1HV- Paragraaf 6.2

NIEUW
§6.2 'De samenleving in de Vroege Middeleeuwen'. 
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

NIEUW
§6.2 'De samenleving in de Vroege Middeleeuwen'. 

Slide 1 - Tekstslide

Deze les 
  • Introductie Vroege Middeleeuwen 
  • Uitleg 6.2 
  • Zelfstandig werken 6.2 

Slide 2 - Tekstslide

Even herhalen, Hoe kwam het Romeinse Rijk ook alweer tot zijn einde?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Link

Het rijk van Karel de Grote
Karel de Grote

Slide 5 - Tekstslide

Het leenstelsel
  • Karel de Grote kon zijn land niet alleen besturen. Daarom kreeg hij hulp van edelen. 

  • Zijn trouwste edelenkregen als beloning een gebied in leen. 
  • Zij mochten dit namens hem besturen: zij werden zijn leenmannen.
  • Karel de Grote is de leenheer
feodalisme

Slide 6 - Tekstslide

De leenman
De leenheer:
Karel de Grote
Het leen (de grond) dat de leenman 'in leen' krijgt.
De vier plichten van een leenman:
  • Hij moest trouw zweren aan de koning; 
  • Hij moest zijn gebied besturen en er recht-spreken;
  • Hij moest jaarlijks belasting aan de koning betalen; 
  • Als er oorlog was in het Rijk, moest hij met zijn eigen soldaten meevechten in het leger van de koning.
De leenman zweert trouw aan zijn leenheer, Karel de Grote.

Slide 7 - Tekstslide

Wat is een goed voorbeeld
van een leenstelsel?
A
De koning bestuurt zijn land helemaal in zijn eentje.
B
De koning heeft ministers die hem advies geven over het bestuur van zijn land.
C
De koning heeft niets te zeggen over het bestuur van zijn land.
D
De koning heeft zijn land in twintig stukken verdeeld. Ieder stuk wordt bestuurd door een vriend van hem.

Slide 8 - Quizvraag

Op deze afbeelding uit de dertiende eeuw
belooft een leenman trouw aan Karel de Grote.

Is deze uitspraak goed of fout?
De man helemaal links op de afbeelding is Karel de Grote.
A
Goed
B
Fout

Slide 9 - Quizvraag

Op deze afbeelding uit de dertiende eeuw
belooft een leenman trouw aan Karel de Grote.

Is deze uitspraak goed of fout?
Karel de Grote wordt nu de leenheer van de leenman
A
Goed
B
Fout

Slide 10 - Quizvraag

Op deze afbeelding uit de dertiende eeuw belooft een
leenman trouw aan Karel de Grote.

Is deze uitspraak goed of fout?
De afbeelding gaat over de manier waarop Karel de Grote zijn land bestuurde
A
Goed
B
Fout

Slide 11 - Quizvraag

Welke plicht heeft een leenman?
A
Hij moet in zijn gebied doen waar hij zin in heeft.
B
Hij moet elke ochtend bijtijds opstaan.
C
Hij moet trouw beloven aan zijn leenheer.
D
Hij moet delen van zijn gebied doorlenen aan onderleenmannen.

Slide 12 - Quizvraag

Vroege middeleeuwen
500 - 1000
Motte kasteel
Late middeleeuwen
1100 - 1500
Het Muiderslot

Slide 13 - Tekstslide

aanTEKENING
In je schrift maak je een tekening van het DOMEIN.


Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Geestelijken 
Geestelijken zijn mensen die voor de kerk werken. De geestelijkheid heeft verschillende banen. Sommige zijn belangrijker dan anderen (hoog-laag)

Seculiere geestelijken: veel contact
Bijvoorbeeld de paus, de dorpspriester en de missionaris

Reguliere geestelijken: weinig contact
Bijvoorbeeld een monnik of non. 


Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Missionaris
Missionaris --> missie
Een geestelijke die naar andere volken en gebieden reist met het doel anderen te bekeren tot het christendom.


bekeren = iemand overhalen 


Slide 18 - Tekstslide

Willibrord was een Engelse missionaris die in 690 probeerde de Friezen tot het Christendom te bekeren. De Friezen zaten daar niet op te wachten.
Bonifatius was ook een Engelse missionaris die probeerde de Friezen te bekeren. Dit lukte niet: in 754 werd hij door Friezen in Dokkum vermoord.

Slide 19 - Tekstslide

Kerk = machtig
In de Middeleeuwen had de kerk veel macht in Europa. Zij hadden veel invloed op het gewone leven van mensen, maar op het bestuur van landen. 

Maar waarom hadden zij veel macht?


Slide 20 - Tekstslide

Invloed gewone leven

  • In de Middeleeuwen konden de meeste mensen niet lezen of schrijven. Geestelijken konden dit wel. Hiervan waren veel mensen ernorm van onder de indruk. 
  • Geestelijken vertelden de mensen hoe je moet leven om in de hemel te komen. Mensen vonden dit toen heel belangrijk. Ze luisterden dus goed naar hen. 

Slide 21 - Tekstslide

Invloed bestuur

  • De kerk was heel rijk. Koningen leenden geld van de paus, bijvoorbeeld om een oorlog van te kunnen betalen. In ruil hiervoor wilde de kerk meebeslissen in het bestuur van dat land. 
  • Belangrijke geestelijken waren vaak adviseus van koningen. Geestelijken waren vaak goed opgeleid en kenden veel andere belangrijke mensen. 
Op de afbeelding zie je kardinaal Ferretti. Een kardinaal is na de paus de belangrijkste geestelijke. Er zijn meerdere kardinalen en je kunt ze herkennen doordat ze vaak de kleur rood dragen. 

Slide 22 - Tekstslide

Invloedrijke
geestelijken
In de Middeleeuwen hadden geestelijken veel invloed, omdat:
  • Iedereen was gelovig in de Middeleeuwen.
  • Iedereen ging naar dezelfde kerk.
  • Geestelijken konden je vertellen hoe je in de hemel kon komen. 
  • Geestelijken konden lezen en schrijven.
  • Belangrijke geestelijken hadden invloed op het bestuur. 
  • De kerk was rijk. 
  • De Paus kon je in de ban doen. 

Slide 23 - Tekstslide

Welke groep is er hier afgebeeld?
A
Geestelijken
B
Boeren en burgers
C
Adel
D
Horigen

Slide 24 - Quizvraag

Monniken zijn geestelijken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Hoe wordt iemand genoemd die mensen wil bekeren tot het christendom?
A
Heiden
B
Missionaris
C
Viking
D
Bekeerder

Slide 26 - Quizvraag

Waarom waren geestelijken belangrijk voor het bestuur?
A
Konden lezen en schrijven
B
Christelijke bevolking luisterde naar geestelijken
C
Konden de bevolking bekeren
D
Hoorden bij de eerste stand

Slide 27 - Quizvraag

Leerstof toetsweek


Leren:
  • Leerboek §6.2 t/m §6.4 (zie boek)
  • Begrippenlijst H6
  • Lessonup + 'aantekeningen'
Hoofdstuk 6
Paragraaf 6.2 t/m 6.4

Slide 28 - Tekstslide