In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Begrijpend lezen
Hoofdstuk 4
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
* Nakijken opdr. 1 en 2
* Herhaling stof tot nu toe
* Aan de slag met het huiswerk
Slide 2 - Tekstslide
De belangrijkste zin van een alinea noem je ook wel:
A
de hoofdgedachte
B
het onderwerp
C
de kernzin
D
de hoofdzin
Slide 3 - Quizvraag
De belangrijkste zin uit de hele tekst noem je ook wel:
A
de hoofdgedachte
B
het onderwerp
C
de superkernzin
D
de deelonderwerpen
Slide 4 - Quizvraag
Kortom...
Wanneer je een tekst wil samenvatten, dan ga je dus op zoek naar alle kernzinnen en de hoofdgedachte! Je hebt dan de hoofdzaken uit de tekst gehaald! De bijzaken (voorbeelden, extra toelichting) heb je niet nodig voor je samenvatting.
Slide 5 - Tekstslide
Er zijn veel verschillende tekstdoelen, geef aan wat vaak het tekstdoel is van een artikel in een krant
A
informeren
B
amuseren
C
instrueren
D
overtuigen
Slide 6 - Quizvraag
Er zijn veel verschillende tekstdoelen, geef aan wat vaak het tekstdoel is van stripverhaal
A
informeren
B
amuseren
C
instrueren
D
activeren
Slide 7 - Quizvraag
Er zijn veel verschillende tekstdoelen, geef aan wat vaak het tekstdoel is van een recept
A
informeren
B
amuseren
C
instrueren
D
activeren
Slide 8 - Quizvraag
De tekstdoelen
Informeren
Amuseren
Overtuigen
Activeren
Instrueren
(Adviseren)
(Waarschuwen)
Slide 9 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen de tekstdoelen activeren en overtuigen?
Slide 10 - Open vraag
Tekstverbanden
In de tekst hebben de zinnen vaak met elkaar te maken, ze houden verband met elkaar. Deze ken je als het goed is:
* opsomming * tijdsvolgorde
* tegenstelling * oorzaak-gevolg
* voorbeeld * voorwaarde
Je herkent de tekstverbanden vaak aan een signaalwoord.
Slide 11 - Tekstslide
Sleep de signaalwoorden naar de bijpassende tekstverbanden.
opsomming
voorbeeld
tegenstelling
tijdsvolgorde
oorzaak-gevolg
voorwaarde
onder andere
bovendien
zo
toch
ten eerste
echter
eerst
daarna
doordat
tenzij
mits
daardoor
Slide 12 - Sleepvraag
Dus...
Je kan de signaalwoorden (hopelijk) plaatsen bij het tekstverband. Nu gaan we kijken of je het tekstverband herkent in een hele zin.
Slide 13 - Tekstslide
Welk tekstverband zie je? Die leerling doet niet goed mee, maar gelukkig snapt hij het al wel.
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld
D
voorwaarde
Slide 14 - Quizvraag
Welk tekstverband zie je? Doordat Ilse een enge film had gekeken, durfde ze niet meer in het donker te fietsen.
A
opsomming
B
voorwaarde
C
tijdsvolgorde
D
oorzaak-gevolg
Slide 15 - Quizvraag
Welk tekstverband zie je? Er komt nog veel nieuwe informatie, zoals drie nieuwe tekstverbanden.
A
oorzaak-gevolg
B
tegenstelling
C
voorbeeld
D
tijdsvolgorde
Slide 16 - Quizvraag
Welk tekstverband zie je? Het gaat zo over: tijdsvolgorde, oorzaak-gevolg en voorwaarde.
A
opsomming
B
voorwaarde
C
voorbeeld
D
tegenstelling
Slide 17 - Quizvraag
Welk tekstverband zie je? Eerst bereikten de Nederlandse voetbalvrouwen de kwartfinale, daarna gingen ze door naar de halve finale en vervolgens wisten ze de finale te winnen!
