H5 - TH10 - BS4

T10: voeding en vertering 
BS4: resorptie
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

T10: voeding en vertering 
BS4: resorptie

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen basisstof 4

Slide 2 - Tekstslide

Begrippen BS4
dunne darm
darmplooien
darmvlokken
darmepitheel
actief transport
dikke darm
blinde darm
appendix
endeldarm
anus
ontlasting

Slide 3 - Tekstslide

resorptie: dunne darm
wat betekend resorptie? 

Slide 4 - Tekstslide

resorptie: dunne darm
wat betekend resorptie? 
-> opname van stoffen in de darm
let op niet verwarren met absorptie (in chemie)
= opname van gasdeeltjes, vloeibare deeltjes of vaste deeltjes in vloeibaar of vast materiaal

Slide 5 - Tekstslide

resorptie: dunne darm
opname van meeste voedingsstoffen 
groot oppervlak door plooien
binas 82C

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

0

Slide 8 - Video

Resorptie
  • opname voedingsstoffen
  • groot oppervlakte 
  • actief en passief transport! 

wat was verschil tussen 
actie en passief transport 
(H4 thema 1)

Slide 9 - Tekstslide

Bijzonderheden
Vetten lost niet op in water.
Vertering en opname moeilijker.
Darmcellen nemen vetzuren en glycerol op.

Na darmcellen niet direct in bloed maar in lymfevaten opgenomen.

Slide 10 - Tekstslide

Dikke darm
* resorptie van water, mineralen, vitaminen (K)
Darmflora:
       - 150 soorten
       - nuttige voor voedsel afbreken
       - vitamine (K) productie
* veel water in verteringssappen
* Waar komt al dat water vandaan?(BINAS 82 F)

Diarree? Problemen in de dikke darm!

Slide 11 - Tekstslide

blinde darm
ook bekend als: 
  • appendix (= laatste stukje)
  • wormvormig aanhangsel
functie
  • geen actieve functie bij de mens?
  • rudimentair? -> reservoir voor bacteriën
  • bij dieren belangrijk voor darmflora

Slide 12 - Tekstslide

Waarom worden blinde-darmkeutels opgegeten?


De gewone keutels bestaan uit grote onverteerbare delen die direct worden uitgepoept. De blinde darmkeutels bestaan uit kleinere deeltjes die eerst achtergehouden en bewerkt zijn in de blinde darm. Deze blindedarmkeutels worden vervolgens in trosjes uitgepoept. Het konijn eet ze vaak rechtstreeks op uit de anus. De blindedarmkeutels zitten boordevol essentiële voedingsstoffen die uw konijn nodig heeft. Als het voer voor de eerste keer door de darm is gekomen, zijn namelijk nog niet alle voedingsstoffen en energie uit het voer gehaald. Als het konijn de blindedarmkeutels eet, worden alle stoffen die ze nodig hebben eruit gehaald. Het opeten van de blindedarmkeutels is dus een natuurlijk proces.


Slide 13 - Tekstslide

endel darm
verzamelen onverteerde stoffen
resorptie voedingsstoffen
terugresorptie vocht 

Slide 14 - Tekstslide

feces
feces = poep
  • water + onverteerde voedsel resten + bacteriën
  • verlaat het lichaam via de anus

anus = poepgat
  • kringspier aan het einde van de endeldarm 

Slide 15 - Tekstslide

check je poep eens! 

Slide 16 - Tekstslide

Welke stoelgang heb je het liefst?
A
type 1 of 2
B
type 5
C
type 3 of 4
D
type 6 of 7

Slide 17 - Quizvraag

Welke weg legt het voedsel af? Plaats de woorden in de goede volgorde!
Mondholte
Maag
endeldarm
slokdarm
dikke darm
dunne darm

Slide 18 - Sleepvraag

Waar worden de meeste voedingsstoffen opgenomen in het bloed?
A
dunne darm
B
dikke darm
C
twaalfvingerige darm
D
endeldarm

Slide 19 - Quizvraag

Waar in je lichaam verteer je koolhydraten?
wel
niet
mond
maag
12- vingerige darm
dunne darm

Slide 20 - Sleepvraag

Chemische vertering
Mechanische vertering
Enzymen
Kauwen
Om voedsel beter te kunnen doorslikken
Oppervlakte vergroting
Verteringssappen 
O.a. in de maag

Slide 21 - Sleepvraag

endeldarm
maag
alvleeslklier
twaalfvingerige darm
dunne darm
galblaas
dikke darm

Slide 22 - Sleepvraag

1. Als de dikkedarm ontstoken is kun je diarree
krijgen
2. Als de maag geen maagsap produceert, blijven
slechte bacteriën in je maag leven
A
beide waar
B
beide nietwaar
C
1 waar 2 nietwaar
D
1 nietwaar 2 waar

Slide 23 - Quizvraag

In welke darm vindt de meeste resorptie van water plaats??
A
dunne darm
B
dikke darm

Slide 24 - Quizvraag

Zet in volgorde van groot naar klein:
Microvilli – Darmvlok - Darmplooi
A
Microvilli – Darmvlok - Darmplooi
B
Microvilli – Darmplooi - Darmvlok
C
Darmplooi – darmvlok – microvilli
D
Darmplooi – microvilli - darmvlok

Slide 25 - Quizvraag

2) Bij een resorptiestoornis worden te weinig of geen voedingsstoffen uit het voedsel opgenomen in het bloed. De benodigde voedingstoffen moeten dan via een infuus in de bloedbaan worden toegediend. Noteer de letter uit de afbeelding hiernaast die het gedeelte aangeeft dat bij deze patiënt niet goed functioneert.
(klik op de afbeelding om te vergroten)
A
P
B
Q
C
R
D
S

Slide 26 - Quizvraag

Waar bevinden zich veel bacteriën?
A
Slokdarm
B
Maag
C
Dunne darm
D
Dikke darm

Slide 27 - Quizvraag

Waar wordt poep/ontlasting opgeslagen?
A
dikke darm
B
blinde darm
C
anus
D
endeldarm

Slide 28 - Quizvraag

Poep is bruin omdat...
A
al het eten door elkaar heen bruin is
B
de enzymen van de darm bruin zijn
C
de lever bruin gekleurde afvalstoffen afgeeft.

Slide 29 - Quizvraag

Is dit gezonde poep?
A
ja
B
nee

Slide 30 - Quizvraag

Is dit gezonde poep?
A
ja
B
nee

Slide 31 - Quizvraag

Is dit gezonde poep?
A
ja
B
nee

Slide 32 - Quizvraag

Wat is de minst belangrijke functie van de dunne darm?
A
Vertering van voedingsstoffen
B
Resorptie van voedingsstoffen
C
Resorptie van water
D
Productie van verteringsenzymen

Slide 33 - Quizvraag


Welk orgaan komt er na de dikke darm?
A
B
C
D

Slide 34 - Quizvraag

Waarom moet bij een poeptransplantatie het slangetje tot in de dunne darm lopen?
A
omdat bacteriën alleen daar terecht moeten komen
B
omdat de bacteriën zo langs de maag geleid worden
C
omdat poep smerig is, je kan het niet inslikken
D
omdat als je het in de dikke darm stopt, het nooit in de dunne darm komt

Slide 35 - Quizvraag

Bij een sporenonderzoek bij een moord nemen ze een monster van een onbestemd iets. Bij analyse van het monster treffen ze eiwitten, glycogeen en zetmeel aan.
Welke uitspraak over de herkomst is het meest logisch.
A
het is van een broodje ham
B
het komt van planten
C
het komt van dieren
D
het betreft faeces (poep)

Slide 36 - Quizvraag

huiswerk
maak opdracht 51 t/m 60
verdieping: opdracht 61 + 62
over coeliakie (spreek uit seu-lia-kie)

lees BS5

Slide 37 - Tekstslide