2.4. Centrum-Periferie

2.4. Centrum-Periferie

Les 1
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

2.4. Centrum-Periferie

Les 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik: landen indicatoren

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benodigde voorkennis 
Je weet wat een kolonie is;
Je weet wat regionale ongelijkheid is;
Je kent het begrip: Bruto Nationaal Product
Je kent het begrip: Beroepsbevolking
Een kolonie is een gebied of land dat wordt gecontroleerd en geregeerd door een ander land, meestal ver van het moederland van dat land. 
Regionale ongelijkheid betekent ongelijke ontwikkeling en kansen tussen verschillende gebieden, zoals steden en platteland, binnen een land of tussen landen.
 Het is de totale waarde van alle goederen en diensten die binnen een land worden geproduceerd gedurende een bepaalde periode, meestal een jaar. Het BNP wordt gebruikt als een maatstaf voor de economische activiteit en de omvang van de economie van een land. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beroepsbevolking
Onderverdeeld in sectoren  
Primair
Secundair
Tertiair 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke algemene regel kun je uit deze kaart halen? Gebruik een hoe... - hoe... zin 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel(en)
Aan het einde van de week kan ik: 
  • uitleggen hoe de basis van de mondiale centrum-periferie verhouding is gelegd
  • de veranderingen omschrijven in de mondiale centrum-periferie verhoudingen door de verschuivingen in de internationale arbeidsverdeling
  • voor een aantal landen de positie in het centrum-periferiemodel bepalen en de effecten van globalisering herkennen en verklaren

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbereiding
Lees paragraaf 2.4. in het boek. Beantwoord de vragen in je schrift:
1. Welke drie hoofdgroepen van landen worden genoemd in het centrum-periferiemodel, en kun je voor elk van deze groepen een voorbeeld geven?
2. Hoe wordt de relatie tussen ontwikkelingslanden en rijke landen uitgelegd in het centrum-periferiemodel, en welke aspecten van die relatie worden genoemd?
3. Welke interne oorzaken kunnen leiden tot de lage ontwikkeling van een land, volgens de tekst? Geef voorbeelden van zowel natuurlijke als menselijke oorzaken.
4. Hoe heeft de internationale arbeidsverdeling zich in de loop van de tijd veranderd, en welke invloed had dit op de economische situatie van landen?
5. Hoe wordt het koloniale verleden van landen in verband gebracht met het centrum-periferiemodel en de internationale arbeidsverdeling? Geef voorbeelden van voormalige koloniën en de gevolgen voor hun huidige economische positie.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het grote plaatje
Vraag 1
1. Welke drie hoofdgroepen van landen worden genoemd in het centrum-periferiemodel, en kun je voor elk van deze groepen een voorbeeld geven?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wereldsysteem: hoe ontstaan?
  • Koloniale periode: kolonieën (periferie) leverde grondstoffen voor het moederland (centrum). Centrum had economische en politieke macht. 

  • MAAR: de verhoudingen veranderen
    door de veranderingen in de 
Internationale arbeidsverdeling
De verdeling van werk over de verschillende landen
Vraag 2
2. Hoe wordt de relatie tussen ontwikkelingslanden en rijke landen uitgelegd in het centrum-periferiemodel, en welke aspecten van die relatie worden genoemd?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontstaan van het wereldsysteem
De basis is gelegd in de koloniale periode. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen wereldsysteem
Er ontstaan grote
verschillen tussen
landen en gebieden:

- Regionale ongelijkheid;
- Sociale ongelijkheid;

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Absolute en relatieve afstand

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wereldsysteem 
  • Op basis van  
  • kan je de wereld indelen in een systeem
    met centrum, periferie en semi-periferie. 
economische indicatoren
BNP / BBP
Indeling eroepsbevolking in sectoren
Opdracht
Schrijf voor jezelf een definitie van 
centrum - periferie - semi-periferie 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is de welvaart niet eerlijk verdeeld?  
Oorzaken van de ongelijke welvaartsverdeling in de wereld:
  • Interne oorzaken --> natuurlijk (vb. droogte of gebrek aan natuurlijke hulpbronnen) of menselijke (vb. oorlog of corruptie).
Vraag 3
3. Welke interne oorzaken kunnen leiden tot de lage ontwikkeling van een land, volgens de tekst? Geef voorbeelden van zowel natuurlijke als menselijke oorzaken.

Slide 15 - Tekstslide

Afb 1: Landlocked countries

Slide 16 - Link

Gapminder: Relatie inkomen vs percentage werkzaam in de landbouw

Slide 17 - Link

Gapminder: Relatie corruptie vs percentage werkzaam in de landbouw

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Externe oorzaken --> de relatie van een ontwikkelingsland met rijkere landen.

Centrum-periferie model
Dit model laat de dominante rol van rijke landen/regio's zien en de afhankelijkheid van arme landen/regio's.

  • Grondstofafhankelijkheid. Waarom is dat een probleem? 



Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nadelen
  1. Prijzen grondstoffen stijgen minder snel dan prijzen eindproduct
  2. Prijzen grondstoffen fluctueren op wereldmarkt
  3. Gevaar voor misoogsten

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beroepsbevolking
Onderverdeeld in sectoren  
Primair
Secundair
Tertiair 

Algemene regel: Naarmate een land zich ontwikkelt,
verandert de samenstelling van de beroepsbevolking
Hoe hoger de welvaart, hoe minder mensen in de primaire sector werken
Vraag 4
4. Hoe heeft de internationale arbeidsverdeling zich in de loop van de tijd veranderd, en welke invloed had dit op de economische situatie van landen?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wereldsysteem 
Centrum
Semi-periferie
Periferie
- rijker
- grote dienstensector
- veel vraag naar goedkope producten en voedsel
- opkomende landen (economie)
- aandeel landbouw neemt af, groeiende industrie
- kenmerken van zowel centrum als periferie
- armere landen
- leveren grondstoffen en voedsel aan semi-p en centrum.
- vaak afhankelijk van 1 product
Nederland
India
Sudan 
Vraag 5
5. Hoe wordt het koloniale verleden van landen in verband gebracht met het centrum-periferiemodel en de internationale arbeidsverdeling? Geef voorbeelden van voormalige koloniën en de gevolgen voor hun huidige economische positie.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sub-Sahara historisch
Exploitatiekolonie
Vestigingskolonie
Dekolonisatie

Slide 23 - Tekstslide

Veel arme landen van vandaag waren exploitatiekoloniën tijdens het kolonialisme, waarbij grondstoffen goedkoop werden geëxporteerd naar koloniale machten. De vroegere vestigingskoloniën behoren nu tot de rijkere landen in de wereld. Bijvoorbeeld, Brits-Indië was een exploitatiekolonie van het Verenigd Koninkrijk en is nu India, een snel ontwikkelingsland. Australië was een vestigingskolonie en is nu een welvarend land.
Het koloniale verleden heeft de economische positie van veel voormalige koloniën beïnvloed en heeft geleid tot ongelijke economische relaties.

Welke algemene regel kun je uit deze kaart halen? Gebruik een hoe... - hoe... zin 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rijkste vs. armste landen ter wereld

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkvorm: Centrum-Periferie
Economisch
Centrum
Semi-periferie
Periferie
Bruto Nationaal Product 
Beroepsbevolking
BNP (Inkomen)
Landbouw (1e)
Industrie (2e)
Diensten (3e)
Kies uit:
Hoog/Laag/Gemiddeld
Kies uit:
Hoog/Laag/Gemiddeld
Kies uit:
Hoog/Laag/Gemiddeld
Kies uit:
1e, 2e of 3e sector 
Kies uit:
1e, 2e of 3e sector 
Kies uit:
1e, 2e of 3e sector 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Centrum-periferie
           Mondiaal                           Regionaal                             Nationaal

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verstedelijking
  • Periferie en Semi-P groeien snel --> ontstaan megasteden

  • Hoe meer ontwikkeling = hoger urbanisatiegraad, lager tempo

  • Dus:
    Centrumlanden = hoge urbanisatiegraad, lager tempo
    Periferie = lagere urbanisatiegraad, hoger tempo 
Waarom groeien die steden zo snel?
  1. Natuurlijke bevolkingsgroei
  2. Hoog vestiginsgoverschot (mensen migreren op zoek naar beter werk)

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  Nakijken
1
Centrum = rijke, kapitalistische landen. Deze hebben veel vraag naar goedkope producten en voedsel.

Periferie  = achtergestelde arme landen. Deze leveren grondstoffen en voedsel aan de semi-periferie en centrumlanden in ruil voor geld en goederen. Veel periferielanden zijn afhankelijk van de export van één/enkele grondstoffen/producten. 

Semi-periferie = opkomende landen op economisch gebied. Hier neemt aandeel van de landbouw af en van de industrie toe. Ze hebben kenmerken van centrum en periferie. 
2
Exploitatiekolonie = kolonie die vooral diende om grondstoffen en materialen te leveren aan het overheersende land
3
Vestigingskolonie = gebied overzee dat als doel had om als vestigingsgebied voor Europeanen te functioneren. 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  Nakijken
4
Hoe beter een land is ontwikkeld, des te hoger is de urbanisatiegraad en des te lager is het urbanisatietempo

5
Voorbeelden:
- Arme landen hebben een hoge natuurlijke bevolkingsgroei, daarom groeien steden. Dit komt door een geboorteoverschot.
- Steden in arme landen hebben een hoog vestigingsoverschot. Migranten gaan op zoek naar beter werk en betere leefomstandigheden. Dit gebeurt vaak vanaf het platteland naar de steden toe. 

6
Voorbeelden:
Overvolle wegen, slechte riolering, tekort aan onderijws, tekort aan gezondheidszorg, onvoldoende woningen

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mini SO Centrum-Periferie

R


3p
(1p) Wat wordt met het wereldsysteem bedoeld?
(1p) Hoe is het wereldsysteem ontstaan?
(1p) Uit welke drie soorten gebieden bestaat het wereldsysteem?

T1


3p
Gebruik de bron.
Noem één centrumgebied, één semi-perifeer gebied
en één perifeer gebied.

T2


2p
Binnen Seoul (Zuid-Korea) zijn grote regionale- en sociale verschillen.
(1p) Benoem hiervan een oorzaak;
(1p) Benoem hiervan een gevolg.

I


2p
Het voorkomen van ruimtelijke segregatie in een stad is onwenselijk.
(1p) Waarom is dit onwenselijk?
(1p) Hoe kan je dit probleem oplossen?

Slide 32 - Tekstslide

Houdt PTD aan

Opdracht
Stap 1: Ga naar http://wits.worldbank.org/visualization/detailed-country-analysis-visualization.html (link via its learning)
Stap 2: Bekijk het exportpakket van: Niger, Belgium, Angola en Cambodia. Noteer de namen van de landen en noteer hierachter wat de drie belangrijkst exportproducten zijn inclusief het percentage.
Stap 3: Noteer erachter of volgens het exportpakken het een periferie, semiperifierie of centrumland is en leg uit waarom.
Stap 4: Zoek zelf minstens één periferie en semiperiferie land. Leg je keuze uit aan de hand van het exportpakket.
Stap 5: Bij je gekozen landen onderzoek je of er door de tijd heen een verandering is in export. Kies verschillende jaartallen om te onderzoeken of er een ontwikkeling zichtbaar is. 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies