§2.3 Het installatiebedrijf

2.3 Het installatiebedrijf
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

2.3 Het installatiebedrijf

Slide 1 - Tekstslide

Begrippen / leerdoelen
- De arbeidsproductiviteit  beïnvloeden.
- Aflezen lijndiagram en daarmee groei en krimp berekenen.

Slide 2 - Tekstslide

Hoe kan je de arbeidsproductiviteit verhogen?
1. Nieuwe productietechnieken
- mechaniseren
Sneller en makkelijker werken met machines, maar nog wel met hulp van mensen (bijv scankassa's)
- automatisering
Je vervangt de mensen helemaal door een machine ( bijv zelfscanners)

Slide 3 - Tekstslide

Hoe kan je de arbeidsproductiviteit verhogen?
2. Scholing
Door scholing werken werknemers sneller en efficiënter en kunnen beter overweg met nieuwe technieken

Slide 4 - Tekstslide

Hoe kan je de arbeidsproductiviteit verhogen?
3. Specialisatie
Laat je werknemers de dingen doen waar ze goed in zijn. Je wordt er daardoor beter in en daardoor ook sneller

Slide 5 - Tekstslide

Hoe kan je de arbeidsproductiviteit verhogen?
4. Goede arbeidsvoorwaarden
- prestatieloon
Haal je een bepaalde target, dan extra loon
- meer vakantiedagen
Extra vakantiedagen verdienen voor een behaalde prestatie

Slide 6 - Tekstslide

Hoe kan je de arbeidsproductiviteit verhogen?
5. Goede arbeidsomstandigheden
- Veilige werkplek
Maakt het werk gemakkelijker en motiveren de medewerkers

Slide 7 - Tekstslide

Groei en krimp in procenten berekenen
We willen dus uitrekenen met hoeveel procent iets is gestegen of gedaald. 

Welke formule was dat ook alweer?
          (Nieuw - Oud) x 100
Oud


Slide 8 - Tekstslide

Met hoeveel procent is de arbeidsproductiviteit gestegen tussen 2010 en 2013?

2013 = 83.000
2010 = 80.000

(83.000 - 80.000) x 100 = 3,8% 80.000

Slide 9 - Tekstslide

Groei en krimp in procenten berekenen
We willen dus uitrekenen met hoeveel procent iets is gestegen of gedaald. 

Welke formule was dat ook alweer?


Slide 10 - Tekstslide

Met hoeveel procent is de arbeidsproductiviteit gestegen tussen 2010 en 2013?

Slide 11 - Tekstslide

Wat is arbeidsverdeling?
A
Elke werknemer doet evenveel werk
B
Elke werknemer doet waar hij/zij goed in is
C
Elke werknemer werkt evenveel uren

Slide 12 - Quizvraag

Welvaart is:
A
de mate waarin in behoeften kan worden voorzien
B
de situatie waarbij ondernemingen goederen maken die mensen willen hebben
C
als 'armoede de wereld uit is'
D
als iedereen een hoog inkomen heeft

Slide 13 - Quizvraag

Zelfvoorziening
Consument
Zelf brood bakken
Boodschappen doen in de winkel
Zelf in je behoeften voorzien
Consumptie goederen kopen

Slide 14 - Sleepvraag

Wat is arbeidsproductiviteit?
A
Productie - Afzet
B
Productie : Werknemers
C
Productie : Periode

Slide 15 - Quizvraag

Bedrijven streven naar een hoge arbeidsproductiviteit. De arbeidsproductiviteit kan toenemen door:
A
scholing
B
prestatieloon
C
verbeteren van arbeidsomstandigheden
D
Alle antwoorden zijn goed,

Slide 16 - Quizvraag

In bedrijf x worden per maand 100.000 stoelen gemaakt. Dit wordt gedaan door 10 werknemers. Wat is de arbeidsproductiviteit per week?
A
10.000
B
2.500
C
2.307
D
2.488

Slide 17 - Quizvraag

Maken 
opgaven 1 t/m 12 van § 2.3 Installatiebedrijf
en de rekentrainer 

Slide 18 - Tekstslide