02. Thema 6.5 / 6.6 Duurzaamheid (1) 10-7

Thema 6: 
Ecologie en duurzaamheid
BK Basisstof 4 / KGT Basisstof 5: 
Mens en milieu
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Thema 6: 
Ecologie en duurzaamheid
BK Basisstof 4 / KGT Basisstof 5: 
Mens en milieu

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen:

B:
  • Je kunt manieren noemen waarop de mens afhankelijk is van het milieu.
  • Je kunt enkele oorzaken en voorbeelden noemen van milieuproblemen.
KGT:
  • Je kunt enkele oorzaken en gevolgen noemen van uitputting en vervulling. 
  • Je kunt enkele oorzaken en gevolgen noemen van klimaatverandering.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide


De mens heeft invloed op het milieu


We halen stoffen uit het milieu, bv: grondstoffen en water. 
We voegen ook stoffen toe aan het milieu, bv: afval en uitlaatgassen. 

Op deze manier veranderen we het milieu.

Vroeger was de invloed van mensen nog niet zo groot maar omdat er nu zoveel mensen zijn, ontstaan er milieuproblemen

Slide 4 - Tekstslide

De belangrijkste oorzaken van milieuproblemen zijn:
1. de bevolkingstoename 
(De laatste vijftig jaar is het aantal mensen op aarde verdubbeld)
2. de manier van leven van de mens

De mens zorgt op twee manieren voor milieuproblemen:
• door uitputting: zo veel stoffen uit het milieu halen dat ze opraken
• door vervuiling: stoffen aan het milieu toevoegen die schadelijk zijn

Slide 5 - Tekstslide

Onze manier van leven zorgt voor uitputting en vervuiling van de aarde
Mensen gebruiken aardolie, aardgas en steenkool als brandstof (fossiele brandstoffen)
Door deze brandstoffen hebben we energie voor auto’s, fabrieken en verwarming. 

Fossiele brandstoffen zijn miljoenen jaren geleden ontstaan uit resten van dode
planten en dieren. MAARRR, ze raken uitgeput (op)!
Over 50 tot 100 jaar zijn de voorraden waarschijnlijk op.

Om machines, apparaten, huizen en kleding te maken gebruiken we ook grondstoffen.
Bv: aardolie (voor kunststoffen) en zand (voor glas en bouwmateriaal).
Ook de voorraden van grondstoffen raken uitgeput.

Slide 6 - Tekstslide

Vervuiling van de aarde

De industrie en het verkeer  geven  via hun uitlaatgassen stikstof af aan het milieu. Vooral in de zomer hebben grote steden daar last van. Bij windstil en warm weer ontstaat dan smog

Mensen met astma en COPD hebben veel last van smog.

Slide 7 - Tekstslide

Luchtvervuiling
Boeren gebruiken mest om de grond vruchtbaar te maken. Een belangrijke stof in mest is stikstof. Stikstof is een belangrijke oorzaak van luchtvervuiling.

Een deel van de stikstof komt in het grondwater en in de lucht en zo in natuurgebieden terecht. Brandnetels en grassen groeien  goed op veel stikstof, maar kwetsbare of zeldzame planten kunnen er niet goed tegen en verdwijnen.

Slide 8 - Tekstslide

Bodemvervuiling
Bodemvervuiling ontstaat door giftig afval in de grond. 
Een gif is een stof die schadelijk is voor organismen. 

Vroeger werd giftig afval soms op vuilnisplaatsen gestort. 
Zo zijn op veel plaatsen giftige stoffen in de bodem gekomen. 

Planten nemen deze stoffen op via hun wortels. De planten worden gegeten door dieren.
Zo komen de giftige stoffen in de voedselketen.


Slide 9 - Tekstslide

Watervervuiling
Watervervuiling komt soms van de landbouw. Stoffen uit mest komen dan terecht in het water van sloten of in het grondwater. Ook huishoudens en fabrieken vervuilen het water. Op veel plaatsen in de wereld wordt afvalwater zomaar in het milieu geloosd. In Nederland mag dat niet.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

KLIMAATVERANDERING
Door het versterkte broeikaseffect verandert het klimaat. Klimaatverandering betekent
dat het weer over een langere periode verandert. Door de klimaatverandering krijgen we
in Nederland zachtere winters en warmere zomers. Ook krijgen we meer extreem weer,
zoals storm of hagelbuien.

Misschien heb je ook gemerkt dat in de zomer vaker blauwalg voorkomt in een zwemplas.
Blauwalg is een bacterie die stoffen maakt die giftig zijn voor mensen en honden.

Daarom mag je niet zwemmen als er blauwalg is. 
Door klimaatverandering komt er in de zomer vaker blauwalg voor in het water.

