absurditeit in die tijd.
  • Het conflict in het Franse stuk is meer existentialistische kwestie: het gaat niet om goddelijke wetten, maar om persoonlijke keuzes en het naleven van je eigen overtuigingen.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jean Anouilh
1910-1987
  • 1 van de belangrijkste en bekendste Franse toneelschrijvers uit de 20e eeuw;
  • Vaak diep, filosofische toneelstukken;
  • Genre: van komedie tot ernstige, existentiële drama;
  • Zijn thema's draaien vaak om morele keuzes, persoonlijke integriteit en de complexiteit van (menselijke) relaties;
Hoe zien we zijn thema's concreet terug in het stuk Antigone?
Waarom zou Jean Anouilh verhalen uit de Griekse mythologie gebruiken om zijn boodschap over te brengen? Waarom Antigone?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antigone de Jean Anouilh









Zijn vermogen om oude verhalen zoals Antigone te moderniseren en toegankelijk te maken voor een breed publiek maakt hem een uniek en invloedrijk figuur in de Franse theatergeschiedenis.
1910-1987
  • Antigone (1944): Een van zijn bekendste werken, geïnspireerd door de Griekse tragedie van Sophocles, met een existentialistische draai.
  • Le Voyageur sans bagage (1937): Het verhaal van een man zonder geheugen die zijn identiteit probeert te herontdekken.
  • L'Alouette (De leeuwerik, 1953): Over het leven van Jeanne d'Arc, waarin Anouilh kwesties van geloof en verantwoordelijkheid onderzoekt.
  • Becket ou l'honneur de Dieu (Becket of de eer van God, 1959): Een historisch drama over de vriendschap en het conflict tussen Thomas Becket en koning Hendrik II.
Belangrijkste werken:

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antigone de Jean Anouilh
1910-1987
  • Existentialisme:
Hoewel Anouilh geen uitgesproken existentialist was, echoot zijn werk vaak de ideeën van Sartre en Camus, vooral in stukken als Antigone, waarin personages worstelen met morele vrijheid en verantwoordelijkheid.

  • Abstract:
Zijn toneelstukken spelen zich vaak af in een abstracte, tijdloze setting, waardoor ze universeel aanvoelen en gemakkelijk op verschillende tijdsperken toepasbaar zijn.

  • Moraliteit en keuzes:
Anouilh’s personages staan vaak voor moeilijke beslissingen. Hij onderzoekt wat het betekent om trouw te blijven aan jezelf in een corrupte wereld.
Voor welke moeilijke keuze staat Antigone in het stuk? Waar kiest ze voor? Waarom doet ze dit? En welke consequentie zit hieraan vast?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antigone
Antigone in Sophocles:
  • Personnage = klassieke, tragische heldin;
  • Handelt vanuit de wetten van de goden;
  • Polynices begraven = een heilige taak;
  • Moreel, heroïsch;
  • Respect voor familiebanden en goddelijke wetten;
  • Conflict met Créon = vijandig, dramatisch en zwart-wit. Antigone (=goed) VS Créon (=fout)
Antigone in Anouilh:
  • Personnage = complexer en menselijker (ze heeft gevoelens van twijfel, frustratie en angst);
  • Weigert andermans regels te volgen, handelt vanuit persoonlijke idealen;
  • Polynices begraven = een persoonlijke ideaal;
  • Conflict met Créon = complexer en genuanceerder. Créon is een pragmatische leider die het beste voor de staat probeert te doen. Antigone (=idealistische rebellie) VS Créon (=pragmatisme) zonder duidelijke morele winnaar.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting: vragen?
02-12-2024
19:30, 20:00 - 21:30
Nationaal Theater

Adres: Korte Voorhout 3

Slide 15 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.