Maatschappijleer 'Criminaliteit'

MAATSCHAPPIJLEER | CRIMINALITEIT
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

MAATSCHAPPIJLEER | CRIMINALITEIT

Slide 1 - Tekstslide

Opzet van het blok
- Toets over criminaliteit in de toetsweek
- In elke les gaan we proberen casussen te bespreken met elkaar. Zo verdiep je je meer in de rechtstaat!

Vandaag 2 paragraven: 9.1 en 9.2.

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen 9.1
- Aan het einde van de les weet je het verschil tussen een overtreding en een misdrijf.
- Aan het einde van de les weet je wat de rechtstaat is. 

Slide 3 - Tekstslide

Overtredingen
''Strafbare feiten die minder erg zijn.''
Niet naar de rechter, wel een boete.
Voorbeelden: 

Slide 4 - Tekstslide

Misdrijven
''Ernstig strafbare feiten.''
Hiervoor moet je naar de rechter. 
Zwaardere straffen dan bij overtredingen.

Voorbeelden:

Slide 5 - Tekstslide

Wanneer ben je crimineel?
Criminaliteit: alle misdrijven zoals die in de wet staan. 
Bijvoorbeeld in Nederland: verkrachting, moord, diefstal of drugsdealen.

Hangt ook af van de tijd en plaats.

In Nederland crimineel, in Amerika niet.
In Uganda crimineel, in Nederland niet.
Vroeger was hacken niet strafbaar, nu wel.

Slide 6 - Tekstslide

Rechtstaat
Iedereen moet zich aan de wet houden voor wie de wet geldt.

Dus burgers, maar ook de overheid.
.

Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag!
Maken opdrachten 2, 4, 5, 8 & 10 (Bladzijde 166). 
Hoe? Zelfstandig en stil.
Tijd: 15 minuten
Klaar? Maken opdracht 6.
Achteraf bespreken we de opdrachten!
timer
15:00

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Lesdoelen 9.2 
- Aan het einde van de les ben je bekend met de risicofactoren van crimineel gedrag.
- Aan het einde van de les ben je bekend met algemene omstandigheden die crimineel gedrag kunnen versterken.

Slide 10 - Tekstslide

Risicofactoren criminaliteit
Niet 1 reden voor criminaliteit, wel risicofactoren. 

Risicofactoren voor criminaliteit zijn omstandigheden die de kans op crimineel gedrag vergroten.
Risicofactoren:
- Slechte opvoeding;
- Groepsdruk;
- Alcohol of drugs;
- Spijbelen en schooluitval;
- Biologische factoren. 
Let op: crimineel gedrag is lastig te voorspellen.

Slide 11 - Tekstslide

Algemene omstandigheden
Niet alleen persoonlijke kenmerken, maar ook algemene omstandigheden:

Slechte leefomstandigheden
In wijken waar weinig geld is en mensen moeilijker aan een baan komen, is meer criminaliteit.
Minder strenge normen dan vroeger
Sommige mensen vinden het bijvoorbeeld normaal dat je een fiets terug steelt.
Minder sociale controle
Als mensen elkaar meer kennen, is er minder criminaliteit. Meer criminaliteit in steden dan dorpen.

Slide 12 - Tekstslide

Casus opdracht
Bespreek in 2 of 3 tallen de casus en beantwoord de volgende vragen.

Casus: Hidde woont in Crooswijk in Rotterdam. De wijk staat bekend om criminaliteit, van berovingen tot aan overvallen. Thuis is het niet fijn. De ouders van Hidde zijn gescheiden en hij woont nu samen met zijn moeder. Zijn moeder zit in de schulden en is alcoholist. Daarbij gaat het op school niet goed, hij gaat waarschijnlijk niet slagen voor zijn eindexamens.

Vragen:
- Welke risicofactoren voor criminaliteit zijn aanwezig bij Hidde?
- Welke algemene omstandigheden spelen een rol bij Hidde?

Tijd: 4 minuten

timer
4:00

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag
Maken opdrachten 1 t/m 5 & 10 op bladzijde 169. 
Hoe?; Zelfstandig en stil. Oortjes mogen.
Tijd: 15 minuten
Klaar? Wacht rustig af, we kijken met elkaar na!

timer
15:00

Slide 14 - Tekstslide