A
tegenstelling
B
opsomming
C
tijdsvolgorde
D
voorwaarde
Slide 18 - Quizvraag
Welk tekstverband zie je? Als je een echte Willem II-fan bent, dan zou ik een seizoenskaart kopen.
A
voorwaarde
B
voorbeeld
C
tegenstelling
D
oorzaak-gevolg
Slide 19 - Quizvraag
De 'nieuwe' tekstverbanden
Tijdsvolgorde:
Ik heb net eerst de presentie gecheckt, toen heb ik de vorige hoofdstukken herhaald en nu komt de nieuwe uitleg.
Oorzaak-gevolg:
Doordat jullie nu goed hebben opgelet, kunnen jullie zometeen gemakkelijker je huiswerk begrijpen.
Slide 20 - Tekstslide
En de laatste...
Voorwaarde:
Als je dit straks allemaal goed leert, haal je op je toets vast een goed cijfer.
Slide 21 - Tekstslide
Welk tekstverband zie je in deze zinnen: Bospop is een festival dat in Limburg wordt georganiseerd. Ook Solar en Pinkpop zijn grote festivals in Limburg.
A
Tijdsvolgorde
B
Oorzaak-gevolg
C
Opsomming
D
Voorwaarde
Slide 22 - Quizvraag
Aan welke signaalwoorden zie je dat dit een opsommend verband is? Bospop is een festival dat in Limburg wordt georganiseerd. Ook Solar en Pinkpop zijn grote festivals in Limburg.
Slide 23 - Open vraag
Welk tekstverband zie je hier? Pinkpop weet regelmatig grote headliners te strikken. Daardoor zijn de tickets vaak snel uitverkocht.
A
Tegenstelling
B
Oorzakelijk-gevolg
C
Voorbeeld
D
Voorwaarde
Slide 24 - Quizvraag
Aan welk signaalwoord zie je dat het een oorzakelijk verband is? Pinkpop weet regelmatig grote headliners te strikken. Daardoor zijn de tickets vaak snel uitverkocht.
Slide 25 - Open vraag
Welk tekstverband zie je? Ik vind rockmuziek te gek, maar van techno moet ik niet zo veel hebben.
A
Tegenstelling
B
Voorwaarde
C
Tijdsvolgorde
D
Opsomming
Slide 26 - Quizvraag
Aan welk signaalwoord zie je dat het een tegenstellend verband is? Ik vind rockmuziek te gek, maar van techno moet ik niet zo veel hebben.
Slide 27 - Open vraag
Welk tekstverband zie je hier? Veel festivals, zoals Lowlands, zijn populair.
A
Tijdsvolgorde
B
Opsomming
C
Voorbeeld
D
Oorzaak-gevolg
Slide 28 - Quizvraag
Aan welk signaalwoord zie je dat dit een toelichtend verband is? Veel festivals, zoals Lowlands, zijn populair.
Slide 29 - Open vraag
Welk tekstverband zie je hier? Als je zeker wilt zijn van Pinkpoptickets, dan moet je op tijd opstaan.
A
Opsomming
B
Tijdsvolgorde
C
Voorwaarde
D
Tegenstelling
Slide 30 - Quizvraag
Aan welke signaalwoorden zie je dat dit een voorwaardelijk verband is? Als je zeker wilt zijn van Pinkpoptickets, dan moet je op tijd opstaan.
Slide 31 - Open vraag
Welk tekstverband zie je hier? In het festivalseizoen komt eerst Paaspop, daarna Pinkpop en ten slotte Lowlands.
A
Tijdsvolgorde
B
Opsomming
C
Oorzaak-gevolg
D
Voorwaarde
Slide 32 - Quizvraag
Aan welke signaalwoorden zie je dat het een tijdsvolgorde is? In het festivalseizoen komt eerst Paaspop, daarna Pinkpop en ten slotte Lowlands.