Slide 12 - Tekstslide

Maken Thema 1:

Aan de slag!
Maken § 6.4: t/m opdracht 7
+
Leren 6.4


Maken § 6.5: t/m opdracht 9
+
Leren 6.5


BK
KGT

Slide 13 - Tekstslide

Les: Duurzaamheid

Slide 14 - Tekstslide

Thema 6: 
Ecologie en duurzaamheid
BK Basisstof 5 / KGT Basisstof 6: 
Duurzaamheid

Slide 15 - Tekstslide

Leerdoelen:
B:
  • Je kunt enkele duurzame oplossingen
    noemen voor milieuproblemen in Nederland.
KGT:
  • Je kunt uitleggen wat duurzaamheid is.
  • Je kunt aangeven wat duurzame oplossingen voor milieuproblemen in Nederland kunnen zijn.

Slide 16 - Tekstslide

Duurzaam(heid)
* Duurzaam: betekent dat het leven ook in de toekomst door kan gaan, zonder schade voor het milieu.

* Duurzaamheid: niet meer stoffen uit het milieu halen dan 
het milieu kan aanvullen, en niet meer stoffen aan het 
milieu toevoegen dan het milieu kan verwerken.


Slide 17 - Tekstslide

Mensen gebruiken de aarde voor voedsel, grondstoffen en energie. Met z’n allen
gebruiken we meer dan de aarde kan geven. 
Er zijn duurzame oplossingen:
1 duurzame energie
2 duurzame grondstoffen
3 duurzame landbouw
4 minder vervuiling
5 minder broeikasgassen

Slide 18 - Tekstslide

Oplossing 1: Duurzame energie
Duurzame energie: energie die geen milieuvervuiling veroorzaakt en waarbij de bron niet opraakt. 
Biomassa = afvalresten van planten en dieren(mest)
wordt gebruikt als brandstof in elektriciteitscentrales 
Windmolens
Zonnepanelen
Waterkracht

Slide 19 - Tekstslide

Oplossing 2: Duurzame grondstoffen

  • Recycle (wordt van afval nieuwe grondstoffen gemaakt)
  • Reuse / hergebruik (hele voorwerp opnieuw gebruikt)
  • Reduce / consuminderen (langer met dezelfde spullen doen)

Slide 20 - Tekstslide

Oplossing 3: Duurzame landbouw
Precisielandbouw = heel precies gebruik van water en andere voedingsstoffen. Dit wordt gemeten door robots, drones sensoren etc.

Kringlooplandbouw = Afval 
van dieren en planten wordt 
zoveel mogelijk hergebruikt

                                  

Slide 21 - Tekstslide

Oplossing 4: Minder vervuiling
• vaker met het openbaar vervoer of de fiets gaan
• geen vuurwerk afsteken 
• geen hout stoken in houtkachel, vuurkorf of open haard

Slide 22 - Tekstslide

Oplossing 5: minder broeikassen
* Zuinige apparaten gebruiken
* Huis goed isoleren


Door energielabels kun je zien hoe zuinig een
huis, apparaat of auto is

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Welke vorm van energie is duurzaam?
A
aardgas
B
windenergie
C
steenkool
D
benzine

Slide 26 - Quizvraag

Welk afval kan als biomassa worden gebruikt?
A
afgevallen bladeren
B
batterij
C
melkpak
D
spuitbus

Slide 27 - Quizvraag

Is dit een voorbeeld van hergebruik of recycling: gebruikte meubelen kopen.
A
hergebruik
B
recycling

Slide 28 - Quizvraag

Wat vind jij? Stellingen..
  • Praat je met jouw vrienden wel eens over klimaat en duurzaamheid?      hand omhoog = JA laag = NEE

  • Denk je dat kleine dingen thuis, zoals korter douchen,  licht uitdoen en de verwarming lager, invloed hebben op het klimaat?     hand omhoog = JA laag = NEE

Slide 29 - Tekstslide

Stellingen...
  • Denk je dat statiegeld op plastic en blikjes goed is voor jouw eigen omgeving?      hand omhoog = JAlaag = NEE
  • Heeft het eten van vlees iets te maken met CO2-uitstoot?       hand omhoog = JA laag = NEE
  • Tot slot, zou jij zelf duurzamer willen leven?   
     hand omhoog = JA laag = NEE


Slide 30 - Tekstslide

Maken Thema 1:

Aan de slag!
Maken § 6.5: t/m opdracht 7
+
Leren 6.5


Maken § 6.6: t/m opdracht 9
+
Leren 6.6


BK
KGT

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Link

Nabespreking
Hoe is het gegaan?
Wat ging goed?
Wat vond je moeilijk?
Welke vragen heb je nog?

Slide 33 - Tekstslide