1.2 Ontwikkeling van de wereldeconomie

1. Wereldeconomie





Welkom!
Bekijk blz. 12 en 13
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

1. Wereldeconomie





Welkom!
Bekijk blz. 12 en 13

Slide 1 - Tekstslide

Wat doen we vandaag?
  • Introductie 
  • leerdoelen
  • instructie leerdoelen
  • opdrachten maken

Slide 2 - Tekstslide

Veel MNO's verplaatsen delen van hun activiteiten naar BRICS-landen. Om welke twee redenen doen ze dat?
A
Meer werkgelegenheid en meer productie.
B
Meer productie en lage lonen.
C
Lage lonen en een extra afzetmarkt
D
Een extra afzetmarkt en meer werkgelegenheid.

Slide 3 - Quizvraag

Waardoor neem de wereldhandel NIET toe?
A
De opdeling van de productieketen.
B
Goedkoper en sneller goederentransport.
C
Protectionisme
D
De WTO zorgt dat handelsgrenzen verdwijnen.

Slide 4 - Quizvraag

Vul in: De verschuiving van het economisch zwaartepunt van de wereld is ...1....
A
1: wereld-economisch-meerkernengebieden
B
1: global shift
C
globalisering

Slide 5 - Quizvraag

Leerdoelen paragraaf 1.2
  • Je weet welke begrippen passen bij de verschillende fasen van de wereldeconomie.
  • Je begrijpt de voor -  en nadelen van vrijhandel.
  • Je kunt aan de hand van kaarten uitleggen hoe de positie van het Verenigd Koninkrijk in de wereld. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Ontwikkeling van de wereldeconomie
Teken een tijdlijn en schrijf kort de inhoud erbij. 
  • Koloniale verhoudingen (1500 -1945)
  • Onafhankelijkheid (1945 - 1990)
  • Vrijhandel (na 1990) 

Slide 8 - Tekstslide

Handelskolonialisme 
(1500 - 1800)
Kenmerken:
- Kolonies leveren grondstoffen en arbeidskrachten (slaven).
- Langs de kusten ontstaan plantages.

Slide 9 - Tekstslide

 Industrieel kolonialisme (1800-1945)

  • Besturen kolonies door Europa
  • Industrialisatie = grondstoffen essentieel
  • Kolonie is afzetmarkt
  • -> Sterke toename wereldhandel

Slide 10 - Tekstslide

gevolg
  • Vroegere handelsgebieden werden onderdeel van het moederland. Op tal van terreinen - bestuur, onderwijs, handel en ontwikkeling - verstevigde het moederland haar greep op de kolonie. 
  • Door de industrialisatie nam de wereldhandel enorm toe, maar de handelsstromen verliepen steeds meer binnen het koloniale rijk.

Slide 11 - Tekstslide

Onafhankelijkheid (1945-1990)
  1. Dekolonisatie -> onafhankelijk worden van de kolonien. Invloeden van de moederlanden blijven zichtbaar
  2. Koude oorlog -> nieuwe indeling van de wereld:
  • Westere wereld
  • Communistische landen
  • Ontwikkelingslanden


Slide 12 - Tekstslide

Op weg naar onafhankelijkheid
(1950 - 1990)
Koude oorlog 
Wie doet met wie handel?

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag
  • Maken opdracht 1 en 2
  • Zoek de begrippen op 

Slide 14 - Tekstslide

1. Wereldeconomie





Welkom!
Bekijk blz. 12 en 13

Slide 15 - Tekstslide

Wat doen we vandaag?
  • Introductie 
  • leerdoelen
  • instructie leerdoelen
  • opdrachten maken

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Leerdoelen paragraaf 1.1
  • Je weet welke begrippen passen bij de verschillende fasen van de wereldeconomie.
  • Je begrijpt de voor -  en nadelen van vrijhandel.
  • Je kunt aan de hand van kaarten uitleggen hoe de positie van het Verenigd Koninkrijk in de wereld. 

Slide 18 - Tekstslide

Ontwikkeling van de wereldeconomie
  • Koloniale verhoudingen (1500 -1945)
  • Onafhankelijkheid (1945 - 1990)
  • Vrijhandel (na 1990) 

Slide 19 - Tekstslide

Vrijhandel
(na 1990)
  • Na het uiteenvallen van de SU wordt de vrijemarkteconomie het belangrijkste economische systeem
  • De vrijemarkteconomie werkt het beste zonder handelsgrenzen.

Slide 20 - Tekstslide

Vrijhandel
Voordelen
  • land kan zich specialiseren in product waar ze goed in zijn
  • bedrijven hebben toegang tot buitenlandse afzetmarkten

Nadelen
  • buitenlandse concurrentie -> bedrijven gaan failliet
  • extra belastingen op import

Slide 21 - Tekstslide

OPDRACHT (tweetallen)
Vrijhandel: voor- of nadelig voor een land en waarom.
1. Buitenlandse concurrentie
2. Vorming van grote bedrijven
3. Vrij toegang tot de buitenlandse afzetmarkt
4. Goedkopere producten
5. Binnenlandse bedrijven failliet
6. Protectionisme verboden

Slide 22 - Tekstslide

OPDRACHT (tweetallen)
Vrijhandel: voor- of nadelig voor een land en waarom.
1. Buitenlandse concurrentie - N-  Kans op faillissement
2 Vorming van grote bedrijven - - Grote afzetmarkt bereikbaar
3. Vrij toegang tot de buitenlandse afzetmarkt - V - Land maakt producten                                                                                                                    waar het goed in is
4. Goedkopere producten - V - Consument profiteert
5. Binnenlandse bedrijven failliet - N - Buitenlandse concurrentie
6. Protectionisme verboden - N -Geen bescherming eigen bedrijven tegen buitenlandse concurrentie

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Aan de slag
  • Maken alle opdracht
  • Zoek de begrippen op

Slide 25 - Tekstslide