Les 4 De evolutietheorie

Welkom bij Digitale leeromgeving Biologie

  • Boeken/ Agenda op tafel.
  • blz.21 handboek/blz. 17 werkboek
  • Inloggen Fronter
  • Naar Methode        Biologie voor Jou         Thema 5 basisstof 4
  • Klik naar de volgende slide, en kijk maar wat je moet doen
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Welkom bij Digitale leeromgeving Biologie

  • Boeken/ Agenda op tafel.
  • blz.21 handboek/blz. 17 werkboek
  • Inloggen Fronter
  • Naar Methode        Biologie voor Jou         Thema 5 basisstof 4
  • Klik naar de volgende slide, en kijk maar wat je moet doen

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik!

Slide 2 - Tekstslide

Welke cellen hebben geen paren chromosomen maar enkele chromosomen in de celkern?
A
Geslachtscellen
B
Lichaamscellen

Slide 3 - Quizvraag

Chromosomen komen alleen voor in geslachtscellen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Chantal heeft een hond. Een spiercel van deze hond bevat 78 chromosomen.
Hoeveel chromosomen heeft deze hond in een levercel?
A
39
B
78
C
156
D
36

Slide 5 - Quizvraag

Welke cellen hebben geen paren chromosomen maar enkele chromosomen in de celkern?
A
Geslachtscellen
B
Lichaamscellen

Slide 6 - Quizvraag

Hoeveel chromosomen hebben wij?
A
22
B
23
C
44
D
46

Slide 7 - Quizvraag

46
Fenotype
nieuw genotype
        
         aantal chromosomen
            23 chromosomen
Zaadcel

Slide 8 - Sleepvraag

Zet in de juiste volgorde van klein naar groot:
A
cel - chromosoom - DNA - gen
B
gen - chromosoom - DNA - cel
C
gen - chromosoom -cel - DNA
D
gen - DNA - chromosoom - cel

Slide 9 - Quizvraag

Uit welke stof bestaan chromosomen?
A
DNA
B
Genen
C
Mutaties
D
Draden

Slide 10 - Quizvraag

Erfelijkheid en evolutie
De evolutietheorie

Slide 11 - Tekstslide

Na deze les kan je
  • de defintie van evolutie benoemen.
  • m.b.v. een filmpje de theorie van evolutie en wat heeft Darwin gedaan uitleggen.
  • minimaal twee argumenten die de evolutie ondersteunt benoemen
  • onderscheiden hoe er nieuwe soorten zijn ontstaan

Slide 12 - Tekstslide

Wat is evolutie?
Evolutie is de ontwikkeling van het leven op aarde waarbij soorten ontstaan, veranderd en/of verdwijnen.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Veranderingen in genotypen
  • Populatie= een groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied die zich met elkaar kunnen voortplanten.
  • Nieuwe genotypen ontstaan(voortplanting & mutaties)
  • Diversiteit in een populatie

Slide 15 - Tekstslide

Natuurlijke selectie
Proces dat leidt tot het overleven van een organisme dat zich vergeleken met soortgenoten het best heeft aangepast aan de omgeving.

Slide 16 - Tekstslide

Het onstaan van nieuwe soorten
  • Mutaties(verandering van het gen)
  • Verandering in genen = verandering fenotype
  • De meest aangepaste soort komen dan 
       het meest voor
  • Isolatie(twee soorten= twee populatie)


Slide 17 - Tekstslide

Argumenten voor evolutie

Slide 18 - Tekstslide

Fossielen(1)
zijn versteende overblijfselen van organismen of afdrukken van organismen in gesteenten.

Slide 19 - Tekstslide

Overeenkomst in bouw(2.1)
  • Verschillende functies
  • Dezelfde bouw
  • Gemeenschappelijke voorouder

Slide 20 - Tekstslide

Overeenkomst in bouw(2.2)
  • Dezelfde functie
  • Verschillende bouw
  • Geen gemeenschappelijke voorouder

Slide 21 - Tekstslide

Rudimentaire organen

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

    Aan het werk
Maak Thema 5, basisstof 4 in de Methode Biologie voor jou.
Vragen? Ik zit acher fronter berichten. 
Kom maar op!



Slide 24 - Tekstslide

Neem onderstaande antwoorden over in je boek. Vergelijk met jou antwoorden in de methode
1. Evolutie is de ontwikkeling van het leven op aarde, waarbij soorten ontstaan, veranderen en/of verdwijenen
2. Charles Darwin
3. Een kleiner overlevingskans, omdat het niet kan wegvliegen voor een vijand

13a
1. De soort heeft dan een grote overlevinskans
2. De verschillende vormen moeten dan van elkaar geïsoleerd raken
3. In tekening 4
4. bergen
     rivieren
     de zee
5.  3-5-1-4-2
14
6. Sinds 1940 worden in ziekenhuizen antibiotica gebruikt om bacteriën mee te bestrijden
7. Bacteriën die een speciaal gen hebben waardoor ze in staat zijn antibiotica af te breken. Daardoor zijn deze bacteriën ongevoelig voor de antibiotica. 
13c
4. De giraffe kan dan meer bladeren van de bomen eten
5. Dicht bij de evenaar is er veel zonnestraling. Mensen met een donkere huid en zwart haar zijn goed beschermd tegen veel zonnestraling. Door natuurlijke selectie konden zij in de gebieden dicht bij de evenaar beter overleven dan mensen met een lichte huid en blond haar. 
13b

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide