Literatuur De moderne tijd

Literatuur De moderne tijd
PTA 10% Nederlands
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsWOMiddelbare schoolLeerjaar 6

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Literatuur De moderne tijd
PTA 10% Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel vertrouwen heb je in de toets?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Welke soorten literatuur/type romans hebben we behandeld?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort niet in het rijtje thuis? Waarom niet?
Veelduidigheid (ambigu)
Taalgebruik geconstrueerd/aangepast op inhoud
Verrassende opbouw
Vlakke karakters
Doorbreken verwachtingen/niet cliché

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Culturele autoriteiten brengen het boek onder de aandacht. Wie zijn dat?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Noem een voorbeeld van een cultureel motief.

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke literatuur is (ook) gericht op het oorlogsverleden?
A
verzetsliteratuur, dystopische romans
B
dystopische romans, traumaliteratuur
C
non-conformistische en verzetsliteratuur
D
Generatie Nix, verloren generatie

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van deze twee generaties worstelde met de doorwerking van het oorlogsverleden en schreef over dit verleden?
A
Generatie Nix
B
De verloren generatie

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke literatuur was grensverleggend en tegendraads?
A
Defictionaliseringsliteratuur
B
Non-conformistische literatuur
C
Traumaverwerkingsliteratuur

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Existentialisme
A
Bestaan gaat vooraf aan essentie
B
Essentie gaat vooraf aan het bestaan (noodlot)

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Existentialisme
A
Niet kiezen is ook kiezen
B
Niet kiezen betekent veiligheid
C
Niet kiezen betekent luiheid
D
Niet kiezen betekent doelloosheid

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Paradoxale situatie(s)?
A
Slachtoffer maar verantwoordelijk
B
Vrij in keuzes, maar afhankelijk van omstandigheden
C
Slachtoffer, maar vrij
D
Verantwoordelijk, maar afhankelijk van omstandigheden.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

"Het waren schrijvers die de verdeelde geest van het naoorlogse Nederland in kaart brachten." Over wie gaat dit citaat?
A
De postmodernisten
B
De existentialisten
C
De Generatie Nix
D
De Grote Drie

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jaren 60:
A
Troostend, verzet, taboedoorbrekend
B
Migratieproblematiek
C
Individualisme, autobiografie

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jaren 70, 80:
A
Troostend, verzet, taboedoorbrekend
B
Migratieproblematiek
C
Individualisme, autobiografie

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

"De schaamte voorbij!" De titel van een bekend werk van Meulenbelt. Wat staat centraal?
A
Belang van de opmars van vrouwenrechten
B
Belang van de opmars van culturen omarmen
C
Belang van de opmars van dichterlijke vrijheden

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jaren 90:
A
Troostend, verzet, taboedoorbrekend
B
Migratieproblematiek
C
Individualisme, autobiografie

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Revisor
A
Is de achternaam van een postmoderne auteur
B
Is de naam van een postmodern tijdschrift
C
Is de naam van het tijdschrift van de Generatie Nix
D
Is een begrip en betekent 'reviseren/verbeteren'

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

"Eerst dacht ik dat het door het licht in de kamer kwam dat er niets meer te zien was dan vlekkerig donker. Maar zelfs toen ik het licht had uitgeknipt, zag ik nauwelijks iets..." (Verhelst) Dit citaat past bij...
A
Existentialisme
B
Postmodernisme
C
Autobiografische romans
D
Non-conformistische romans

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Postmodernisme
A
De werkelijkheid bestaat, maar is persoonsgebonden.
B
De werkelijkheid is een weergave van herinneringen.
C
De werkelijkheid bestaat niet.
D
De waarheid is problematisch.

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer kenmerken van het postmodernisme.

Slide 21 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kan twijfel naar voren komen in de postmodernistische literatuur? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Verteller corrigeert in taalgebruik
B
Verteller brengt fysiek verbeteringen aan (strepen, erbij schrijven)
C
Verteller herhaalt zichzelf, herstelt zichzelf.
D
Personages twijfelen expliciet.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Taal is volgens de postmodernisten problematisch.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Grenzen (lit-lec/kunst-kitsch/tijden etc) worden opgezocht en verlegd in postmoderne literatuur.
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Originaliteit was een vereiste in postmoderne literatuur.
A
Juist, je mag niet gebruikmaken van andere teksten
B
Onjuist, intertekstualiteit was prima.

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Binnen een verhaal op het verhaal commentaar leveren, noemen we
A
microfictie
B
micrafictie
C
metafictie
D
commentfictie

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lees de tekst:
Drama in Alphen aan den Rijn - 11 april 2021
Het gebeurde eerder in de Verenigde Staten, in Brazilië, in Duitsland, in Finland, in nog meer landen. Het is nu ook in Nederland gebeurd, in Alphen aan den Rijn. Op een zaterdagmiddag in een winkelcentrum genaamd De Ridderhof schoot een man in het wilde weg om zich heen, doodde zes volwassen mannen en vrouwen, verwondde zeventien mensen en sloeg daarna de hand aan zichzelf. Om redenen die onbekend zijn, die niemand ooit zal kunnen begrijpen.

Het moorddadige en schokkende geweld roept herinneringen op aan 30 april 2009, toen een man in Apeldoorn een aanslag op de koninklijke familie trachtte te plegen. Hij reed daar met zijn auto in op een mensenmenigte. Acht doden, onder wie de dader, en een aantal gewonden waren het gevolg. Speelden in Apeldoorn vermoedelijk anti-gevoelens jegens het Koninklijk Huis een rol bij de dader, wat de man in Alphen voor motief had, is vooralsnog een raadsel.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat valt je op aan de schrijfstijl?

Slide 29 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Japin en het schrijverschap: waarom kiest hij graag voor de ik-vorm?
A
Voor de lezer is identificatie makkelijker
B
Voor de schrijver is identificatie makkelijker
C
Het verhaal draait immers slechts om het hoofdpersonage

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem een kolonie van Nederland en een van België.

Slide 31 - Woordweb

Nederlands-Indië (nu Indonesië), Suriname, de Nederlandse Antillen en Nederlands-Nieuw-Guinea
De twee grote Belgische koloniën waren Belgisch-Congo en Ruanda-Urundi.
Wat is de meerwaarde van literatuur lezen?

Slide 32 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Citaat artikel: "De fantasie moet vrij zijn." Leg uit dat fantaseren vrijheid moet kennen.

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Nathan Sid/postkoloniale literatuur: "Indië was overal in huis." Waarom?
A
Moeder spaarde souvenirs
B
Traditionele gebruiken waren van groot belang
C
Het verleden in Indië heeft invloed op het heden/de karakters.
D
De wens om terug te keren naar Indië is groot

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de literaire quarantaine?
A
Literatuur die gaat over een niche
B
Literatuur die gaat over coronatijden/pandemieën
C
Literatuur die zichzelf beperkt in maatschappelijke betrokkenheid
D
Literatuur die over de ik-persoon gaat en niet over de ander

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de strekking van Zwagermans Kellendonklezing?

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn relationele romans?
A
Romans die gaan over liefdesrelaties
B
Romans die gaan over mislukte relaties
C
Romans waarbij de verhouding tussen mensen en dingen centraal staat
D
Romans waarbij de verhouding tussen ouders en kinderen centraal staat

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

- "Het geluid zwelt aan, verandert van gebrom in gesuis. In gerommel en gekletter, het overstemt het orkest met gemak. Grauw, het is grauw buiten. Een golf komt aanrollen." (Koopman)
- Leg uit welke termen hierbij passen: verwerkingsliteratuur, autobiografische literatuur, defictionalisering, expressionisme, romans van de verloren generatie, postkoloniale literatuur, dystopische romans, feministische literatuur, postmoderne roman, Generatie Nix, historische roman, klimaatroman, magisch realisme, mentale romans, relationele romans, straatrumoer, migrantenliteratuur.

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel vertrouwen heb je in de toets?
😒🙁😐🙂😃

Slide 39 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Het laatste staartje literatuurgeschiedenis. Hopelijk vond je de lessen toch leuk/interessant. ;) Succes met leren!
😒🙁😐🙂😃

Slide 40 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wat vind je van je gelezen (eerste) boek?
😒🙁😐🙂😃

Slide 41 - Poll

Deze slide heeft geen instructies