Dag 2: Adolescentiefase

Programma
- Terugblik Puber
- Adolescentfase
- Afsluiting
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
OntwikkelingsfasenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Programma
- Terugblik Puber
- Adolescentfase
- Afsluiting

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zijn de volgende beweringen juist of onjuist? Sleep naar de juiste kolom.

Juist
Onjuist
Conformisme beteeknt jezelf aanpassen aan de groesnormen
De prefontale cortex is het voorste gedeelte van de hersenen
Pubers hebben moeite met het beheersen van hun impulsen
De prefontale cortex bij puber is goed ontwikkeld
De groeispurt begint bij meisjes gemiddeld eerder dan bij jongens
Abstract denken metekent dat je informatie met een kritische blik beoordeelt, zaken in twijfel trekken
Een peergroup is een groep leeftijdsgenoten waartoe de puber behoort
Pubers kunnen goed plannen en organiseren

Slide 2 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de leeftijd van een adolescent?
A
16 - 30 jaar
B
18 - 30 jaar
C
17 - 25 jaar

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Tijdens de adolescentfase wordt het proces van lichamelijk volwassen voltooid. Zowel jongens als meisjes bereiken tijdens de adolescentie hun maximale lichaamslengte. Adolescenten kunnen, in vergelijking met pubers, hun lichamelijke onzekerheden beter accepteren en relativeren. Zij hebben ook een hogere zelfwaardering van het eigen lichaam. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

3.2.1 School-en beroepskeuze
Aan het begin van de adolescentfase verlaten de meeste jongeren de middelbare school. Ze gaan kiezen voor een studie of besluiten om te gaan werken. Deze keuze tussen verder leren of gaan werken is van grote invloed op hun latere leven als volwassene. Veel adolescenten hebben naast hun studie nog een bijbaan. Door een bijbaan leren jongeren zich algemene vaardigheden eigen te maken, zoals het leren omgaan met geld en het dragen van verantwoordelijkheid. Soms kan het hebben een bijbaan ook belemmerend zijn, omdat het veel tijd kost en de studie in het gedrang kan komen.

Slide 9 - Tekstslide

Zoals je hebt geleerd, ontwikkelen de hersenen zich tot ongeveer 25 jaar. In de adolescentfase heeft de verdere ontwikkeling van de hersenen gevolgen voor bepaalde vaardigheden. Als eerste neemt het concentratievermogen toe. Adolescenten kunnen zich steeds beter en langer concentreren. Daarnaast is er ook een toename van het geheugen: adolescenten onthouden meer informatie. Dit komt voornamelijk door de selectieve aandacht voor bepaalde onderwerpen. Als laatste kunnen adolescenten, in vergelijking met pubers, beter plannen en systematisch werken. Mensen met leerproblemen kunnen als gevolg van deze positieve ontwikkelingen in de hersenen op latere leeftijd ineens een inhaalslag maken of een hogere opleiding volgen dan in eerste instantie werd verwacht.

Slide 10 - Tekstslide

3.2.3 Genuanceerd denken
Een adolescent bekijkt de dingen steeds genuanceerder. Genuanceerd denken betekent dat de adolescent zaken van meerdere kanten kan bekijken. Hij denkt veel minder-zwart-wit dan de puber Een adolescent zet zijn eigen mening minder centraal en is steeds meer in staat om de mening van een ander aan te horen en erover na te denken. ‘Aan de ene kant…., maar aan de andere kant….’. 

Slide 11 - Tekstslide

De puber ontwikkelt ook eigen ideeën en eigen standpunten. De puber ontwikkelt een eigen visie op het gebied van geloof, politiek, economie en milieu.

Slide 12 - Tekstslide

.2.4 Idealisme
Adolescenten zijn vaak idealistisch. Dit betekent dat de adolescent duidelijk weet wat zijn of haar idealen zijn en deze probeert te bereiken. De meeste adolescenten hebben als ideaal voor de toekomst een gelukkig gezinsleven, het hebben van een goede baan en een mooi huis.
Idealistisch zijn = duidelijk weten wat je idealen zijn en deze proberen te bereiken.

