In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat denken jullie hier te leren in het labo chemie?
Slide 2 - Open vraag
afkorting CBM
Slide 3 - Woordweb
afkorting PBM
Slide 4 - Woordweb
Welke PBM's moet je dragen in het labo? Noem 2 belangrijke PBM's
Slide 5 - Open vraag
Het dragen van een handschoenen is een voorbeeld van een
A
CBM
B
PBM
Slide 6 - Quizvraag
DE AANWEZIGHEID VAN EEN OOGDOUCHE IN HET LABO IS EEN VOORBEELD VAN?
A
CBM
B
PBM
Slide 7 - Quizvraag
welk kledingstuk draag je NIET in een labo?
A
lange broek
B
dichtgeknoopte labojas
C
schoenen met plateauzolen
D
Alles mag in het labo gedragen worden.
Slide 8 - Quizvraag
HET BEWAREN VAN VLOEISTOFFEN IN LEKBAKKEN IS EEN VOORBEELD VAN?
A
CBM
B
PBM
Slide 9 - Quizvraag
Pipetteren met de mond mag wanneer het een verdunde waterige oplossing is.
A
Mag enkel wanneer je water pipetteert
B
Ja, maar zorg er wel voor dat je niets in je mond krijgt.
C
Is nooit toegelaten
Slide 10 - Quizvraag
Dit is de juiste manier van geuren waarnemen in het labo
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quizvraag
Aanraken van een vaste stof doe je best met een
A
je blote hand
B
een spatel
C
met handschoenen eventueel
Slide 12 - Quizvraag
Een student zet drie bekers klaar en labelt deze met nr 1,2 en 3. In zijn laboschrift schrijft hij op wat er in deze bekers zit . Deze manier van labeling is
A
Correct
B
Niet correct
Slide 13 - Quizvraag
Wat is volgens jou de meest belangrijke voorzorgsmaatregel die je moet nemen als je werkt met een licht ontvlambaar product?
Slide 14 - Open vraag
k moet een maatbeker vullen met geconcentreerd azijnzuur. Hoe ga ik te werk?
A
Bij het overgieten wijst het etiket naar boven
B
Bij het overgieten wijst het etiket naar beneden
C
Ik doe zeker handschoenen aan
D
het maakt niet uit hoe je giet.
Slide 15 - Quizvraag
n het labo vind je een ongemerkte maatbeker met kleurloze "precies" water. Maar je twijfelt.. Wat doe je?
Slide 16 - Open vraag
Ik heb grote dorst. Ik drink snel iets in het labo
A
ok, dat mag van de lector
B
Drinken doe je nooit in het labo
C
Drinken doe je op de gang
Slide 17 - Quizvraag
Ik moet zoutzuur verdunnen met water. Welke handeling is juist
A
Ik voeg het zuur aan het water
B
Ik voeg water bij het zuur
Slide 18 - Quizvraag
Wat is de betekenis van dit GVS?
A
Explosief
B
licht ontvlambaar
C
Mileugevaarlijk
D
Corrosief
Slide 19 - Quizvraag
Product 1 Product 2
A
Deze producten mogen samen opgeslagen worden
B
Deze producten mogen niet samen opgeslagen worden
C
Je mag ze eender waar in het labo zetten
Slide 20 - Quizvraag
Geconcentreerd zuur gooi ik weg in
A
De bidon organische solvent niet halogeneerd
B
In de neutralisatie-emmer
C
In de bidon voor anorganische zuren
D
In bidon anorganische basen
Slide 21 - Quizvraag
Methanol verzamel je in
A
De bidon organische solvent niet halogeneerd
B
In de gootsteen
C
In de bidon voor anorganische zuren
D
In bidon anorganische basen
Slide 22 - Quizvraag
Mengsel 50% water -50% azijnzuur
A
De bidon organische niet halogeneerde solventen
B
In de neutralisatie-emmer
C
In de bidon voor anorganische zuren
D
In de gootsteen
Slide 23 - Quizvraag
NaCl- oplossing verzamel je in
A
De bidon organische solvent niet halogeneerd
B
In de neutralisatie-emmer
C
In de bidon voor anorganische zuren
D
In de gootsteen
Slide 24 - Quizvraag
Gebruikte handschoenen werp ik bij..
A
restafval
B
bij afval laboplastic
C
Hou ik bij tot het volgende lab
D
Ik mag kiezen waar ik dit gooi
Slide 25 - Quizvraag
Het halen van water type II gebeurt als volgt
A
Alleen
B
Met 2
C
Alleen maar ik neem een karretje mee
D
Met 2 en we nemen een karretje mee
Slide 26 - Quizvraag
De volle bak met chemisch glasafval mag in de gewone glasbol op de binnenkoer
A
Waar
B
Niet Waar
Slide 27 - Quizvraag
Ik heb vandaag alles begrepen
Slide 28 - Poll
Ik weet hoe ik me voor het volgende labo moet voorbereiden.