In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 1 video.
Lesduur is: 20 min
Onderdelen in deze les
Wereldsysteem
Patronen
Welvaart
Bevolkingsspreiding
Cultuur
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Het BNP gaat over..
A
Welvaart
B
Welzijn
Slide 3 - Quizvraag
Noem een nadeel aan het meten van welvaart aan de hand van het BNP
Slide 4 - Open vraag
Sleep de wereldsystemen naar de juiste plekken op de kaart.
Centrum
Semi-periferie
Periferie
Slide 5 - Sleepvraag
Wereldsysteem
Centrum
Semi-periferie
Periferie
Leveren van grondstoffen
Fabricage van (half)producten
Hoofdkantoren
Volgend
Bepalend
Afhankelijk
Slide 6 - Sleepvraag
Sociale ongelijkheid
Regionale ongelijkheid
Slide 7 - Sleepvraag
Regionale ongelijkheid is...
A
Verschil in ontwikkeling tussen gebieden in één land
B
Verschil in inkomen tussen groepen mensen
C
Als het achterland heel groot is
D
Als een plek in het land veel grondstoffen heeft
Slide 8 - Quizvraag
Welke drie beroepssectoren zijn er ?
A
aardappelsector, kledingsector en dienstensector
B
landbouwsector, industriesector en dienstensector
C
industriesector, dienstensector en broodsector
Slide 9 - Quizvraag
Welke beroepssector is in Nederland het grootst?
A
Industie
B
Diensten
C
Landbouw
D
Veeteelt
Slide 10 - Quizvraag
Welke beroepssector is het grootst in Nigeria?
A
Landbouw
B
Industrie
C
Diensten
Slide 11 - Quizvraag
In werkelijkheid is het BBP/hoofd in veel ontwikkelingslanden veel groter dan de getallen vaak laten zien. Dit komt NIET omdat ...
A
de formele sector zo groot is
B
de informele sector zo groot is
C
er veel ruilhandel is
D
er veel zelfvoorziening is
Slide 12 - Quizvraag
Dit diagram past het best bij
A
België
B
Polen
C
Nieuw Zeeland
D
Ethiopië
Slide 13 - Quizvraag
Tot welke groep binnen het wereldsysteem behoort een land als China?
A
centrum
B
semiperiferie
C
periferie
Slide 14 - Quizvraag
Bevolkingsspreiding is
A
het gemiddeld aantal inwoners per km2
B
De manier waarop de bevolking over een gebied verdeeld is
C
hoeveelheid mensen per gebied
Slide 15 - Quizvraag
De bevolkingsspreiding wordt o.a. verklaard m.b.v. natuurlijke factoren. Wat is GEEN natuurlijke factor?
A
klimaat
B
vruchtbare bodem
C
beschikbaarheid water
D
relatieve ligging
Slide 16 - Quizvraag
Wanneer je de ongelijkheid binnen een land zichtbaar wil maken, kun je het best gebruik maken van ...
A
Human Development
Index (HDI)
B
het BBP/hoofd
C
Bruto Regionaal Product /hoofd
D
Alfabetiseringsgraad
Slide 17 - Quizvraag
Als gevolg van een koloniaal verleden zie je in die landen vaak dat steden
A
vooral in de binnenlanden liggen
B
vooral langs de kust liggen
C
vooral heel groot zijn
Slide 18 - Quizvraag
Wat zijn de twee belangrijkste cultuurelementen op grond waarvan cultuurgebieden worden ingedeeld?
A
taal en sport
B
mode en sport
C
religie en mode
D
taal en religie
Slide 19 - Quizvraag
Het verspreiden van cultuurelementen heet diffusie
A
juist
B
onjuist
Slide 20 - Quizvraag
Diffusie vindt plaats dankzij verschillende factoren. Welke zal in de moderne tijd een minder grote rol spelen?
A
kolonialisme
B
toerisme
C
migratie
D
ict technologie
Slide 21 - Quizvraag
Twee beweringen: 1. In centrumlanden werkt men vooral in de financiële en zakelijke dienstverlening 2. Het exportpakket van ontwikkelingslanden bestaat vooral uit grondstoffen
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist,
2 onjuist
D
Bewering 2 is juist,
1 onjuist
Slide 22 - Quizvraag
Er bestaat een verband tussen de positie die landen innemen in het wereldsysteem en de omvang van de bevolkingsgroei in die landen.
Noteer de drie onderdelen van het wereldsysteem onder elkaar. Zet achter elk onderdeel hoe je de bevolkingsgroei daar kunt kenmerken
Slide 23 - Open vraag
In de koloniale periode is de basis gelegd van het huidige centrum-periferiepatroon. Na de dekolonisatie behoorden Burkina Faso en Vietnam beide tot de groep van perifere landen. Tegenwoordig neemt Vietnam in het wereldsysteem een andere positie in. Geef met twee voorbeelden uit bron 2 aan waaruit deze andere positie van Vietnam blijkt.
Slide 24 - Open vraag
Gebruik bron 1. Geef aan − welke positie Australië inneemt in het wereldsysteem; − waarin het exportpakket van Australië afwijkt van dat van de meeste landen met een vergelijkbare positie in het wereldsysteem.
Slide 25 - Open vraag
Gebruik bron 1. In bron 1 staat aangegeven in welke tien landen de meeste arbeiders voor Nike werken. 2p 1 Geef aan welke positie in het wereldsysteem het merendeel van deze tien landen inneemt; waarom juist in deze landen veel arbeiders voor Nike werken.
Slide 26 - Open vraag
Sinds ongeveer 1990 verschuift Turkije in het wereldsysteem van periferie richting centrum. Geef aan hoe deze verschuiving blijkt uit de volgende kenmerken van Turkije: − de verdeling van de beroepsbevolking (over de sectoren van de economie); − het analfabetisme; − de natuurlijke bevolkingsgroei.
Slide 27 - Open vraag
Bekijk de bron. Is het wereldsysteem dat ontstond tijdens het kolonialisme in Afrika nog steeds te herkennen? Leg je antwoord uit.