Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
PITFALLS
Pitfalls
Homophones: woorden die dezelfde uitspraak hebben maar een andere betekenis hebben
PS. Google Translate doet dit niet altijd goed voor je ;)
1 / 37
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
In deze les zitten
37 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Pitfalls
Homophones: woorden die dezelfde uitspraak hebben maar een andere betekenis hebben
PS. Google Translate doet dit niet altijd goed voor je ;)
Slide 1 - Tekstslide
They're / Their / There
They're -> verkorte vorm van "they are"
Their -> bezittelijk voornaamwoord: van "they"
There -> geeft een 'plaats' aan
Slide 2 - Tekstslide
Match the pitfalls to the correct meaning/ synonym.
short for “they are”
location
possessive of they
They're
Their
There
Slide 3 - Sleepvraag
______ from Canada.
Choose from: they're / there / their
Slide 4 - Open vraag
All of _____ family members were really upset.
Choose from: they're / there / their
Slide 5 - Open vraag
Personally, I think _____ tired.
Choose from: they're / there / their
Slide 6 - Open vraag
______ bad things happening in the world.
Choose from: they're / there / their
Slide 7 - Open vraag
Then / Than
Then -> geeft tijd of consequentie aan
Than -> gebruik je bij een vergelijking
Slide 8 - Tekstslide
Match the pitfalls to the correct meaning/ synonym.
comparison/ conjunction
time
Then
Than
Slide 9 - Sleepvraag
People were richer back _____ .
Choose from: then / than
Slide 10 - Open vraag
My sister is much smarter ______ my brother.
Choose from: then / than
Slide 11 - Open vraag
If I eat too much junkfood, _____ I will be sick.
Choose from: then / than
Slide 12 - Open vraag
Where, Were, We're
Where -> vragende voornaamwoord voor 'plaats'
Were -> verleden tijd voor 'to be'
We're -> verkorte vorm van "we are"
Slide 13 - Tekstslide
Match the pitfalls to the correct meaning/ synonym.
short for “we are”
location / place
form of 'to be'
Where
Were
We're
Slide 14 - Sleepvraag
______ are your parents going?
Choose from: Where / Were / We're
Slide 15 - Open vraag
______ out of time. We need to go home quickly.
Choose from: Where / Were / We're
Slide 16 - Open vraag
______ you on time for the first class this morning?
Choose from: Where / Were / We're
Slide 17 - Open vraag
You're / Your
You're -> verkorte vorm van "you are"
Your -> bezittelijk voornaamwoord: van "you"
Slide 18 - Tekstslide
Match the pitfalls to the correct meaning/ synonym.
possessive of you
short for “you are”
You're
Your
Slide 19 - Sleepvraag
____ not making sense at all.
Choose from: Your / You're
Slide 20 - Open vraag
Are you kidding? Have you lost all of ______ senses?!
Choose from: Your / You're
Slide 21 - Open vraag
Are you kidding? Have you lost all of ______ senses?!
Choose from: Your / You're
Slide 22 - Open vraag
too / to
Too -> betekent "ook", of geeft "heel veel" aan
To -> voorzetsel
Slide 23 - Tekstslide
Match the pitfalls to the correct meaning/ synonym.
as well/ too much
preposition/ towards
to
too
Slide 24 - Sleepvraag
If my brother passed the test, you can _____ .
Choose from: to / too
Slide 25 - Open vraag
We're going _____ to that new place in the centre.
Choose from: too / to
Slide 26 - Open vraag
My best friend is _____ exhausted to go out tonight.
Choose from: too / to
Slide 27 - Open vraag
It's / Its
It's -> verkortte vorm van "it is" en "it has"
Its -> bezittelijk voornaamwoord: van "it"
Slide 28 - Tekstslide
Match the pitfalls to the correct meaning/ synonym.
short of of 'it is'
possessive form of 'it'
its
it's
Slide 29 - Sleepvraag
The cottage, while really old, certainly has _____ charms.
Choose from: it's / its
Slide 30 - Open vraag
My cousing has lost her phone, but she thinks ____ at home.
Choose from: it's / its
Slide 31 - Open vraag
Who's / Whose
Who's
-> korte vorm van 'who is'
Whose
-> bezittelijke vorm
Slide 32 - Tekstslide
Match the pitfalls to the correct meaning/ synonym.
possessive of who
short for 'who is'
Who's
Whose
Slide 33 - Sleepvraag
____ that good looking guy over there?
Choose from: Whose / Who's
Slide 34 - Open vraag
I found this key on the floor. _____ is it?
Choose from: Whose / Who's
Slide 35 - Open vraag
______ goals are we talking about here, mine or yours?
Choose from: Whose / Who's
Slide 36 - Open vraag
Pitfalls
They're / There / Their
Where / Were / We're
Your / You're
Its / It's
Than / Then
Too / to
Whose/ Who's
Slide 37 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
M2A SS7 PTO 4 recap II
Augustus 2023
- Les met
41 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
HM2A SS7 PW4 Recap II
Juni 2024
- Les met
43 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
HH2A SS7 PW4 recap II
September 2024
- Les met
43 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Good Pitfalls
14 dagen geleden
- Les met
38 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Oefentoets Mavo 2 - Chapter 5 + Grammar Chapter 6 Stepping Stones
Juni 2023
- Les met
53 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
I: Pitfalls
Mei 2022
- Les met
10 slides
Engels
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 2
Ch6_ grammar I
Mei 2024
- Les met
40 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
AH2 PITFALLS CHAPTER 6
Juni 2022
- Les met
23 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2