Pijn, HNP, carpaal tunnel syndroom en reflexen

Pijn
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Pijn

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Acute pijn
Chronische pijn

pijn bij bevalling
kortdurend

steeds weer terugkerend

Pijnbeleving en pijngedrag 
staan op voorgrond

1 op de 5 a 6 mensen

 duidelijke oorzaak

langer dan 6 maanden

zeurend, kloppend, stekend, brandend, 
spasmen, kramp

Slide 4 - Sleepvraag

Slide 5 - Video

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

NSAID
Zwak opiod 
Sterk opioid
Sterk opioid per injectie
Diclofenac
Tramadol
Oxycodon
Morfine

Slide 8 - Sleepvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Waarvan is HNP de afkorting?
A
Hernia nuclei posterior
B
Hernia nuclei pulposi
C
Hernia nervus posterior
D
Hernia nervus pulposi

Slide 11 - Quizvraag

De kern van een tussenwervelschijf wordt de...... genoemd.
A
Aanliggende kern
B
nucleus pulposus
C
annulus fibrosus
D
nucleus caudatus

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide


Tussen de lendewervels zit kraakbeen

A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Van welk type wervels heb je er 7?
A
Halswervels
B
Borstwervels
C
Lendenwervels
D
Staartbeen

Slide 16 - Quizvraag

De verdeling van het aantal wervels is:
A
7 cervicale, 13 thoracale, 6 lumbale en 3 sacrale
B
5 cervicale, 12 thoracale, 6 lumbale en 4 sacrale
C
6 cervicale, 12 thoracale, 4 lumbale en 6 sacrale
D
7 cervicale, 12 thoracale, 5 lumbale en 5 sacrale

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

De tintelingen in de hand bij een carpaal tunnel syndroom zijn waarneembaar in:
A
De pink
B
De vingertoppen
C
De handwortel
D
De duim, wijs-, middel- en deel van de ringvinger

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Kan een terugtrek-reflex nog optreden als in de reflexboog de zenuwcellen R zijn uitgeschakeld?
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quizvraag

Hoe verloopt de
weg
van een reflexboog?
A
Zintuigcellen-Gevoelszenuwcellen-Schakelcellen in de hersenen-Bewegingszenuwcellen-Spier
B
Zintuigcellen-Gevoelszenuwcellen - Schakelcellen in ruggenmerg/stam Bewegingszenuwcellen-Spier
C
Zintuigcellen-Schakelcellen-Gevoelszenuwcellen-Spier

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Slide 36 - Tekstslide

Hoe noem je het groter en kleiner worden van de pupil?
A
oogreflex
B
pupilreflex
C
accomoderen
D
accomodatiereflex

Slide 37 - Quizvraag

De oogzenuw behoort tot het centraal zenuwstelsel
A
Juist
B
Onjuist

Slide 38 - Quizvraag