Via stambomen kun je weten welke genotypen ouders (P) of nakomelingen hebben.
Kinderen wordt geschreven als: F1 (F2 de kids daarvan, enz.)
In een stamboom is een rondje een vrouw, een vierkantje een man.
Bepalen van stambomen gaat in 4 stappen:
1: Welk fenotype heeft elk gezinslid.
2: Welk genotype heeft een kind met het ''afwijkende'' fenotype.
3: Stamboom invullen met de genotypes die ''bekend'' zijn
4: Schrijf het er zoveel mogelijk bij.
EVT. maak kruisingen om te verduidelijken
---blz. 186 - 189 maken 1 t/m 5---