In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
§5.6 zien
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
5.6 leerdoelen
Ik kan
de onderdelen van het oog benoemen en hiervan de functie uitleggen
Slide 3 - Tekstslide
succescriteria
je kunt de definitie van de volgende begrippen uitleggen: lens, pupil, netvlies, hoornvlies, harde oogrok, vaatvlies, straalvormig lichaam, iris, blinde vlek, gele vlek
je kunt de de leerdoelen aan een ander uitleggen
je kunt de (examen)vragen over dit onderwerp goed (bijna foutloos) maken
Slide 4 - Tekstslide
Buitenkant ogen
Je wenkbrauwen, oogleden met wimpers beschermen het oog.
De traanklier produceert traanvocht. Dit beschermt het oog tegen bacteriën en houdt het oog vochtig.
De traanbuis vangt traanvocht op
Slide 5 - Tekstslide
Als je moet huilen dan kan er traanvocht over je wang rollen. Leg uit hoe dit komt. Gebruik in je antwoord de begrippen traanklier en traanbuis
Slide 6 - Open vraag
Je oog kan bewegen aan de hand van oogspieren. Hoeveel heb je er per oog? (zie BiNaS 87C)
Slide 7 - Open vraag
Bouw oog (87C)
12. harde oogrok met 1. oogspier
2. bindvlies wat op harde oogrok ligt (oogwit)
5. hoornvlies
13. vaatvlies
6. iris met 4. pupil
8. straalvormig lichaam (= 9 + 7)
9. accomodatiespier
7. lensbandjes met 10. lens
11. glasachtig lichaam
14. netvlies met 15. blinde vlek en daarachter 16. oogzenuw
Slide 8 - Tekstslide
Leerdoel: Je kunt in een afbeelding de delen van het oog benoemen en de functie van die delen beschrijven.
Om dit doel te halen maak je een begrippenlijst . Voeg de volgende begrippen toe (tip, lees 5.6.1 en 5.6.2)
Leerdoel: Je kunt in een afbeelding de delen van het oog benoemen en de functie van die delen beschrijven.
Maak de opdracht in de link. Deze opdracht kijkt of je de onderdelen van het oog kan benoemen. Probeer deze te maken zonder je begrippenlijst. Upload een foto van je score.
https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Oog/oog.htm
Slide 10 - Open vraag
Leerdoel: Je kunt in een afbeelding de delen van het oog benoemen en de functie van die delen beschrijven.
Maak de opdracht in de link. Deze opdracht kijkt of je de functies van de onderdelen kan benoemen. Probeer deze te maken zonder je begrippenlijst. Upload een foto van je score.
De streepjes in je iris zijn de spiertjes (antagonisten).
- lengtespiertjes
- kringspiertjes
Pupilreflex (autonome zenuwstelsel) afhankelijk van hoeveelheid licht.
Voorkomt overbelichting netvlies.
Slide 12 - Tekstslide
Wat is de functie van de pupilreflex? (R)
A
De hoeveelheid lichtregelen die op het netvlies valt.
B
Ervoor zorgen dat er steeds een scherp beeld op het netvlies staat.
Slide 13 - Quizvraag
Waar begint de reflexboog van de pupilreflex? (T1)
A
In de iris.
B
In het netvlies.
Slide 14 - Quizvraag
Bekijk de ogen van deze kat. Welk antwoord klopt er?
A
De pupil van de kat is klein. Kringspieren zijn aangespannen, lengtespieren zijn ontspannen
B
De pupil van de kat is klein. Kringspieren zijn ontspannen, lengtespieren zijn aangespannen
C
De pupil van de kat is groot. Kringspieren zijn aangespannen, lengtespieren zijn ontspannen
D
De pupil van de kat is groot. Kringspieren zijn ontspannen, lengtespieren zijn aangespannen
Slide 15 - Quizvraag
Hoe zie je?
Licht gaat door je hoornvlies, voorste oogkamer en pupil.
Licht gaat vervolgens door je lens.
Licht valt vervolgens op je netvlies. Lichtreceptoren zetten de prikkels om in impulsen.
Impulsen gaan via je oogzenuw naar de hersenen.
Slide 16 - Tekstslide
Hoe zie je?
gele vlek = recht achter pupil
hiermee zie je het scherpst (daar waar je naar kijkt, valt op dit gebied van het netvlies)
blinde vlek = even geen netvlies (hiermee zie je niets) want daar verlaten zenuwcellen het oog.
Slide 17 - Tekstslide
Aantonen blinde vlek
Kijk met je rechteroog naar het kruis. Sluit nu je linkeroog en breng je hoofd langzaam naar het beeldscherm toe; op een bepaald moment verdwijnt de zwarte cirkel uit je gezichtsveld: hij is precies op de blinde vlek van je rechteroog gevallen.
Slide 18 - Tekstslide
5.6 leerdoelen
Ik kan de onderdelen van het oog benoemen en hiervan de functie uitleggen
Slide 19 - Tekstslide
Heb je het leerdoel van deze les gehaald? Zo, nee, wat ga je nog doen om hem wel te halen?
Slide 20 - Open vraag
Heb je nog behoefte aan een contactmoment met de docent?