Opfrissen Taxonomie en celkenmerken

Opfrissen kennis
Bs. 1, 2 en 3 van het thema EVOLUTIE
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Opfrissen kennis
Bs. 1, 2 en 3 van het thema EVOLUTIE

Slide 1 - Tekstslide

Celkern


Regelt alles wat er in een cel gebeurt.

Slide 2 - Tekstslide

Organismen met cellen zonder celkern noemen we?

Slide 3 - Open vraag

Celwand

Is een laagje om de cel heen -zorgt voor stevigheid.

Slide 4 - Tekstslide

Bladgroenkorrels

Geven groene kleur aan bladeren.
Hier vindt de fotosynthese plaats.

Slide 5 - Tekstslide

Bladgroenkorrels zijn plastiden.
Welke plastiden ken je nog meer?

Slide 6 - Open vraag

Indeling in domeinen
kenmerk
archaea
bacteriën
eukaryoten
celmembraan
enkele laag fosfolipiden
dubbele laag fosfolipiden
dubbele laag fosfolipiden
kern
geen
geen
wel een kern
DNA
cirkelvormig
cirkelvormig
in chromosomen
Ook gebruikt elk domein een ander type rRNA

Slide 7 - Tekstslide

Indeling van organismen in steeds kleinere groepen

Domeinen

Rijken

Stammen

Klassen

Orden

Families
Geslachten

Soorten

Slide 8 - Tekstslide

BS1: Welk celtype hoort bij welk domein/rijk?
Bacterien

funghi 
(schimmels)
animalia
(dieren)
plantae
(planten)

Slide 9 - Sleepvraag

Terugblik: bacteriën en schimmels
Dit is juist!
Dit is onjuist!
Schimmels bestaan uit meerdere cellen dit noem je meercellige schimmels
Schimmels ruimen resten van dode organismen op in de natuur
Alle schimmels kun je eten
Schimmels veroorzaken geen ziektes bij mensen
Bacteriën bestaan uit één cel
Bacteriën bewerken voedsel in je darmen zodat het beter te verteren is
Bacterien kunnen voedsel NIET laten bederven

Slide 10 - Sleepvraag

SOORTNAAM:
- Geslachtsnaam
- soortaanduiding
- (afkorting ontdekker)
Panthera tigris L.
Panthera leo L.
Wetenschappelijke
naamgeving

Slide 11 - Tekstslide

Wat weet je nog van ORGANISCHE stoffen? Noem minimaal 1 kenmerk.

Slide 12 - Open vraag

Je kunt het verschil tussen an-organische en organische stoffen noemen
Je kunt voorbeelden van an-organische en organische stoffen noemen

Slide 13 - Tekstslide

Wat betekent autotroof?
A
Zelf organische stoffen maken
B
Leven van andere organismen
C
Voedsel kunnen bewerken
D
Anders

Slide 14 - Quizvraag



Autotrofe organismen (groene planten/ cyanobacteriën)

Autotroof ("zelf voedend")


Autotroof:
an-organische stoffen (uit de bodem/lucht) --> organische stoffen

Zonlicht nodig voor Fotosynthese:
koolstofdioxide + water --> glucose + zuurstof


Slide 15 - Tekstslide


Heterotrofe organismen: 
dieren/mensen, bacteriën en schimmels

Heterotroof ("zich van anderen voedend")
Het organisme is afhankelijk van andere organismen 


Heterotroof:
an-organische stoffen + organische stoffen (voedsel) --> organische stoffen

Slide 16 - Tekstslide

Nodig:
pagina 29 en 30 & 31

Slide 17 - Tekstslide

Taxonomie bij planten
Sleep elk organisme naar de juiste groep
wieren/algen
mossen
varens
paardenstaarten
zaadplanten

Slide 18 - Sleepvraag

Taxonomie bij planten
Sleep elk organisme naar de juiste groep
naaktzadigen
bedektzadigen

Slide 19 - Sleepvraag

Je hebt een microscoop
nodig om deze te zien.
12 Dit is een...
A
amoebe
B
pantoffeldier
C
alg
D
gist

Slide 20 - Quizvraag

Taxonomie bij dieren 
Sleep elk organisme naar de juiste groep
eencellige dieren
holtedieren
neteldieren
sponzen
wormen

Slide 21 - Sleepvraag

Taxonomie bij dieren 
Sleep elk organisme naar de juiste groep
geleedpotigen
weekdieren
stekelhuidigen
gewervelden

Slide 22 - Sleepvraag

Een geleedpotig dier...
A
is eencellig, radiaal symmetrisch en pootjes zijn gesegmenteerd, intern kalkskelet
B
is meercellig radiaal symmetrisch en pootjes zijn gesegmenteerd, extern pantser
C
is meercellig, tweezijdig symmetrisch , lichaam en pootjes zijn gesegmenteerd, extern pantser
D
is meercellig, tweezijdig symmetrisch en lichaam en pootjes zijn gesegmenteerd en hebben geen skelet

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Video

Een dolfijn is levendbarend... Bij welke KLASSE hoort dit gewerveld dier?
A
Zoogdieren
B
Vissen
C
Amfibieën
D
Reptielen

Slide 25 - Quizvraag

Doen: Afronden bs. 3
Maak t/m opdracht 46 (online)

Slide 26 - Tekstslide