h2 Unité 1. Grammaire II passé composé

V2C
Jacky
Jade
Tygo
Dani
Kayleigh
Fenne
Eva
Jenna
Max
Mathijs
Isabelle
Elisa
Lauren
Puck
Fabian
Jelle
Iris
Fay
Eden
Noa
Sarah
Thrize
Docent
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

V2C
Jacky
Jade
Tygo
Dani
Kayleigh
Fenne
Eva
Jenna
Max
Mathijs
Isabelle
Elisa
Lauren
Puck
Fabian
Jelle
Iris
Fay
Eden
Noa
Sarah
Thrize
Docent

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Programme d'aujourd'hui
  • Grammaire II: passé composé herhaling
  • Grammaire II: exercices 16abcde
  • Terminer


BUT DU COURS: je weet hoe je de passé composé moet maken.

Slide 3 - Tekstslide

Passé composé met avoir
Hoe doe je dat?

Overleg 5 min. met je buurman/ buurvrouw. 
Hulp : p.137

Slide 4 - Tekstslide

Passé composé met avoir
2 delen opschrijven!

1. Hulpwerkwoord: avoir
2. Voltooid deelwoord.

1. J'ai, tu as, il/elle/on a, nous avons, vous avez, ils/ elles ont
2. Regelmatig werkwoord op -er = parler = parlé.
     Onregelmatig werkwoord = blz. 137.

Slide 5 - Tekstslide

Exercice
1. Tu ____________ ______________________ (jouer)
2. Le copain ______________ _______________ (chanter)
3. Hugo et Lisa ___________ _____________ (parler)
4. je ___________ _____________ (manger)

Slide 6 - Tekstslide

Passé composé met être
2 delen opschrijven!

1. Hulpwerkwoord: être
Je suis = ik ben
Tu es = jij bent
Il/ elle/ on est = hij/ zij/ men is
Nous sommes = wij zijn
Vous êtes = jullie zijn/ u bent
Ils/ elles sont = zij zijn


Slide 7 - Tekstslide

Passé Composé met être
2 delen opschrijven!

2. Voltooid deelwoord: blz. 24
Onregelmatige werkwoorden

Il est allé, elle est allée, ils sont allés, elles sont allées


Slide 8 - Tekstslide

Le cours de français

Slide 9 - Tekstslide

Exercice
Maak Franse zinnen in het voltooide tijd. Gebruik de aanwijzingen achter de zin.
Denk aan het hulpwerkwoord être. 
1 ………………………………. au Portugal. Julia en Maria – aller
2 …………………………. en vacances hier. Wij – partir
3 …………………………….. à la maison ? jij – rester
4 ………………………….. à l’heure. Maya en Pierre – venir


Slide 10 - Tekstslide

Exercice
Maak Franse zinnen in het voltooide tijd. Gebruik de aanwijzingen achter de zin.
Denk aan het hulpwerkwoord être. 
1 Elles sont allées au Portugal. Julia en Maria – aller
on est parti/ nous sommes partis en vacances hier. Wij – partir
3Tu es resté à la maison ? jij – rester
4 Maya et Pierre sont venus  à l’heure. Maya en Pierre – venir


Slide 11 - Tekstslide

Exercice
Pas het voltooid deelwoord aan waar dat nodig is:

1. Elle est allé
2. Nous sommes partis
3. Le copain est sorti
4. Les filles sont tombés

Slide 12 - Tekstslide

Grammaire II
Nous faisons l'exercice 16c ensemble

Ensuite, fais l'exercice 16d.
Page 25/26

Slide 13 - Tekstslide

Terminer
Les devoirs:
Zie magister!

Au revoir!

Slide 14 - Tekstslide