Les 3 Adolescentiefase deel 1

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
OntwikkelingsfasenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk begrip hoort bij dit plaatje?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
- Terugblik puberfase
- Hoofdstuk 3: Adolescentfase
- Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Roept u maar: pubers.
Wat weet je nog?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Zijn de volgende beweringen juist of onjuist? Sleep naar de juiste kolom.

Juist
Onjuist
Conformisme beteeknt jezelf aanpassen aan de groesnormen
De prefontale cortex is het voorste gedeelte van de hersenen
Pubers hebben moeite met het beheersen van hun impulsen
De prefontale cortex bij puber is goed ontwikkeld
De groeispurt begint bij meisjes gemiddeld eerder dan bij jongens
Abstract denken metekent dat je informatie met een kritische blik beoordeelt, zaken in twijfel trekken
Een peergroup is een groep leeftijdsgenoten waartoe de puber behoort
Pubers kunnen goed plannen en organiseren

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de leeftijd van een adolescent?
A
16 - 30 jaar
B
18 - 30 jaar
C
17 - 25 jaar

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Tijdens de adolescentfase wordt het proces van lichamelijk volwassen voltooid. Zowel jongens als meisjes bereiken tijdens de adolescentie hun maximale lichaamslengte. Adolescenten kunnen, in vergelijking met pubers, hun lichamelijke onzekerheden beter accepteren en relativeren. Zij hebben ook een hogere zelfwaardering van het eigen lichaam. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

3.2.1 School-en beroepskeuze
Aan het begin van de adolescentfase verlaten de meeste jongeren de middelbare school. Ze gaan kiezen voor een studie of besluiten om te gaan werken. Deze keuze tussen verder leren of gaan werken is van grote invloed op hun latere leven als volwassene. Veel adolescenten hebben naast hun studie nog een bijbaan. Door een bijbaan leren jongeren zich algemene vaardigheden eigen te maken, zoals het leren omgaan met geld en het dragen van verantwoordelijkheid. Soms kan het hebben een bijbaan ook belemmerend zijn, omdat het veel tijd kost en de studie in het gedrang kan komen.

Slide 14 - Tekstslide

Zoals je hebt geleerd, ontwikkelen de hersenen zich tot ongeveer 25 jaar. In de adolescentfase heeft de verdere ontwikkeling van de hersenen gevolgen voor bepaalde vaardigheden. Als eerste neemt het concentratievermogen toe. Adolescenten kunnen zich steeds beter en langer concentreren. Daarnaast is er ook een toename van het geheugen: adolescenten onthouden meer informatie. Dit komt voornamelijk door de selectieve aandacht voor bepaalde onderwerpen. Als laatste kunnen adolescenten, in vergelijking met pubers, beter plannen en systematisch werken. Mensen met leerproblemen kunnen als gevolg van deze positieve ontwikkelingen in de hersenen op latere leeftijd ineens een inhaalslag maken of een hogere opleiding volgen dan in eerste instantie werd verwacht.

Slide 15 - Tekstslide

3.2.3 Genuanceerd denken
Een adolescent bekijkt de dingen steeds genuanceerder. Genuanceerd denken betekent dat de adolescent zaken van meerdere kanten kan bekijken. Hij denkt veel minder-zwart-wit dan de puber Een adolescent zet zijn eigen mening minder centraal en is steeds meer in staat om de mening van een ander aan te horen en erover na te denken. ‘Aan de ene kant…., maar aan de andere kant….’. 

Slide 16 - Tekstslide

De puber ontwikkelt ook eigen ideeën en eigen standpunten. De puber ontwikkelt een eigen visie op het gebied van geloof, politiek, economie en milieu.
Reader
Bladzijde 12
Opdracht 9 en 10

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke keuzes maakt een
adolescent gericht op de toekomst?

Slide 22 - Woordweb

studie
beroep
partner
zelfstandig wonen

Slide 23 - Tekstslide

.2.4 Idealisme
Adolescenten zijn vaak idealistisch. Dit betekent dat de adolescent duidelijk weet wat zijn of haar idealen zijn en deze probeert te bereiken. De meeste adolescenten hebben als ideaal voor de toekomst een gelukkig gezinsleven, het hebben van een goede baan en een mooi huis.
Idealistisch zijn = duidelijk weten wat je idealen zijn en deze proberen te bereiken.

Idealisme/ idealen
Bepaal jouw eigen volgorde
Zeer belangrijk
Belangrijk
Redelijk belangrijk
Minder belangrijk
Minst belangrijk
Kinderen hebben en opvoeden
Een gelukkig gezinsleven
Jezelf ontplooien
Klaarstaan voor anderen
Studeren en kennis opdoen

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar wil jij over 10 jaar zijn?
Woonplaats, werk en wel of geen kinderen?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 11
doen we samen.....

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke idealen heeft Sarah?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Idealen casus 'Sarah'
- Een leuke relatie vinden
- Kinderen krijgen en opvoeden
- In het buitenland werken (Zuid Afrika)
- Verder ontwikkelen
- Meer van de wereld zien

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is het eigenlijk logisch dat adolescenten veel idealen hebben?

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Idealen
Adolescenten hebben nog een heel leven voor zich

Maken belangrijke keuzes

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting...

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Idealisme betekent dat je dingen van meerdere kanten kunt bekijken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De hersenen ontwikkelen zich tot ongeveer 20 jarige leeftijd
A
Waar
B
Niet waar

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Adolescenten zijn vaker tevreden over hun uiterlijk dan pubers
A
Waar
B
Niet waar

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Adolescenten kunnen beter plannen dan pubers
A
Waar
B
Niet waar

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tip en top?

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tot de volgende les!
De adolescentiefase deel 2

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies