Welk niveau past bij jou op dit moment? Ben je het daarmee eens?
Slide 7 - Open vraag
Onderverdeling genres non-fictie
Geneeskunde
Psychologie
Rechten
Kookboeken
Tuinboeken
Reisboeken
Opdracht
1. Ga naar de site https://www.bibliotheek.nl
2. Zoek in de catalogus naar het genre 'Non-Fictie', 'Waargebeurd' met als onderwerp 'True Crime'
3. Noteer in de volgende slide het boek van je voorkeur. Je mag ook een ander onderwerp kiezen.
Slide 8 - Tekstslide
Welk boek heb je gevonden? En waarom lijkt het je een interessant boek?
Slide 9 - Open vraag
Op basis waarvan worden kenmerken van genres vastgesteld? (p. 136- 137 van je handboek) Geef antwoord in een volledige zin.
Slide 10 - Open vraag
Wat is de functie van een genre voor de lezer? (p. 136-137 van je handboek) Geef antwoord in een volledige zin.
Slide 11 - Open vraag
Wat is de functie van een genre voor de schrijver? (p. 136-137 van je handboek)
Slide 12 - Open vraag
Wat is het belangrijkste onderscheid tussen de klassieke en moderne poëzie? (p. 138-139 van je handboek)
Slide 13 - Open vraag
Zoek op de site lezenvoordelijst.nl de roman 'Komt een vrouw bij de dokter'. Kijk bij detailinformatie. Tot welk genre wordt dit boek gerekend? Geef antwoord in een volledige zin.
Slide 14 - Open vraag
Zoek op de site lezenvoordelijst.nl de roman 'Cel'. Tot welk genre wordt dit boek gerekend? Kijk bij detailinformatie. Geef antwoord in een volledige zin.
Slide 15 - Open vraag
Zoek op de site lezenvoordelijst.nl de roman 'Het leven uit een dag'. Tot welk genre wordt dit boek gerekend? Kijk bij detailinformatie. Geef antwoord in een volledige zin.
Slide 16 - Open vraag
Als havoleerling start je op een bepaald leesniveau. Welk niveau is dat, denk je?
A
niveau 1
B
niveau 2
C
niveau 3
D
nivea 4
Slide 17 - Quizvraag
Bedenk voor één van onderstaande genres een verhaallijn (plot) die heel typerend is voor het betreffende genre. Gebruik niet meer dan 50 woorden per genre.
thriller, ontwikkelingsroman, sage, eigen keuze
Slide 18 - Open vraag
Wat zijn literaire genres?
Slide 19 - Open vraag
opdracht
sprookjes hebben vaak een morele boodschap en ook een zekere psychologie, omdat hoofdpersonen en andere personages geleid worden door menselijke zwakheden of extreem goed of slechte karaktereigenschappen.
kies een sprookje. Wat is de morele les van dit sprookje en wat is het karakter van de hoofdpersoon ?
Slide 20 - Tekstslide
Welke sprookje heb je gekozen? Wat is de morele les? Wat is het karakter van de hoofdpersoon?
Slide 21 - Open vraag
Einde
Neem de theorie goed door. Het is leerstof voor de 1e toets.
Slide 22 - Tekstslide
Wat betekenen de volgende woorden? Gebruik de site: https://www.woorden.org en https://www.woorden.org/spreekwoord.php
Maak de opdrachten in LessonUp. Log in met je eigen gegevens.
Voor sommige vragen heb je je hand- en oefenboek nodig
Je kunt ook de vragen schriftelijk beantwoorden. Het gaat om vraag 1, 2, 3, 6 en vraag 7, pagina 138-139 oefenboek
Slide 27 - Tekstslide
Kies een sprookje. Wat is de morele les van dit sprookje en wat is het karakter van de hoofdpersoon?
Slide 28 - Open vraag
Na de vakantie gaan we gezinnen met de leesclubs. Welk boek ga je lezen? Hoeveel bladzijden heb je al gelezen? Hoeveel bladzijden moet je per dag lezen om het in twee weken uit te hebben?