Idealisme/ idealen
Bepaal jouw eigen volgorde
Zeer belangrijk
Belangrijk
Redelijk belangrijk
Minder belangrijk
Minst belangrijk
Kinderen hebben en opvoeden
Een gelukkig gezinsleven
Jezelf ontplooien
Klaarstaan voor anderen
Studeren en kennis opdoen

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar wil jij over 10 jaar zijn?
Woonplaats, werk en wel of geen kinderen?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 11
doen we samen.....

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke idealen heeft Sarah?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Idealen casus 'Sarah'
- Een leuke relatie vinden
- Kinderen krijgen en opvoeden
- In het buitenland werken (Zuid Afrika)
- Verder ontwikkelen
- Meer van de wereld zien

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is het eigenlijk logisch dat adolescenten veel idealen hebben?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Idealen
Adolescenten hebben nog een heel leven voor zich

Maken belangrijke keuzes

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Idealisme betekent dat je dingen van meerdere kanten kunt bekijken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De hersenen ontwikkelen zich tot ongeveer 20 jarige leeftijd
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Adolescenten zijn vaker tevreden over hun uiterlijk dan pubers
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Adolescenten kunnen beter plannen dan pubers
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

4.1.1 Ouders
De meeste adolescenten krijgen na hun achttiende levensjaar een betere band met hun ouders. Dit komt grotendeels omdat de machtsverhouding verdwijnt. Jongeren in Nederland gaan steeds later het ‘huis uit’. Tijdens de adolescentie gaat ongeveer een derde zelfstandig wonen. Als ze zelfstandig gaan wonen, heeft dit vaak ook een positief effect op de ouder-kind relatie, ook als deze relatie daarvoor problematisch was.

Hoe zit het bij jou?
A
Ik woon nog bij mijn ouders
B
Ik woon op mezelf

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

4.1.2 Vriendschappen
Pubers willen niet opvallen in de groep en passen zich daarom aan de groep. Dat is conformisme.

Een adolescent wil zich echter onderscheiden van anderen. Hij gaat minder ver in zijn drang om zich aan te passen aan de rest. Hij is op zoek naar originaliteit: hij kiest zelf voor ideeën. Daarnaast is er sprake van een toenemende stabiliteit in de contacten met anderen. Veel adolescenten hebben een vaste relatie. Daarnaast krijgen steeds meer adolescenten een groter verantwoordelijkheidsgevoel, waardoor ze beter met vaste relaties kunnen omgaan.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stress
Het aantal burn outs onder adolescenten neem toe.

Bekijk de volgende video en geef daarna aan welke oorzaken hieraan ten grondslag liggen 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken
burn-out bij jongeren

Slide 34 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

4.2.1 Stemming
Pubers hebben vaak last van stemmingswisselingen. Bij adolescenten is deze kans kleiner. Adolescenten zijn namelijk beter in staat om hun impulsen en emoties onder controle te krijgen. 
Wel kunnen gedragsstoornissen die zich in de puberteit voordoen, zoals eetstoornissen, depressies of delinquent gedrag, doorwerken in de adolescentiefase.

Slide 36 - Tekstslide

2.2 Identiteit
Een adolescent heeft, in vergelijking met de puber, zijn identiteit veel duidelijker. De adolescent maakt belangrijke keuzes voor de toekomst; keuzes voor een bepaald beroep, studie of partner. Dit is een belangrijke stap op weg naar een eigen identiteit. Als identificatiefiguren kiest de adolescent echter geen popsterren of topsporters meer, maar mensen die dichter bij hem staan, bijvoorbeeld een vriend, een docent of de eigen ouders. Uiterlijke kenmerken worden minder belangrijk en er wordt meer gelet op persoonlijke en sociale vaardigheden.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

In de adolescentfase gaan jongeren steeds vrijer om met seksualiteit, zeker naarmate ze meer uitgaan. Van 18- tot 21-jarigen heeft 76% ervaring met geslachtsgemeenschap. In de relaties die de adolescent aangaat, spelen thema’s als gehechtheid tegenover vrijheid een belangrijke rol. Met de ontwikkeling van seksualiteit kunnen heftige emoties gepaard gaan zoals verlangen, jaloezie en angst.
Gemiddeld: 17,1 jaar

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting.....

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb je nog een vraag of een opmerking?

Slide 44 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik vond de les van vandaag...
A
Leuk!
B
Mwah, het ging.
C
Leerzaam
D
Saai

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies