6.1 Slavernij in de 19e eeuw

6.1 Slavernij in de 19e eeuw
Hoofdstuk 6 - Vrijheid en gelijkheid
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

6.1 Slavernij in de 19e eeuw
Hoofdstuk 6 - Vrijheid en gelijkheid

Slide 1 - Tekstslide

Woordgebruik

De termen ‘slaaf’ en ‘slaven’ worden in je boek gebruikt. Dit zijn termen die niet iedereen meer wil gebruiken, omdat het zo lijkt of iemand niets meer is dan alleen een ‘slaaf’. 
Deze mensen kiezen dan bijvoorbeeld liever voor ‘tot slaaf gemaakten’. In deze presentatie en in mijn les zal ik deze termen afwisselen. 
Meer informatie, en ook waarom ik de termen door elkaar gebruik, vind je via de link op de volgende dia.



Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Tijdvak van burgers en stoommachines (1800-1900)

Slide 4 - Tekstslide

slavernij

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Video

Slide 7 - Tekstslide

Wat betekent slavernij?
A
Een mens die vrijwillig werk doet
B
Een mens iemands bezit is en gedwongen wordt om te werken
C
Een mens die goed betaald krijgt voor het werk

Slide 8 - Quizvraag

Wanneer ontstond de slavernij?
A
Slavernij is zo oud als de mensheid
B
Slavernij ontstond in de 15e eeuw
C
Slavernij ontstond in de Egyptische tijd
D
Slavernij ontstond tijdens de Romeinse Tijd

Slide 9 - Quizvraag

Met welke argumenten werd de slavernij verdedigd?
A
Omdat de kolonie anders niet winstgevend was
B
Omdat donkere mensen knechten waren
C
Omdat mensen in de kolonie als minder waardig gezien werden
D
A, B en C werden alle 3 als argument voor slavernij gebruikt

Slide 10 - Quizvraag

Op de plantages in Zuid-Amerika werkten als eerste indiaanse slaven.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Oriëntatie
Maak opdracht 1 en 2 van de oriëntatie. 
Je vindt deze opdrachten in je boek op bladzijde 109. 
Online staan ze bij de oriëntatie.
Je krijgt hier 5 minuten voor.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Je kunt uitleggen onder welke omstandigheden slaven in Noord- en Zuid-Amerika moesten wonen en werken.

2. Je kunt uitleggen welke betekenis slavernij had voor de Nederlandse koloniën in Amerika.

3. Je kunt uitleggen welke betekenis slavernij had voor Oost-Indië.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Tekstslide

Wat was de uitspraak van de Franse Revolutie?
A
Vrijheid, liefde en broederschap
B
Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap
C
Vrede, Vrijheid en Broederschap
D
Vrijheid, Gelijkheid en Vrede

Slide 21 - Quizvraag

Waar werkten de slaven?
A
Plantages
B
Mijnen en bouw
C
In huis
D
Alle antwoorden zijn goed.

Slide 22 - Quizvraag

Aan de slag!
Maak de opdrachten die je bij de volgende les in Magister ziet staan.
Om je te helpen met het leren, kun je de presentatie bekijken die in onze classroom staat.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Hoe werden ontsnapte slaven genoemd?

Slide 25 - Open vraag

Wat was een van de redenen dat er minder slavenopstanden waren vanaf 1850?
A
Sommige marrons sloten vrede met het Nederlandse bestuur.
B
Slaveneigenaren kregen betere wapens.
C
Er waren geen slaven meer vanaf 1850.
D
Geen plantages meer vanaf 1850.

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

VOC
WIC

Azië
Amerika
Slavernij
Specerijen
Driehoekshandel
Handelsmonopolie

Slide 28 - Sleepvraag

Hoe werden mensen slaaf?
A
Ze werden gekocht.
B
Ze betaalden op deze manier hun schulden.
C
Ze waren misdadigers en werden op deze manier gestraft.
D
Alle antwoorden zijn goed.

Slide 29 - Quizvraag

Aan de slag!
Maak deze opdrachten van paragraaf 6.1:
12 t/m 14. 
Om je te helpen met het leren, kun je de presentatie bekijken die in onze classroom staat.
Als je klaar bent, maak je online de Test Jezelf van paragraaf 6.1.

Slide 30 - Tekstslide

Bestaat slavernij nu nog?
A
ja
B
nee
C
weet niet

Slide 31 - Quizvraag

Kan jij zelf iets doen aan het probleem van slavernij?
A
Ja
B
Nee

Slide 32 - Quizvraag

Slide 33 - Video


Wat vind jij van deze standbeelden?
A
ze moeten verwijderd worden
B
ze moeten blijven staan
C
ze mogen blijven staan, maar met juiste informatie
D
ik heb een ander idee

Slide 34 - Quizvraag