3.2 Werken aan leefbaarheid

Werken aan leefbaarheid
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Werken aan leefbaarheid

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Denk aan je eigen wijk
-Wat zijn de positieve punten
-en wat de negatieve?
-maakt het in Amersfoort uit in welke wijk je woont?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Hittestress in Amersfoort

Slide 5 - Tekstslide

Maakt het wat uit in welke buurt je woont?

Slide 6 - Tekstslide

Maakt het uit wie de eigenaar is?

Slide 7 - Tekstslide

Van wie is het huis?
-Koopwoning
-Particuliere huurwoning
-Sociale huurwoning (via een woningbouwcorporatie)

Slide 8 - Tekstslide

Wat is het verband tussen het woningkenmerk 'eigendom' en de kwaliteit van een buurt'?
Leg ook uit waarom!

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

welke voorzieningen zijn er in je wijk

Slide 12 - Woordweb

welke voorzieningen zijn er in Amersfoort

Slide 13 - Woordweb

voor welke voorzieningen ga je naar A'dam

Slide 14 - Woordweb

Leefbaarheid
De leefbaarheid breng je in beeld 
met een BUURTPROFIEL

Slide 15 - Tekstslide

Welk 'type' mens woont in jou wijk?

Slide 16 - Woordweb

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Sociale cohesie 
Hier op school:
-we kennen elkaar
-werken samen
-ontspannen samen (sporten, uitjes)

Slide 22 - Tekstslide

Wat merk jij van sociale cohesie in je wijk?

Slide 23 - Woordweb

Wat is gentrification?
A
Het proces waarbij verschillende mensen meer gaan samenwerken
B
Het proces als gevolg waarvan een wijk een hoger verzorgingsniveau krijgt
C
Het proces waarbij mensen met een hoger inkomen in een armere wijk komen wonen
D
Een proces als gevolg waarvan uiteindelijk woningen worden gesloopt

Slide 24 - Quizvraag

Wat is een gevolg van gentrification?
A
Toename sociale cohesie.
B
Oorspronkelijke inwoners van de wijk verdwijnen.
C
Het voorzieningenniveau in de wijk stijgt.
D
Het gemiddelde inkomen in de wijk neemt toe.

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Welk begrip past het beste bij gentrification
A
urbanisatie
B
suburbanisatie
C
re-urbanisatie
D
geen urbanisatie

Slide 27 - Quizvraag

Welke periode zijn deze woningen gebouwd?
A
Tijdens de industrialisatie
B
Jaren '30
C
jaren '50
D
jaren '90

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide

Zet de wijken in de juiste chronologische volgorde 
(1 = het oudst)
flatwijk
arbeiders-wijk
woonerf
Vinexwijk
stads-centrum

Slide 30 - Sleepvraag

werktijd
Lees en maak paragraaf 3.2
timer
12:00

Slide 31 - Tekstslide