H5 Nieuwe springstof in het kruitvat

Nieuwe springstof in het kruitvat
Hoe hebben het uitblijven van vrede tussen Israël en de Palestijnen, de chaos in Irak en de gevolgen van de Arabische Lente de spanningen in het Midden – Oosten doen toenemen?

1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nieuwe springstof in het kruitvat
Hoe hebben het uitblijven van vrede tussen Israël en de Palestijnen, de chaos in Irak en de gevolgen van de Arabische Lente de spanningen in het Midden – Oosten doen toenemen?

Slide 1 - Tekstslide

Als in één zin het conflict tussen Israël en de Palestijnen uitgelegd moet worden. Welke van de onderste zinnen is dan het beste?
A
Israël wil de Palestijnen het land uit hebben om wraak te nemen voor de geschiedenis
B
De Palestijnen plegen allemaal aanslagen, waardoor Israël zichzelf moet beschermen
C
Israël onderdrukt de Palestijnen, waardoor de Palestijnen in protest gaan
D
Israël en de Palestijnen claimen beiden hetzelfde grondgebied als hun eigen grondgebied

Slide 2 - Quizvraag

Welke afspraak hoort bij het vredesakkoord van Camp David van 1978?
A
De Palestijnen krijgen een zelfstandige staat.
B
Egypte erkent Israël als zelfstandige staat.
C
Israël erkent dat de Sinaïwoestijn van de Palestijnen is.
D
Israëls gezag over de Gazastrook wordt erkend.

Slide 3 - Quizvraag

Nog geen vrede tussen Israël en de Palestijnen...
  • Palestijnse vluchtelingen konden nog steeds niet terug.

  • Israel hield grote delen van Palestina bezet.

  • Nederzettingenpolitiek = de Israelische regering vond het goed dat Joden in de bezette gebieden nieuwe dorpen stichtten.

Slide 4 - Tekstslide

Intifada: 
Palestijnse volksopstand 
  • De situatie voor de Palestijnen verandert niet, hoewel het Midden-Oosten dagelijks in het nieuws is

  • Palestijnse jongeren komen in opstand tegen de Israëlische bezetter (in de bezette gebieden)

  • De eerste intifada begon in 1987 

Slide 5 - Tekstslide

Intifada: 
opstand van burgers 
  • Palestijnse stenen tegen het moderne Israëlische leger

  • De intifada krijgt veel aandacht van de pers: beide groepen gebruiken dit om hun eigen doelen onder de aandacht te brengen

  • De ongelijke strijd zorgt voor sympathie voor de Palestijnen en kritiek op Israël

Slide 6 - Tekstslide

Gevolgen
  • Intifada maakt duidelijk dat vrede in het Midden-Oosten niet mogelijk kon zijn zonder een oplossing voor de Palestijnen.

  • Er komen in het geheim onderhandelingen tussen Israël en de PLO in de Noorse hoofdstad Oslo. 

Slide 7 - Tekstslide

Oslo-akkoorden
1993




Slide 8 - Tekstslide

5.1 Israël en de Palestijnen
  • 1992: Rabin wordt premier van Israël
  • 1993: vredesbesprekingen in Oslo met Arafat van de PLO:
  • Israël erkende de PLO en trekt geleidelijk aan zijn leger terug uit de Gazastrook en in de toekomst ook van de Westelijke Jordaanoever. 
  • De PLO erkende Israël en belooft geen aanslagen meer tegen Israël te plegen, 
  • 1994: Israël en Jordanië sluiten vrede
  • 1994: Arafat, Peres en Rabin ontvangen de Nobelprijs voor de Vrede

Slide 9 - Tekstslide

Tweestatenoplossing: 
  • In 1994 krijgen de Palestijnen zelfbestuur in de Gazastrook en in delen van de Westelijke Jordaanoever. Dit wordt de Palestijnse Autoriteit (1994) genoemd. Arafat mocht zich president noemen

  • Israël en de PLO gaan verder onderhandelen over een definitieve vrede 

Slide 10 - Tekstslide

4.2  De Mislukking van Oslo

Slide 11 - Tekstslide

Sommige afspraken uit Oslo gaan wel goed
  • Palestijnse Autoriteit wordt opgericht. Alleen zeggenschap over de dichtbevolkte delen van de bezette gebieden. 

  • Israël verlaat de Gazastrook in 2005
  • Maar toch worden de akkoorden van Oslo voornamelijk als een mislukking gezien: 

Slide 12 - Tekstslide

Wat gaat er niet goed.
  1. Er was niet echt sprake van zelfbestuur voor de Palestijnen in de Gazastrook en op de Westelijke Jordaanoever.
  2. In 1995 schoot een jonge joodse activist tijdens een vredesmanifestatie premier Rabin dood.
  3. Israël gaat niet weg van de Westelijke Jordaanoever
  4. Er werden nog steeds nederzettingen gesticht
  5. Palestijnen blijven geweld gebruiken
  6. Er brak een tweede intifada uit, daarbij pleegden Palestijnen zelfmoordaanslagen

Slide 13 - Tekstslide

Mislukking van Oslo

  • Open eindjes worden niet opgelost
    - Hoe gaan we om met vluchtelingen.
    - Wie wordt de baas in Jeruzalem.

  • Rabin wordt in november 1995 vermoord door een joodse religieuze extremist

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Tekstslide

Arafat
In onderhandelingen wilde Arafat niet alleen maar autonomie maar ook het recht op terugkeer naar plaatsen in de staat Israël van waaruit hun (groot)ouders in 1948 verdreven waren. Voor Israël was dat onbespreekbaar.

In 2000 faalde daarom een bemiddelingspoging van president Clinton tussen Arafat en de Israëlische premier Barak in Camp David. Barak bood Arafat 95% van de Westoever aan. Maar de beste stukken zouden Israëlisch bezit blijven. Arafat weigerde en de kans op vrede was verkeken.

Slide 17 - Tekstslide

Jeruzalem
De status van Jeruzalem:

Voor gelovige moslims was en is Oost-Jeruzalem (na Mekka en Medina) de heiligste stad op aarde. Daar bevindt zich de Haram al-Sharif met de goudkleurige Rotskoepel en de Al-Aqsamoskee. Voor de Joden bevindt zich daar de oude tempelmuur.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

aanslagen:
De fundamentalistische beweging Hamas voerde sinds 1995 veelvuldig aanslagen uit op Israëlische burgers. Daarbij kwamen honderden Israël' s om. De Palestijnse autoriteit slaagde er niet in dit Hamas-geweld te beteugelen.

De aanslagen door Hamas misten hun doel niet: de gevoelens van onveiligheid in Israël waren hevig. Dat leidde ertoe dat Likoed weer aan de macht kwam, omdat deze partij beloofde veel harder op te treden tegen de Palestijnen. 

De Likoed partij besloot tot de bouw van meer Joodse nederzettingen op de Westoever. Dit lokte weer terreuraanslagen uit. Het geloof in het Oslo-vredesproces was verloren.

Slide 20 - Tekstslide


Israëlische 
Westoeverbarrière

Slide 21 - Tekstslide


A
Deze muur is gebouwd door Israël om te voorkomen dat Palestijnen vrij konden reizen naar de Westelijke Jordaanoever.
B
Deze muur is gebouwd door Israël om te voorkomen dat er een nieuwe intifada gaat ontstaan in de Palestijnse gebieden.
C
Deze muur is gebouwd door Israël om te voorkomen dat er zelfmoordaanslagen door Palestijnen werden gepleegd in Israël.
D
Deze muur is gebouwd door Israël om te voorkomen dat er zelfmoordaanslagen door Palestijnen werden gepleegd op de Westelijke Jordaanoever.

Slide 22 - Quizvraag

Israëlische 
Westoeverbarrière


  • Volgens Israël komen veel zelfmoordterroristen van de Westbank.
  • Daarom besloot Israël tot het bouwen van een grensmuur.
  • Delen van de muur lopen dwars door Palestijnse dorpen. 
  • Mensen die kritiek op de muur hebben, noemen deze de afscheidings- of apartheidsmuur.

Slide 23 - Tekstslide

Kans op vrede?
Wereldleiders vinden het belangrijk om het conflict op te lossen. Waarom is dat nu zo lastig?

1. Beide partijen hebben geen vertrouwen in elkaar. 
2. Godsdienst.
3. Palestijnen zijn verdeeld. 
4. In het Midden Oosten is het onrustig.


Slide 24 - Tekstslide

Palestijnse verdeeldheid
  • Conflict tussen Palestijnse groepen Fatah en Hamas o.a. over  de Oslo-akkoorden: Fatah erkent ze wel, Hamas (extremistisch-islamitische) erkent ze niet

  • Hamas wint verkiezingen (2006) in de Palestijnse gebieden, maar om samen tot een regering te komen mislukt: korte burgeroorlog in 2007

Slide 25 - Tekstslide

Oorlog in de Gazastrook
  • Hamas bleef aanslagen plegen op Israël

  • Vanaf de Gazastrook zijn, sinds 2001, duizenden raketten afgevuurd op Israël

  • Israël valt de Gazastrook binnen: twee oorlogen (2008-2009 en 2014) kosten aan duizenden mensen het leven (vooral Palestijnse burgers)

Slide 26 - Tekstslide

Welk begrip wordt hier bedoeld?

Regering van de Palestijnen in de Palestijnse gebieden
A
Fatah
B
Hamas
C
Palestina
D
Palestijnse Autoriteit

Slide 27 - Quizvraag

5.2 van New York naar Bagdad

Slide 28 - Tekstslide

Welke organisatie pleegde de aanslag op de Twin Towers?
A
Taliban
B
Hamas
C
Al Qaïda
D
Iraanse Revolutionaire garde

Slide 29 - Quizvraag

Wat betekent Al Qaïda?
A
Het fundament
B
De rots
C
De richting
D
De basis

Slide 30 - Quizvraag

War on Terror
2001 - 2009 


  • De Amerikaanse president George W. Bush zweert wraak en begint de 'Oorlog tegen terrorisme'. 
  • Hij doet ook een beroep op zijn bondgenoten van de NAVO.
  • In Irak en Afghanistan worden moeizame oorlogen uitgevochten tegen (moslim-)terroristen...

Slide 31 - Tekstslide

 11/09/2001: aanslagen in New York en Washington
  • Arabische moslimterroristen kaapten enkele passagiersvliegtuigen en vlogen in op de torens van het World Trade Center in New York en het ministerie van Defensie in Washington
  • Grootste terroristische aanslag op Amerikaanse bodem ooit (2977 doden)
  • Bush: wraak op aanslagplegers + regeringen die terrorisme sponsoren
  • 7 oktober: Operation Enduring Freedom: invasie Afghanistan. 

Slide 32 - Tekstslide

Wie waren er aan de macht in Afghanistan?
A
Hamas
B
Al Qaida
C
Taliban
D
Sjah

Slide 33 - Quizvraag

Slide 34 - Video

Osama Bin Laden
  • Al Qaida leider Osama Bin Laden eiste de aanslagen in de VS op en riep alle moslims ter wereld op tot de jihad tegen het Westen.
  • Bush begon een oorlog in Afghanistan tegen de talibanregering die de zich daar schuil houdende Bin Laden niet wilde uitleveren.
  • Pas in 2011 wordt Bin Laden opgespoord en gedood

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Operation Iraqi Freedom, maart-april 2003

Slide 37 - Tekstslide

Irak
  • 1988: Irak-Iranoorlog --> Saddam Hussein gebruikt gifgas op Koerden (in Halabja)
  • Sindsdien verdenkt VS hem van bezit massavernietigingswapens
  • VS eist dat Irak wapens opgeeft --> bewijs dat hij deze niet heeft wordt niet geloofd...
  • Zonder toestemming VN en zonder oorlogsverklaring vallen VS en GB Irak binnen

Slide 38 - Tekstslide

2002: nieuwe vijand Irak
  • Bush beschuldigde president Saddam Hoessein van het bezit van massavernietigingswapens en van samenwerking met Al Qaida
  • Nieuwe politieke doelstelling van Bush: breng de westerse democratie naar het Midden Oosten desnoods met oorlog.
  • VN veiligheidsraad bracht resolutie uit om in Irak wapeninspecties te doen
  • Bush wilde een regime change – af van Saddam Hoessein
  • Veel landen verweten Bush dat hij alleen uit was op olie: ‘geen bloed voor olie’

Slide 39 - Tekstslide

we've established a clear link
geen bloed voor weigerdienst

Slide 40 - Tekstslide

2003: operatie Iraqi freedom
  • Doelen op Bagdad werden gebombardeerd
  • Amerikaanse en Britse troepen vielen Irak binnen
  • Binnen enkele weken viel Bagdad op 9 april in Amerikaanse handen
  • December 2003: Saddam Hoessein werd opgespoord
  • 2006: na lang proces werd Saddam Hoessein veroordeeld tot de strop en opgehangen

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Video

Wat was bij de oorlog tussen VS en Irak in 2003 GEEN verschil met eerste oorlog tussen VS en Irak in 1990-91?



A
Er was in 2003 geen toestemming van de VN
B
In 2003 moest Koeweit bevrijd worden
C
In 2003 was er geen duidelijke aanleiding
D
De bedoeling was in 2003 Saddam Hoessein ten val te brengen

Slide 43 - Quizvraag

Wat was de belangrijkste beschuldiging van de VS aan het adres van Irak/Saddam Hoessein?
A
Dat Irak samenwerkte met Iran
B
Dat Irak massavernietigingswapens had
C
Dat Irak zijn burgers onderdrukte
D
Dat zich niet aan het internationale boycot hield

Slide 44 - Quizvraag

Veel kritiek op Bush vanwege de oorlog in Irak.

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide