les 1

Hoofdstuk 4
De financien in balans

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4
De financien in balans

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht met cijfer Hoofdstuk 4 de financiën in balans

We gaan in 3 lessen werken aan hoofdstuk 4. De eerste les krijg je uitleg. De tweede les zal bestaan uit uitleg en een opdracht. De derde les bestaat uit het maken van de eindopdracht.

Je maakt samen met de persoon die naast je zit opdracht 3 van blz 117.

Op dag 3 maak je in je eentje opdracht 5 op blz 119.
Voor de uiteindelijke opdracht die je alleen moet maken krijg je een cijfer.

Slide 2 - Tekstslide

Balans

Slide 3 - Woordweb

Wat heb ik nodig om
een bedrijf te starten?

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Tekstslide

Start van een eigen bedrijf
  • investeringsbegroting
  •                                              wat heb je nodig?
  • resultatenbegroting
  •                                              wat ga je verdienen?
  • financieringsplan
  •                                              waar betaal je alles van?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Balans
schulden (credit)
bezittingen (debet)
EVENWICHT

Slide 8 - Tekstslide

Gegeven:
Banksaldo (tegoed) € 3.000,-
Inventaris € 35.000,-
Kas € 500,-
Lening € 17.000,-
Voorraad € 22.000,-

Maak de balans

Slide 9 - Tekstslide

Balans
EV
Lening
Inventaris
Voorraad
Bank
Kas
€ 35.000,-
€ 22.000,-
€   3.000,-
€      500,-

€ 60.500,-
€ 43.500,-
€  17.000,-



€ 60.500,-
Debet
Credit

Slide 10 - Tekstslide

Balans
f
schulden (credit)
bezittingen (debet)
EVENWICHT
vaste activa
vlottende activa
liquide middelen
eigen vermogen
schulden lange termijn
schulden korte termijn

Slide 11 - Tekstslide

activa
debiteuren = klanten die hun rekening nog moeten betalen
liquide middelen = kas of bank

passiva
crediteuren = leveranciers aan wie je nog geld schuldig bent

Slide 12 - Tekstslide

Balansmutaties
balans is in evenwicht, dus kan er nooit één mutatie plaatsvinden, er zijn altijd twee veranderingen.

bijv debiteur Hersi betaalt de rekening door €199 over te maken van zijn bankrekening naar de bankrekening van de ondernemer

balansmutaties:
debiteuren         - €199
banksaldo          + €199

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht: maak met de persoon die naast je zit opdracht 3 op blz 117.

Kom je er niet uit?
Zoek in je boek
Vraag eventueel de docent om hulp

Slide 14 - Tekstslide