Digitale vaardigheden - H4. Internet

Digitale vaardigheden
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
KeuzedelenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Digitale vaardigheden

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat hebben we de vorige les gedaan?

Slide 2 - Woordweb

Besproken: 
hardware/ software, bestanden en veilig werken

Mappen gemaakt, document aangemaakt, verplaatst naar een andere map
Authenticator app geinstalleerd
H4. Internet
We gaan het hebben over: 

Wat is internet 
Hoe werkt internet
Werken met een browser

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kun je met internet doen?

Slide 4 - Woordweb

Voorbeelden: 

e-mailen
surfen
instant messaging 
Hoe werkt internet? 
Modem -> zorgt voor een werkende internetverbinding.
Communiceert met apparaten en internetprovider. 

Router -> verdeelt het internetsignaal dat binnenkomt over meerdere apparaten.

IP-adres -> daarmee kunnen computers elkaar vinden en informatie uitwisselen. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Internetkabels
Wereldwijd kabels, in de grond en oceanen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werken met een browser
Met een browser kan je een webpagina opzoeken


URL 


Protocol: Dit geeft aan hoe je gaat communiceren met de bron. Op internet kom je het vaakst HTTP tegen. Dit staat voor Hypertext Transfer Protocol. Je wilt dus een tekst op een pagina gaan bekijken.
Domeinnaam: Dit is de naam die gekoppeld is aan het IP-adres van de webpagina. Omdat een IP-adres lastig te onthouden is, wordt een domeinnaam gebruikt.
Poortnummer: Het poortnummer is gekoppeld aan een protocol en wordt meestal niet weergegeven.
Padnaam: Als het domein is gevonden, kun je met de padnaam aangeven wat je in dit domein wilt bekijken.
Querystring: De querystring wordt van de padnaam gescheiden door een vraagteken. Je kunt hiermee specifieke informatie opvragen waar je naar opzoek bent.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoekmachines
Algemene zoekmachines -> zoeken naar websites over het hele internet, zoals google, yahoo, bing

Verticale zoekmachines -> zoeken binnen een bepaald onderwerp, zoals youtube of de catalogus van de bibliotheek

Metazoekmachines -> zoekt in meerdere zoekmachines tegelijkertijd, zoals lxquick

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Screenshot maken
Printscreen toets                                                            Knipprogramma: 
 op toetsenbord                                                            Windows + shift + s

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag! 
Basis en Gevorderd maken: 
Praktijkopdracht 1. Een dag als FBI agent
Oefenvragen 04. Internet

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies