Woensdag 22 september

Woensdag 22 september 2021
08.30 - 08.45 uur Inloop 
Woordzoeker 

12.10- 12.40 uur Pauze (in de lounge ruimte of buiten)
08.45 - 09.20  uur Grammatica

12.40 - 13.30 uur  Rekenen  in je boek en op de laptop
09.20 - 10.10 uur Woordenschat
Woorden thema Wonen
13.30- 14.20 uur  Lezen hoe doe je dat?
10.10 - 10.30 uur Pauze
10.30 - 11.20 uur 
Zelfstandig werken in Disk/Link
11.20 - 12.10 uur KIK 
Burgerschap
Hollandse gewoontes
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
ANT2+Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Woensdag 22 september 2021
08.30 - 08.45 uur Inloop 
Woordzoeker 

12.10- 12.40 uur Pauze (in de lounge ruimte of buiten)
08.45 - 09.20  uur Grammatica

12.40 - 13.30 uur  Rekenen  in je boek en op de laptop
09.20 - 10.10 uur Woordenschat
Woorden thema Wonen
13.30- 14.20 uur  Lezen hoe doe je dat?
10.10 - 10.30 uur Pauze
10.30 - 11.20 uur 
Zelfstandig werken in Disk/Link
11.20 - 12.10 uur KIK 
Burgerschap
Hollandse gewoontes

Slide 1 - Tekstslide

Twister

Slide 2 - Tekstslide

Grammatica
Doel: je leert hoe je de trap van vergelijking kan gebruiken in een zin.
herhaling van gister

Slide 3 - Tekstslide

De trap van vergelijking
Ik vind dat leuk, jij vindt dat leuker en hij vindt dat het leukst. Dus: leuk – leuker - leukst

In de bovenstaande zin zie je drie verschillende vormen van leuk. Je noemt dit de trappen van vergelijking. Er zijn drie trappen:

trap 1: de stellende trap
leuk, mooi, groot
trap 2: de vergrotende trap 
leuker, mooier, groter
trap 3: de overtreffende trap 
leukst, mooist, grootst

Slide 4 - Tekstslide

Les 21 
dik , dikker ,  het dikst

Jullie gaan oefening 64 en 65  maken  
en nabespreken

Slide 5 - Tekstslide

Woordenschat
Vandaag vijf (nieuwe) woorden bij het thema Wonen.
Schrijf het woord op en ook de betekenis.

Slide 6 - Tekstslide

afwassen
  • de afwas doen
  • het schoonmaken met afwasmiddel, van borden en bestek
  • Zin: Ik moet samen met mijn zus afwassen.
  • Zin: Afwassen is niet leuk, het is saai.

Slide 7 - Tekstslide

bemoeien
  • bezig zijn met zaken van iemand anders en advies geven, meestal zonder dat die persoon daarom vraagt
  • Zin: Wil jij je niet met mijn zaken bemoeien? Ik kan het zelf wel. 

Slide 8 - Tekstslide

de bewoner
  • iemand die in een huis, een gebied of een plaats woont
  •  Zin: De bewoner van dat huis is nooit thuis.
  • Zin: Die bewoner woont niet alleen, hij woont samen.

Slide 9 - Tekstslide

het bureau
  • een tafel om aan te werken 
  • de vorm is meestal eenvoudig
  • Zin: De docent werkt aan haar bureau.
  • Zin: Jullie werken in de klas aan een bureau.

Slide 10 - Tekstslide

de buurman
  • de man die in het huis naast je woont
  • de man van je buurvrouw
  • Zin: Mijn buurman helpt mij om de heg te snoeien.
  • Zin: De auto van de buurman staat elke keer bij ons voor de deur.

Slide 11 - Tekstslide

Ik vind afwassen leuk

Slide 12 - Poll

Welke zin met het woord het bureau is goed?
A
De bureau staat in de badkamer
B
Op de bureau liggen pennen.
C
Het bureau van mevrouw Marieke is zwart.
D
Het bureau ligt vol met papieren .

Slide 13 - Quizvraag

Zoek een foto van afwassen

Slide 14 - Open vraag

In welke zin is het woord
bemoeien
goed gebruikt?
A
Wij bemeoien ons niet met hem.
B
Ik vind het leuk als anderen zich met mij bemoeien
C
Ik wil me niet met haar bemoeien, ze moet het zelf doen..

Slide 15 - Quizvraag

Maak een zin met het woord:
de bewoner

Slide 16 - Open vraag

Opdracht: welk woord hoort in de zin?
Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!

Slide 17 - Tekstslide

Mijn moeder zegt dat wij na het eten moeten ..............

Slide 18 - Open vraag

Mijn vader en moeder ............... zich steeds met mij

Slide 19 - Open vraag

De .......... van dat huis is een vriendelijke meneer

Slide 20 - Open vraag

Op het ............... in mijn kamer staat een computer

Slide 21 - Open vraag

Mijn vader en de ................. voetballen samen in een elftal

Slide 22 - Open vraag

Zinnen maken

Het rad draait een naam, zie je jouw naam dan maak je een zin met een van de woorden.

afwassen, bemoeien, de bewoner, het bureau en de buurman

Slide 23 - Tekstslide

Disk
We werken zelfstandig in Disk  thema wonen.

Met mevrouw Femke gaan mee, degenen die in het blauwe boek van 
Link werken.

Slide 24 - Tekstslide

Burgerschap
Wat zijn Hollandse gewoontes?
We gaan werken in het boek KIK.
Hoofdstuk 1 Mijn eigen omgeving

Slide 25 - Tekstslide

Hollandse gewoontes
  • Patatje oorlog eten
  •  Moederdag
  • Haring happen
  • Beschuit met muisjes
  • Trakteren als je jarig bent
  • Stroopwafels

Slide 26 - Tekstslide

Pauze
    Pauze 
timer
30:00

Slide 27 - Tekstslide

Rekenen
We werken zelfstandig in het boek en op de laptop.

Bij mevrouw Femke:
Afonso, Doron, Harina, Mahmoud, Sara, Siem, Tmara, Taher

Slide 28 - Tekstslide

Lezen: hoe doe je dat?
Begrijpend lezen met elkaar!

Hoofdstuk 1: oefening 1

Slide 29 - Tekstslide