Spijsvertering

                                   Spijsverteringsorganen
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
anatomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

                                   Spijsverteringsorganen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoelang duurt het voordat wat je hebt gegeten als ontlasting je lichaam verlaat?

Slide 2 - Open vraag

Na het gebouwd en ingeslikt te hebben, komt het voedsel ongeveer 5 seconde later in de maag terecht. Daar blijft het gedurende twee tot zes uur, waar het ondertussen gedeeltelijk wordt verteerd. Daarna wordt de voedselbrij naar de darm getransporteerd en vijf tot zes uur later zijn de vertering van het voedsel en de opname van voedingstoffen in het bloed voltooid. Uiteindelijk verlaten 12 tot 24 uur na het eten de onverteerde en onverteerbare delen van het voedsel als feces (ontlasting) het lichaam. 
Wat zijn je leerdoelen
over dit onderwerp?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Waar gaan we het over hebben...
  1. Over welke organen deel uitmaken van het spijsverteringskanaal.
  2. Hoe de wand van het spijsverteringskanaal is opgebouwd.
  3. Bouw en functie van de mond, de keelholte, de slokdarm, de maag, de dunne darm en de dikke darm beschrijven.
  4. De functies van de alvleesklier, de lever en de galblaas.





Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wand spijsverteringskanaal
Slijmvlies

Slide 5 - Tekstslide

  • Mucosa (slijmvlies): Het slijm fungeert als glijmiddel voor het voedseltransport en beschermt de wand bovendien tegen de chemische inwerking van de spijsverteringsalpen.
  • Lamina propria mucosae: een laagje losmaking bindweefsel
  • Musculaire mucosae: een dun laagje glad spier weefsel. Door samentrekkingen ondersteunen de gladde spiercellen de afgifte van kleerproducten aan het lumen
  • Submucosa: een relatief dikke bindweefsellaag met bloedvaten, lymfevaten, lymfatisch weefsel en zenuwtakken. In de submucosa liggen de grotere klieren van de mucosa ingezonken.
  • Muscularis: Het spiergedeelte van de wand. Bestaande uit de kringspieren en lengte spieren.
  • Serosa: het viscerale blad van het buikvlies. Het is een dun, glad, vlies, bestaande uit mesotheel op een basaalmembraan (niet aanwezig rond de slokdarm). 
Wat is spijsvertering?
  • De weg die de voedingstoffen leggen om in het bloed terecht te komen
  • Spijs = voedsel
  •  Spijsvertering = voedsel vertering in het lichaam
  •  Spijsverteringskanaal; Mond, keelholte, slokdarm, maag, dunne darm, alvleesklier, lever dikke darm

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de functies van het spijsverteringsstelse?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Functies spijsvertering
  • Voedsel opnemen (via de mond)
  • Voedsel fijnmaken (kauwen)
  • Voedsel vervoeren (door spierbewegingen)
  • Voedsel afbreken en verteren (door verteringssappen en spierbewegingen)
  • Voedingsstoffen voor de lichaamscellen afgeven aan het bloed ( via wand dunne darm)
  • Onverteerbare voedselbestanddelen afvoeren (anus)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de goede volgorde van de spijsvertering?
A
slokdarm, maag, dikke darm, dunne darm
B
mondholte, slokdarm, dunne darm, maag
C
mondholte, slokdarm, maag, dunne darm
D
dikke darm, dunne darm, maag, mondholte

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Spijsvertering
Gebit
1
Speekselklieren
2
Slokdarm
3
Lever
4
Galblaas
5
Maag
6
12-vingerige darm
7
Dunne darm
8
Dikke darm
9
Blinde darm
10
Endeldarm
11

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voedselbewerking in de mondholte

  • Kauwspieren
  • Gebit: kwadranten
  • Speekselklieren: 3 grote klieren. de oorspeekselklier (parotis): net voor ieder oor, aan de achterkant van de wang
  • de ondertongspeekselklier: onder de tong
  • de onderkaakspeekselklier: onder de onderkaak
  • Tong

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Keelholte-farynx

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slokdarm-oesagus
  • Gespierde buis van 30 cm
  • Wand beschermt tegen scherp en zuur voedsel
  • Alleen uitscheiding van slijm
  • Enige functie: Vervoer van voedsel van mond naar maag
  • Door peristaltiek: lengte spieren en kring spieren 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk orgaan heeft nog meer peristaltiek?

