HH 3 en 4

Grenzeloos Europa
Herhaling par. 3 & 4
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Grenzeloos Europa
Herhaling par. 3 & 4

Slide 1 - Tekstslide

Grenzeloos Europa
Par 3 - Europa: verenigd in verscheidenheid

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen Europa en de Europese Unie?

Slide 3 - Open vraag

Wat waren de hoofddoelen van de EU?
A
Vrede en welvaart
B
Handel en welvaart
C
Open grenzen en welvaart
D
Open grenzen en vrede

Slide 4 - Quizvraag

In 1957 werd de EEG opgericht. Welk deel van het continent sloot zich als eerst aan bij deze gemeenschap?
A
Voornamelijk West-Europa
B
Centraal- en Zuid-Europa
C
Alleen Oost-Europa
D
Centraal- en Noord- Europa

Slide 5 - Quizvraag

EEG (met o.a. NL, FR en BE)

Slide 6 - Tekstslide

De EU vanaf 1993 (met o.a. Polen, Roemenië en Zweden)

Slide 7 - Tekstslide

Welk land is uit de EU gestapt in 2020?
A
Duitsland
B
Oekraïne
C
Het Verenigd Koninkrijk
D
Griekenland

Slide 8 - Quizvraag

Motto van de EU = ''Verenigd in verscheidenheid''. In de EU-lidstaten wonen veel verschillende volken met een eigen cultuur. Daarom is de EU ook wel ... ?

Slide 9 - Open vraag

De Europese Unie is een [...]
A
groot gebied
B
economisch machtsblok
C
multinational
D
interne markt

Slide 10 - Quizvraag

Economisch machtsblok door:


- Vrij verkeer van personen, goederen en diensten = interne markt

- Gemeenschappelijke afzetmarkt > 500 miljoen mensen in Europa

- Gemeenschappelijke munt: de euro

Slide 11 - Tekstslide

De Europese Unie bestaat uit .... landen
A
25
B
26
C
27
D
28

Slide 12 - Quizvraag

Nauwelijks grenscontroles tussen landen om vrij verkeer (en dus handel) beter en sneller te maken. Deze landen noem je de
A
Euro Zone landen
B
Europese Unie bondgenoten
C
NAVO
D
Schengenlanden

Slide 13 - Quizvraag

Wat valt jullie op?

Slide 14 - Tekstslide

Seth gaat weg uit Polen. Hij verlaat het land. Dit is [...]
A
Immigratie
B
Emigratie
C
Vestigingsoverschot
D
Vertrekreden

Slide 15 - Quizvraag

Immigratie = Het vestigen in een gebied of land
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Veel jongeren in Oost-Europa vertrekken naar West-Europa, voor bv. werk of studie. Wat voor probleem krijgt Oost-Europa hierdoor?

Slide 17 - Open vraag

Emigratie en immigratie EU landen 2017

Slide 18 - Tekstslide


Noteer of de stelling goed of fout is.

‘Iemand die vanuit Syrië naar Turkije vlucht, noem je ook wel een ontheemde.’
A
Goed
B
Fout

Slide 19 - Quizvraag


Noteer of de stelling goed of fout is.

‘Een vrouw uit Singapore wil naar Duitsland verhuizen om daar als ingenieur te gaan werken bij een computerbedrijf, noem je ook wel een kennismigrant.’
A
Goed
B
Fout

Slide 20 - Quizvraag

Als veel hoogopgeleide mensen uit Singapore vertrekken om in rijkere landen te gaan werken, wat zou hier een nadelig gevolg voor Singapore van kunnen zijn?

Slide 21 - Open vraag

Als veel hoogopgeleide mensen uit Singapore vertrekken om in rijkere landen te gaan werken. Hoe noem je dit proces? (1 woord)

Slide 22 - Open vraag

Poolse arbeidsmigratie

Met welk begrip wordt de verdubbeling van het aantal Poolse arbeiders in Nederland tijdens het groeiseizoen van bloemen het best omschreven?

Slide 23 - Open vraag

Bedenk twee redenen waarom veel Oekraïners graag bij de EU willen horen.

Onderbouw ten minste één van je

Slide 24 - Open vraag

Stel dat Oekraïne wordt toegelaten tot de EU.

Welke twee demografische gevolgen zou dat kunnen hebben in Oekraïne? Licht je antwoord toe door middel van het begrip selectieve migratie.

Slide 25 - Open vraag

Grenzeloos Europa
Par. 4 - Fort Europa

Slide 26 - Tekstslide