EVRB
1 / 13
Lesduur is: 5 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Wat is een eenparige rechtlijnige beweging?
A
Beweging in een wisselende snelheid
B
Beweging met een steeds langzamere beweging
C
Beweging met een constante snelheid
D
BEweging met een steeds snellere snelheid
Slide 3 - Quizvraag
Welke grafiek is een
eenparige rechtlijnige beweging?
eenparige rechtlijnige beweging?
A
B
C
D
Slide 4 - Quizvraag
De v(t)-grafiek van een eenparig versnelde beweging
A
gaat steeds steiler naar beneden
B
gaat steeds steiler omhoog
C
loopt horizontaal
D
loopt schuin omhoog
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de formule om de versnelling (a) bij een eenparige versnelling berekenen?
A
a = Δv / Δt
B
a = Δv x Δt
C
a = 2 x (Δv / Δt)
D
a = 1/2 x (Δv / Δt)
Slide 6 - Quizvraag
Maak deze opdracht op een apart blaadje, maak een foto en lever hier in. Denk aan de stappen (gegeven, gevraagd, oplossing, conclusie)
Een motorrijder vertrekt vanuit stilstand en versnelt eenparig. Na 150 m bereikt hij een snelheid van 30 m/s. Bereken zijn versnelling.
Een motorrijder vertrekt vanuit stilstand en versnelt eenparig. Na 150 m bereikt hij een snelheid van 30 m/s. Bereken zijn versnelling.
Slide 7 - Open vraag
Wat is een negatieve versnelling?
A
een vertraging
B
je staat stil
C
je gaat achteruit
D
geen idee
Slide 8 - Quizvraag
Maak deze opdracht op een apart blaadje, maak een foto en lever hier in. Denk aan de stappen (gegeven, gevraagd, oplossing, conclusie)
Hoelang duurt het vooraleer een jachtluipaard met een constante versnelling van 3,0 m/s een eindsnelheid van 93,6 km/h bereikt? Het jachtluipaard vertrekt vanuit rust.
Hoelang duurt het vooraleer een jachtluipaard met een constante versnelling van 3,0 m/s een eindsnelheid van 93,6 km/h bereikt? Het jachtluipaard vertrekt vanuit rust.
Slide 9 - Open vraag
Bij een eenparige versnelde beweging is
A
de afgelegde afstand 0
B
de versnelling 0
C
de snelheid constant
D
de versnelling constant
Slide 10 - Quizvraag
Het v,t-diagram van een eenparig versnelde beweging..
A
Gaat steeds steiler naar beneden
B
Gaat steeds steiler omhoog
C
Loopt horizontaal
D
Loopt schuin omhoog.
Slide 11 - Quizvraag
Hoe kan je zien dat de beweging versneld is in het x,t-diagram?
A
De lijn gaat omhoog.
B
De lijn is recht.
C
De lijn kromt omhoog.
Slide 12 - Quizvraag
Wat is de juiste formule voor versnelling?
A
a=ΔtΔv
B
a=Δv⋅Δt
C
a=ΔvΔt
D
a=Δv+Δt