Slide 16 - Open vraag

Slokdarm, 12- vingerige darm, dunne darm, dikke darm, endeldarm

Maag-gaster
  • Elastische gespierde zak
  • Kan uitzetten en krimpen
  • Bewaren voedsel totdat het naar de darmen kan (3-4 uur)

Functies:
  • Verder kneden en fijnmaken van voedsel
  • Afbreken van eiwitten en vetten
  • Doden van bacteriën

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maagsappen
2,5 tot 3 liter per dag
Maagsap bestaat uit:
  • Pepsine: enzym dat eiwitten verteert
  • Zoutzuur: zuur van een ph van 1,5

  • water: oplosmiddel en verdunning
  • slijm: bescherming tegen pepsine en zoutzuur

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dunne en dikke darm

Dunne darm:
  • Kan tot wel 5 tot 6 meter lang zijn
  • Bestaat uit darmvlokken aan de binnenzijde (geplooid slijmvlies)
  • In elke darmvlok zit een bloedvat (haarvat) deze nemen de voedingsstoffen op
  • De voedingsstoffen gaan via het bloed van de dunne darm -> poortader -> lever

Dikke darm:
  • Ongeveer 1,5 meter lang
  • Bestaat uit blinde darm, dikke darm, endeldarm
  • Veel bacteriën (Darmflora) -> belangrijk bij afbreekproces schadelijke bacteriën
  • Laatste voedingsstoffen worden opgenomen
  • Er wordt veel vocht onttrokken, dus de voedselbrij wordt dikker
  • Er wordt slijm toegevoegd
  • Overgebleven voedselbrij wordt naar de endeldarm vervoerd (met aan het einde de anus

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk orgaan hoort wel in het spijsverteringsstelsel en niet in het kanaal?
A
Lever
B
Longen
C
Milt
D
Alvleesklier

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lever
  • Hoort niet bij het spijsverteringskanaal !
  • Heeft wel een belangrijke rol bij de spijsvertering, dus hoort wel bij het spijsverteringsstelsel
  • Bestaat uit 1 rechterkwab en 1 linkerkwab, allemaal kleine leverkwabjes met daarin levercellen
  • Functioneert als een chemische fabriek
  • Neemt voedingsstoffen uit het bloed op, geven stoffen af
  • Opslagplaats voor energie, vitaminen, vetten, eiwitten en metalen.
  • Geeft suiker af aan het bloed als het lichaam het nodig heeft
  • Vormt gal. Galvloeistof helpt bij het oplossen van vetten. Gal wordt in de galblaas opgeslagen.
  • Zet eiwitten om in bruikbare eiwitten voor afweer van het lichaam en bloedstolling
  • Maakt giftige stoffen onschadelijk. Zet schadelijke stoffen om in minder schadelijke stoffen. (medicijnen, alcohol, drugs)

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alvleesklier
  • Hoort ook niet bij het spijsverteringskanaal!
  • Scheidt alvleeskliersap af om eiwitten, vetten en zetmeel te verteren & schakelt zuur van de maag uit
  • Scheidt hormonen insuline en glucagon af. Regelen bloedsuikerspiegel in lichaam.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Dit deel verbindt de mond met de slokdarm
Hierin wordt voedsel dat via de slokdarm uit de mond komt verder gekneed en fijn gemaakt
Dit deel is vele meters lang
Dit deel vervoert voedsel verder het spijsverteringskanaal in
Klieren in de wand vormen slijmstoffen en glijstoffen
Met dit deel kun je genieten van je eten

Keelholte

Maag

Dunne darm

Slokdarm

Dikke darm

Mondholte

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk enzym verteert de koolhydraten?
A
amylase
B
maltose
C
pepsine
D
lipase

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk enzym verteert eiwitten?
A
Pepsine
B
Maltose
C
Lipase
D
Amylase

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk enzym verteert de vetten?
A
Lipase
B
Pepsine
C
Amylase
D
Maltose

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies