Blok 2 Op niveau fictie

Blok 2
blz: 55
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Blok 2
blz: 55

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fictie: lesdoelen
- Je kunt meerdere verhaalsoorten noemen;
- Je kunt uitleggen waarom een verhaal net echt is of geen echte indruk maakt;
- Je kunt vier manieren noemen waarop schrijvers hun verhalen mooier maken.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verhaalsoorten
- Fantasy --> verhaal met verzonnen wezens zoals trollen, tovenaars en draken (b.v. Harry Potter)
- Sciencefiction --> speelt zich af in een andere tijd, meestal in de toekomst
- Detective --> misdaad, op zoek naar de daders of het oplossen van de misdaad

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sprookjes
Historisch/
geschiedenis
Detective
Sciencefiction
Spanning en avontuur
Dieren
Griezel
Oorlog/
verzet
Humor
Sport

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welk verhaalsoort past het verhaal "Luchtalarm" het beste?

Slide 5 - Open vraag

Het speelt zich af in oorlog en verzet. Historisch verhaal. Spanning en avontuur kan ook.

Slide 6 - Tekstslide

Sciencefiction: De astronaut Storm komt met zijn ruimteschip op de planeet Jupiter terecht in een orkaan, die hem verplaatst naar een andere tijd. Zonder dat hij daar erg in heeft, keert hij terug naar de aarde. Daar ontdekt Storm dat de aarde enorm is veranderd. De mensen die Storm ontmoet zien er niet alleen barbaars uit, zo gedragen ze zich ook. Storm moet overleven in een vijandige wereld.

Slide 7 - Tekstslide

Detective: April is een van Theo’s beste vrienden. Ze komt uit een niet erg gelukkig gezin en ’s avonds is ze vaak alleen thuis. Dan belt of chat ze meestal met Theo, zodat ze zich niet zo eenzaam voelt. Wanneer April op een nacht plotseling verdwijnt en de politie geen idee heeft wat er aan de hand is, weet Theo dat hij zelf op zoek moet gaan naar zijn vriendin. Dan wordt bekend dat April kortgeleden contact heeft gehad met een verre neef, die net ontsnapt is uit de gevangenis. Theo gaat op onderzoek uit om April terug te vinden. Voordat het te laat is …

Slide 8 - Tekstslide

Fantasy: Problemen zijn Artemis niet vreemd. Integendeel, hij lijkt er wel een magneet voor te zijn. Mensenetende trollen, gewapende en gevaarlijke (niet te vergeten hightech) elfen, vuurgooiende aardmannen, hij heeft ze allemaal voorbij zien komen. Hij had besloten om zich vanaf nu te gaan richten op criminaliteit. Maar nu is zijn moeder ernstig ziek. Artemis moet terug in de tijd om het enig beschikbare medicijn te stelen.

Slide 9 - Tekstslide

Spanning en avontuur: Lisa is dolblij dat ze op de middelbare school meteen bij de populairste groep hoort. Dat sommigen haar waarschuwen voor haar nieuwe vrienden wil ze niet horen. Dat Esra, het meisje dat naast haar zit in de klas, steeds banger wordt, wil ze niet zien. Totdat Lisa op het schoolkamp tijdens de vossenjacht een vreselijke ontdekking doet …
Net echt, maar toch verzonnen
Verhalen zijn altijd verzonnen. Toch is er een verschil in de manier waarop schrijvers de gebeurtenissen verzinnen.
Soms maakt het verhaal een echte indruk, omdat de mensen en gebeurtenissen lijken op de werkelijkheid. Zoals in het verhaal Een vakantie van niks! in blok 1, Lezen.
Het kan ook zijn dat een schrijver een verhaal bedenkt met dingen die in werkelijkheid niet kunnen. Zoals in de verhalen over Narnia. Door een kleerkast komen de hoofdpersonen in een andere wereld: de betoverde wereld van Narnia.

Een verhaal kan echt lijken door bijvoorbeeld:
- de omgeving;
- hoe personen met elkaar praten en omgaan;
- gebeurtenissen die in het echt ook zijn gebeurd;
- hoe het verhaal afloopt.


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 6
Klassikaal
Gebruik beoordelingswoorden blz: 64

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Maken opdracht 7 blz. 65
Begin het antwoord met:
 Ik vind dit verhaal......, omdat......
Lezen theorie "Gedicht" 
blz. 65 - 66

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel:

Kun je een manier noemen hoe schrijvers hun verhalen mooier maken.
blz:65

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gedicht
- Een gedicht is verdeeld in versregels, die niet de hele pagina vullen.
- De regels staan in groepjes --> strofe
- Er komt soms rijm voor.
- Bijzonder taalgebruik ( herhaling, opsomming, tegenstelling)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

blz: 67

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak opdracht 8 blz. 66

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak een gedicht 

Bedenk een onderwerp

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 5 zinnen over een onderwerp
Geef ze een nummer
1. De boom staat in de tuin
2.Hij is groot en zit vol blad
enz.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet ze in een volgorde

Regel 1, 3 en 4
dan weer regel 2, 1, 4 en 5

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gedicht is geboren.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Elke morgen stond ze voor het raam te wuiven.
Ik zwaaide terug, maar wist niet wie ze was.
Buiten ging het leven door,
maar 't hare ging niet verder dan het glas.

[Ted van Lieshout]


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies