do 2 juni 2022

Les devoirs pour le vendredi le 3 juin
Wat kun je nu doen?
- Grammaire D blz 62 doorlezen
- Herhalen: vocabulaire ABEF chapitre 5
Faire 
(maken / doen)
- Maken: Chapitre 6 ex. 17acde (blz 62, 63)
- Maken: Chapitre 8 ex. 5ab (blz 127, 128)
- Bestuderen: Chapitre 6 grammaire H (ww prendre) blz 
Apprendre (leren)
Leren: Chapitre 6  grammaire D (vraagwoord quel)
Herhalen: grammaire DH + être, avoir, aller
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les devoirs pour le vendredi le 3 juin
Wat kun je nu doen?
- Grammaire D blz 62 doorlezen
- Herhalen: vocabulaire ABEF chapitre 5
Faire 
(maken / doen)
- Maken: Chapitre 6 ex. 17acde (blz 62, 63)
- Maken: Chapitre 8 ex. 5ab (blz 127, 128)
- Bestuderen: Chapitre 6 grammaire H (ww prendre) blz 
Apprendre (leren)
Leren: Chapitre 6  grammaire D (vraagwoord quel)
Herhalen: grammaire DH + être, avoir, aller

Slide 1 - Tekstslide

Réviser grammaire D Ch6
Zometeen:

  • kant van het bureau = eens/juist
  • kant van de deur = oneens/onjuist

Slide 2 - Tekstslide

1
"quel" betekent "wie"

Slide 3 - Tekstslide

1 uitleg
quel = wat/welke

Slide 4 - Tekstslide

2
Quelle est ta nationalité? =
Wat is je nationaliteit?

Slide 5 - Tekstslide

3
Quels sont tes chambres?

Slide 6 - Tekstslide

Uitleg 3
Quels sont tes chambres = onjuist

chambres = vrl mv --> quelles

Slide 7 - Tekstslide

4
Quelle est le but?

Slide 8 - Tekstslide

Uitleg 4
Quelle est le but?

le but = mnl ev --> quel

Slide 9 - Tekstslide

2 opties
  1. meedoen met uitleg grammaire D Chapitre 6
  2. zelf ex. 17acde maken + zelfstandig werken aan herhaling 
  • blz 127 --> ex. 5a
  • blz 128 --> ex. 5b (maak de zinnen ontkennend)

Slide 10 - Tekstslide

Chapitre 6

Grammaire D
het vraagwoord quel

Slide 11 - Tekstslide

Quel = welke / wat
  • quel past zich aan aan het znw

Slide 12 - Tekstslide

quel + znw --> welk(e)
  • Quel camping est-ce que tu préfères? --> Welke camping vind je het leukst?

  • Quelle maison est-ce que tu vois? --> Welk huis zie je?

Slide 13 - Tekstslide

quel + est/sont --> wat
  • Quel est ton nom? --> Wat is je naam?

  • Quels sont tes sports préférés? --> Wat zijn jouw lievelingssporten?

Slide 14 - Tekstslide

Faire
  • Ex. 17cde --> hw 

Slide 15 - Tekstslide

Les devoirs pour le vendredi le 3 juin







Programme: réviser grammaire D Ch6 - uitleg gr D Ch6 - faire ex. 17
Wat kun je nu doen?
- Grammaire D blz 62 doorlezen
- Herhalen: vocabulaire ABEF chapitre 5
Faire 
(maken / doen)
- Maken: Chapitre 6 ex. 17acde (blz 62, 63)
- Maken: Chapitre 8 ex. 5ab (blz 127, 128)
- Bestuderen: Chapitre 6 grammaire H (ww prendre) blz 
Apprendre (leren)
Leren: Chapitre 6  grammaire D (vraagwoord quel)
Herhalen: grammaire DH + être, avoir, aller

Slide 16 - Tekstslide