In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Les 3 - Politieke stromingen
3.2 -Politieke stromingen
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoel
Je kunt de drie politieke hoofdstromingen in NL noemen.
Je kunt per politieke stromingen aangeven welke waarden zij belangrijk vinden.
Je kunt per politieke stroming voorbeelden geven van politieke partijen die hieronder vallen.
Slide 2 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
Herhaling: kenmerken democratie vs. dictatuur
Opdracht: Politieke stroming
Opdracht bespreken
WB vragen maken
Slide 3 - Tekstslide
Herhaling
Welke kenmerken heeft een democratische samenleving? Wat gebeurt daar juist wel/ en wat niet?
En in een land dat door een autoritair regime (bijv. een dictatuur) bestuurd wordt?
timer
2:00
Slide 4 - Tekstslide
Schrijf de 7 stappen op.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Welke kenmerken van een autoritair regime kun je in de 7 stappen terug vinden?
timer
3:00
Slide 7 - Tekstslide
IDEOLOGIE
= een verzameling ideeen over wat er belangrijk is in de maatschappij en hoe mensen het best kunnen samenleven.
Slide 8 - Tekstslide
Liberalisme
Christendemocratie
Socialisme
1. Hoe en wanneer ontstaan?
2. Wat vinden ze vandaag belangrijk?
3. Belangrijke waarden?
4. 3 politieke partijen
Ecologisme?
1. Ander woord voor?
2. Wat vinden ze vandaag belangrijk?
3. Belangrijke waarden?
4. 3 politieke partijen
Populisme?
1. Hoe en wanneer ontstaan?
2. Wat vinden ze vandaag belangrijk?
3. Belangrijke waarden?
4. 3 politieke partijen
Slide 9 - Tekstslide
Verschil links / rechts?
Verschil progressief / conservatief?
Slide 10 - Tekstslide
De politieke partijen CDA, ChristenUnie en SGP vallen onder deze stroming.
A
Liberalisme
B
Socialisme
C
Confessionalisme
Slide 11 - Quizvraag
'De sterkste schouders dragen de zwaarste lasten'
A
Liberalisme
B
Socialisme
C
Confessionalisme
Slide 12 - Quizvraag
Het maatschappelijk middenveld heeft in deze stroming een belangrijke plaats.
A
Liberalisme
B
Socialisme
C
Confessionalisme
Slide 13 - Quizvraag
Deze stroming ontstond doordat rijke mensen, zoals kooplieden en fabriekseigenaren, hun gang wilden gaan. Zij waren tegen hoge belastingen en de onbeperkte macht van de koning.
A
Liberalisme
B
Socialisme
C
Confessionalisme
Slide 14 - Quizvraag
'Burgers maken deel uit van een gemeenschap en hieruit volgt dat je zorgt voor je naasten.'
A
Liberalisme
B
Socialisme
C
Confessionalisme
Slide 15 - Quizvraag
Deze stroming ontstond als reactie op de slechte werkomstandigheden van de arbeiders in de negentiende eeuw.
A
Liberalisme
B
Socialisme
C
Confessionalisme
Slide 16 - Quizvraag
De overheid moet zich beperken tot de kerntaken zoals orde en veiligheid en basisvoorzieningen zoals gezondheidszorg.
A
Liberalisme
B
Socialisme
C
Confessionalisme
Slide 17 - Quizvraag
Het doel van deze stroming is een einde maken aan armoede en ongelijkheid.
A
Liberalisme
B
Socialisme
C
Confessionalisme
Slide 18 - Quizvraag
De politieke partijen VVD, D66 en Volt vallen onder deze stroming.
A
Liberalisme
B
Socialisme
C
Confessionalisme
Slide 19 - Quizvraag
Deze hoofdstroming ontstond eind 18e eeuw tijdens de Franse revolutie.
A
Liberalisme
B
Socialisme
C
Confessionalisme
Slide 20 - Quizvraag
Volgens deze stroming zijn onderwijs en goed betaalbare zorg erg belangrijk. Hierdoor krijgt iedereen gelijke kansen in de samenleving.
A
Liberalisme
B
Socialisme
C
Confessionalisme
Slide 21 - Quizvraag
Rentmeesterschap, naastenliefde en saamhorigheid zijn belangrijke waarden in deze stroming.
A
Liberalisme
B
Socialisme
C
Confessionalisme
Slide 22 - Quizvraag
Solidariteit en gelijkwaardigheid zijn belangrijke waarden.
A
Liberalisme
B
Socialisme
C
Confessionalisme
Slide 23 - Quizvraag
De politieke partijen PvdA, de SP en Groenlinks vallen onder deze stroming.
A
Liberalisme
B
Socialisme
C
Confessionalisme
Slide 24 - Quizvraag
'Vrijheid, individuele verantwoordelijkheid en tolerantie zijn de belangrijkste waarden.'